irzz7A%r - zz
-^^:;r^n^v::dsJra,,'9eschied-
- ±3 z; ™S:; zrs'z;; rr
be, !:rJe 'iden bedrr( ,en u»*
s,emmL„dl„JrerzTrk9e„btl,dbeOok,el™Udl9e
bii b^r^l^r^T" 8leCd'S W°'den ""Sebraoh,
20
Art. 11.
Stemmingen over personen geschieden met ongeteekende briefjes.
Art. 13.
Art. 14.
nrmgde meeste stemmen hebben veHtraS,
Art. 15.
van archivarissen Ïl'doen' vettegenwöodigen^X be Vereem'9ing
den vertegenwoordiger geschiedt op de jaarvergadering"06"'"9
Art. 16.
of - bii schriftelijke stemming - v™ TeLtm
21
BESTUUR.
1 December 1929.
Dr. P. A. Meilink, Voorzitter (1930).
Mej. Mr. G. H. C. Breesnee, Secretaresse (1931).
L. Kruyff, Penningmeester (1930).
Plaatsvervangende leden: R. D. Baart de la Faille; j. Smit.
Vertegenwoordiger uit het Hoofdbestuur: Mr. R. Bijlsma.
Afgevaardigde in de Centrale
Plaatsvervangend afgevaardigde in de Centrale:
j. Smit.
Verslag van de twaalfde afdeelingsvergadering
op 5 October 1929, in het Rijksarchiefgebouw te Haarlem.
Tegenwoordig zijn 13 leden. De voorzitter opent de vergadering
met een verslag over het afgeloopen vereenigingsjaar. Hij geeft daarbij
een overzicht van de resultaten, welke voor de Rijksarchiefambtenaren
bij het nieuwe Bezoldigingsbesluit verkregen zijn. Deze mogen niet
onbevredigend heetende achterstelling zoowel van de weten
schappelijke ambtenaren 1e klasse als van de wetenschappelijke
ambtenaren 2e klasse bij de ambtenaren van andere wetenschappe
lijke instellingen en de departementen van algemeen bestuur is echter
blijven bestaan. Terwijl b.v. de conservatoren bij de Koninklijke
Bibliotheek in salaris geleidelijk opklimmen van f 2400 tot f 6000,
is de salarisschaal van de chartermeesters bij de Rijksarchieven
f 2600 f 4800; terwijl voor zéér verdienstelijke, niet-academisch
gevormde ambtenaren bij de departementen en sommige weten
schappelijke instellingen de mogelijkheid bestaat te stijgen boven den
rang van hoofdcommies of daarmede gelijk te stellen rangen, is deze
mogelijkheid voor de wetenschappelijke ambtenaren 2e klasse bij de
Rijksarchieven uitgesloten. De afdeeling zal in de eerste plaats voor
een aanvulling van het besluit, regelende de inrichting van den dienst
der Rijksarchieven, te ijveren hebben. Na nog eenige punten besproken
te hebben, welke de Rijksambtenaren in het algemeen in het afge
loopen jaar hebben bezig gehouden, wijst de voorzitter ten slotte
op het groote voordeel, dat de Rijksarchiefambtenaren gehad hebben
van het feit, dat de afdeeling in 1928 is blijven voortbestaan en het
contact met de Centrale van Hoogere Rijksambtenaren onderhouden
Art. 12.
worpen, "'"h'"9 S,emmen WOrdt VOOrstel Oeacht ,e zijn ver.
van gelijkheid van he, aantaTv, k me" eChte' te"9e™'9e
aanmerking, zoo worden deze alleTin" h T" meef PerSOI,en in
nemen zeive aan de herstemmfngl^n 2»
N.B. Het jaartal achter de namen der bestuursleden geeft aan het jaar,
waarin zij niet herkiesbaar zijn.
Mr. R. Bijlsma.