18 Afdeeling van Rijksarchiefambtenaren. HUISHOUDELIJK REGLEMENT,1) Art. 1 De afdeeling, krachtens art. 20 van het reglement van de Ver eeniging van archivarissen bestaande ter behartiging van de materieele elangen der Rijksarchiefambtenaren, tracht dit doel te bereiken door: <3. het houden van bijeenkomsten; b. het doen van stappen bij de bevoegde autoriteiten c. andere daartoe strekkende wettige middelen. Art. 2. Zij heeft haar zetel te s-Oravenhage. Art. 3. Leden der afdeeling zijn de gewone leden der Vereeniging van archivarissen, die in 's Rijks archiefdienst werkzaam zijn. Zij alleen lebben stemrecht in de afdeelingsvergaderingen, waar overigens alle gewone leden der Vereeniging toegang hebben. Art. 4. De kosten worden bestreden a. uit bijdragen van de kas der Vereeniging van archivarissen; b. zoo noodig uit omslagen of jaarlijksche bijdragen, door het bestuur van de leden te heffen krachtens besluit der afdeelingsver gadering, welk besluit de goedkeuring behoeft van het bestuur der Vereeniging van archivarissen. Art. 5. Het afdeelingsjaar vangt aan op den datum, waarop het ver- eemgingsjaar der Vereeniging van archivarissen aanvangt. Art. 6. Het bestuur der afdeeling bestaat uit drie personen, op de jaar verga ering te kiezen uit en door de leden; deze wijzen tevens bij afzonderlijke stemming na de verkiezing van het bestuur den voorzitter aan. Het bestuur zelf wijst den secretaris en den penningmeester aan. 19 De l aarvergadering verkiest bovendien een eerste en een tweede plaatsvervangend bestuurslid ter voorziening in tusschentijds ontstaande vacatures. Art. 7. Het bestuur vergadert, zoo dikwijls de voorzitter het bijeenroept ter plaatse door hem te bepalen. Indien het bestuur der Vereeniging van archivarissen zich in het afdeelingsbestuur door een adviseerend lid doet vertegenwoordigen, is geen vergadering van het afdeelingsbestuur geldig, als niet het adviseerend lid tijdig te voren schriftelijk is opgeroepen met ver melding der agenda. Art. 8. De leden van het bestuur treden jaarlijks af en zijn terstond herkiesbaar met die beperking, dat niemand onafgebroken langer dan drie jaren zitting heeft. Art. 9. De afdeeling vergadert jaarlijks in Jaarvergadering op een door het bestuur vast te stellen tijd en plaats, en wel in den regel op den dag en in de gemeente, waar de Algemeene vergadering van de Vereeniging van archivarissen wordt gehouden; in deze vergadering brengt de voorzitter verslag uit over het afgeloopen vereenigingsjaar en legt de penningmeester rekening en verantwoording van zijn beheer af. Het bestuur schrijft voorts afdeelingsvergaderingen uit, zoo dikwijls het zulks wenschelijk acht, of binnen een maand, nadat een daartoe strekkend verzoek, van ten minste tien leden uitgaande en met redenen omkleed, het bestuur heeft bereikt. Art. 10. Het bestuur verzendt de oproeping tot de Jaarvergadering tenminste twee weken tevoren, die voor de overige afdeelingsvergaderingen ten minste drie dagen tevoren, telkens met mededeeling van de punten van behandeling. Het bestuur stelt deze punten vast, doch is verplicht in het bij art. 9, 2e lid voorzien geval de punten, opgegeven door de daar genoemde leden, in de agenda op te nemen. Bovendien is elk lid bevoegd punten voor de agenda der eerstvolgende vergadering aan het bestuur in overweging te geven. Alleen de Jaarvergadering kan met twee derden der uitgebrachte stemmen ook andere punten in behandeling nemen. t tNn VaStgeSjeid de afdeelingsvergadering te 's-Gravenhage op 23 April 1921 laatstelijk gewijzigd in de afdeelingsvergadering te Haarlem op 5 October 1929). 1928-192V900rb|de2n4tiSt zie men Ned. Archievenblad kHL a (A r Z Jg' egen a n9 van f 0.25 kunnen leden van de Afdeelinn bu het Afdeelingsbestuur een exemplaar van het Huishoudelijk Reglement bekomen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1930 | | pagina 15