ZTvJg"édL: miine scUd -de nieuwe b— 14 Mei r V W°° hennneren aan de vergadering, die mij in Me, ,1. naar Venetie geroepen heeft. Daar kwamen dit jaar bijeen gemeente Leiden door het Rijk stilzwijgend in achterbewaring waren Minder ingrijpend is de ruilovereenkomst met de N. V het huis Bergh aangegaan. Intusschen is uitdrukkelijk bedongen, dat de aan 6 A aj9eStair! stukken voortaan geraadpleegd zullen kunnen Hinde" °P ^Te g0| Vjet a'S Waarop zi< vroeger, nog Rijkseigendom zijnde, geraadpleegd konden worden. De heeren Bruggeman en Van Schilfgaarde, met wie ik de onder afdelingen mocht voeren die ten slotte tot de overeenkomsten hebben geleid, zeg ik hierbij gaarne voor hunne medewerking en met minder voor den wetenschappelijken zin, waarmede zij daarbij te werk zijn gegaan, hartelijk dank. Wat zoude ik mij verheugen, als zich te eeniger tijd aan die overeenkomsten eene derde met het Koninklijk huisarchief waarm zich nog vele stukken bevinden, die, archivalisch gesproken,' m de Rijksarchieven thuis behooren, kon worden toegevoegd. erugziende op het laatste jaar, kan ik niet nalaten hier ook het bestuur en de vertegenwoordigers der nationale commissies van het Internationa committee of historical sciences; tegelijk vergaderden de verschillende door het International committee in het leven geroepen commissies waaronder ook die voor de iconographie, waarvan ,k de eer heb voorzitter te zijn. Die commissie houdt zich bezig met de beteekenis, die schilderijen, platen, prenten, teekeningen, photos en films als documenten voor de geschiedenis en vooral de toekomstige geschiedenis kunnen hebben. Bij de tot dusverre gehouden besprekingen heeft het mij getroffen, hoeveel Nederland - al is de toestand ook daar verre van volmaakt - in deze vóór heeft boven vele andere landen. In de eerste plaats heeft men hier een filmarchief. Wel verzamelt men ook in andere landen films, die groote historische gebeurtemssen voornamelijk uit den wereldoorlog, vereeuwigen, maar t besef, dat de film dienen kan om verdwijnende zeden en gewoonten industrieën, straatverkeer en diergelijke voor de toekomst vast te leggen, ,s er nog maar weinig doorgedrongen. En in de tweede plaats kent men m het buitenland de hier zoo veelvuldig voorkomende historische atlassen niet. Alle prenten en teekeningen, die hier in onze vaderlandsche historische atlassen, vaak sinds de 18e eeuw zijn bijeengebracht, zijn elders alleen of voornamelijk in musea té vinden, waar z„, zoo zij niet tevens bijzondere kunstwaarde bezitten even weinig de aandacht trekken als bij ons in het Rijksmuseum dé 15 portretschilderingen van weinig kunstwaarde, die men wegzet achter een gordijn, als ware het eene uitnoodiging voor weinig scrupuleuse bezoekers om ze mede te nemen en er de kunstverzameling van te ontlasten. Naar aanleiding van de reeds hiervóór aangevoerde wenschelijk- heid om het gebruik van duurzaam papier en duurzamen inkt voor belangrijke archiefstukken voor te schrijven heeft Uw bestuur zich tot den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gericht met een schrijven, waarin er op wordt gewezen, dat het noodig is in de pogingen, die van verschillende zijden worden aangewend om regelen hiervoor te geven, eenheid te brengen, en daarvoor de aan stelling van ééne commissie om in deze zaak van advies te dienen, wordt verzocht. De brand van het stadhuis te Leiden heeft voornamelijk ter waarschuwing gestrekt. Want het eigenlijke Leidsche archief, dat elders in een brandvrij gebouw is ondergebracht, heeft er niet onder geleden. Wel zijn, uit den jongsten tijd vooral, veel losse stukken, die nog ten stadhuize berustten, verloren gegaan, evenals de registers van den burgerlijken stand, tot welker vernieuwing reeds maatregelen worden getroffen. Door den Leidschen brand is de verantwoordelijk heid van hen, die voor de brandvrije archieflokalen te zorgen hebben, intusschen aanmerkelijk verzwaard. Uit dit oogpunt is vooral het volgende te overwegen. Het kanselarijgebouw in Leeuwarden heeft in ernstig gevaar verkeerd een aangrenzend perceel is in vlammen opgegaan, en het heeft weinig gescheeld, of de brand was naar de kanselarij, waarin het Rijksarchief en de provinciale en Buma-bibliotheken geborgen zijn, overgeslagen. Gelukkig zijn wij voor die ramp gespaard. De hoop, dat door aankoop door het Rijk van den grond, waarop het afgebrande pand had gestaan, de veiligheid van het archiefgebouw afdoende zou worden gewaarborgd, is trots de door het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen betoonde medewerking niet verwezenlijkt. De Minister van Financiën heeft de vraag van den heer Polak, lid der Eerste Kamer, of het geene aanbeveling zou verdienen de kanselarij geheel van belendende huizen te bevrijden ten einde haar aldus voor vernietiging door het vuur te vrijwaren, ontkennend beantwoord. Mij dunkt, er behoort nu deze vraag te volgen, of het geene aanbeveling zou verdienen de in de kanselarij bewaarde archieven over te brengen naar een ander gebouw, ten einde ze te beveiligen tegen het brand gevaar, waaraan zij in de kanselarij blijken bloot te staan en te zullen blijven bloot staan. Eene aanzienlijke verbetering heeft het Rijksarchief in Overijsel

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1930 | | pagina 13