54
De redacteur van het Archievenblad was zoo welwillend, mij het
bovenstaande wederwoord van Mr. J. P. W. A. Smit ter eventueele
beantwoording te doen toekomen. Mijn antwoord kan kort zijn
1 Voor wat betreft mijn verantwoording van de qualificatie
„moedwillige voor-den-gek-houderij etc." kan ik niet anders doen dan
verwijzen naar de in mijn recensie aangehaalde feiten, bijv. het op
nemen van stukken tot andere archieven behoorende.
2° De tweede grief moet ik afwijzen. Met het systeem door
Mr. Smit ,n het Archievenblad ontwikkeld, verklaarde ik niet accoord
te kunnen^ gaan. De qualificatie „niet te verklaren noch te veront
schuldigen sloeg - zooals duidelijk blijkt uit de woorden: het
systeem daargelaten - natuurlijk niet daarop (zou ook zeer onge
past zijn geweest bij de beoordeeling van een systeem), doch op
de m m„n recensie geconstateerde afwijkingen van het overal elders
gevolgde gebruik van bepaalde vormen bij het vervaardigen van
inventarissen, als daar zijn: formuleering van regesten, verwijzingen,
indices enz.
3°.„ Niet de inventaris zelf gaf mij aanleiding het woord „over
moedig te gebruiken, maar wel het feit, dat Mr. Smit zijn vriende
lijkheid tegenover den samensteller zoovei; heeft uitgestrekt, dat hij
he werk, waarvan de fouten toch wel niet aan zijn deskundig oog
zullen zijn ontgaan dermate aanprijst, dat menigeen in onzen kring,
d,e beter werk heeft geleverd, het als een onbillijkheid moet gevoelen.
VAN SCHILFGAARDE.
Waardeering van archiefstukken door buitenlandsche
communisten.
Bi, den bekenden brand van het Justizpalast te Weenen op
15 Jul, ging ook een gedeelte van het oud-archief verloren. Daartoe
behoorden meer belangrijke bescheiden dan de berichten in de
ollandsche pers deden vermoeden. Behalve een gedeelte van het
September U °'a" V°'gens berichten de Reicbsbote van
de oudste oorkonde over Weenen uit 1256, betreffende een
ruil van goederen aldaar,
een oorkonde van Keizer Jozef uit 1281 betreffende een klooster
en o.a. oorkonden uit 1355 en 1357,
stukken betreffende de kerkelijke organisatie en de kloosters
en over den wijnbouw,
55
belangrijke stukken over de muntgeschiedenis,
de Registratuur van den minister-president sinds 1867, belangrijk
voor kwesties over de talen, over de armen en over de politieke
partijen, waarvan slechts een gedeelte door Redlich werd bewerkt
in Das Oesterreische Reichs- und Staatsproblem,
protocollen van den ministerraad uit het begin van en tijdens
den oorlog en over het Berlijnsch congres,
het Polizeiarchiv, waarbij voor de literatuurgeschiedenis belang
rijke stukken over Grillparzer, Zedlitz, Beethoven e.a. en gewichtige
stukken over het theater en de censuur en over het verblijf van
Goethe te Karlsbad in 1880- 1820, over Heine, Anastasius Grimm, Andreas
Hoff.r enz., verder over het begin van de Socialistenbeweging en
vele andere zoo belangrijke zaken, dat op den Speyerschen Archivtag
in 1927 het nadeel voor de studie der geschiedenis werd vergeleken
met dat bij den brand van de Alexandrijnsche bibliotheek.
Tegenover deze waarschijnlijk wel wat overdreven verheerlijking
van het verlorene lag het op den weg van den verdediger der
beklaagde communisten om de beteekenis van het nationaal verlies
te verkleinen; doch dat een toch wetenschappelijk gevormd man a s
Dr. Rosenfeld hierbij zoover ging, dat hij het verbranden van zoovele
hoogst belangrijke bescheiden een geluk noemde, omdat daardoor
de traditie minder zwaar zal wegen en eene nieuwe geschiedenis
zich baan kan breken dat schijnt mij niet alleen een gebrek aan
piëteit, doch ook een groot bewijs van smakeloosheid van den
verdediger.
Ik hoorde in Oostenrijk het gevoelen uiten, dat de communisten
van de agitatie tegen het bekende, ook ons vreemd aandoende
vrijsprekend vonnis met opzet gebruik hebben gemaakt om het Grund-
buch te vernietigen en daarmede een knak te geven aan het eigen
domsrecht. In hoeverre er voor dit vermoeden eenige grond bestaat,
kan ik niet beoordeelen, doch reeds de smakelooze verklaring van
den woordvoerder schijnt mij voldoende om te vreezen, dat althans
bij een deel der communistische partijgenooten onze met zorg
bewaarde archieven een weinig belovende bescherming zouden
vinden. j q q
Discussie gesloten (Red.).
Vergelijk hiermede de zinsnede bij MARX Die Tradition der gestorbenen
Geshlechte lastet wie ein Alp auf dem Gehirn der Lebendigen.