80
hebben we nog dezen bijzonderen toestand gehad, dat de oude zeer
groote grietenijen, die vóór 1795 naast de steden voorkwamen, in
versnipperd werden tot 80 mairieën, welke tot 1816 aldus hebben
bestaan (z,e de lijst in Arch. Versl. 1894 pag. 239 v.v.); voorzoover
deze met zetel van een vredegerecht waren, was de maire er dus
politierechter. In het archief van de rechtbank te Sneek b. v vond
k de akten van beeediging uit 1812 en 1813 van griffiers der politie-
gerechten m 19 dier kleine mairieën, de oude steden inbegrepen. In
1816 werden ,n deze provincie de oude grietenijen weer hersteld en
de pol.t.erechterlijke gingen met de andere functies der maires over
op den grietman resp. burgemeester. Over de jaren 1817-1838
vond ,k dan ook in hetzelfde archief beëedigingen van griffiers der
po.t.egere chten 7" WYmbntseradeeI, Doniawerstal, Wonseradeel,
en" vl 7au P,haertr N°°rdwolde' Baarderadeel, Idaarderadeel
n yist Aldus ook m het archief van de Heerenveensche rechtbank
dergel^ke akten betreffencle de „griffiers van simpele policie" in
omalhngerland, Aengw.rden, Haskerland en Weststellingwerf.
Met is onnood.g te zeggen, dat, aangezien de rechtsmacht dier
ma.res en later dier grietmannen en burgemeesters als politierechter
zoo we,mg omvangrijk was, de door hen als zoodanig nagelaten
archieven slechts van geringe importantie en omvang kunnen zijn,
aangenomen al, dat zij overal (volledig) bewaard gebleven zijn. In ein
vol led, gen inventaris der nieuwe rechterlijke archieven mogen zij echter
met ontbreken en er zal dus naar deze archivalia in de gemeente-
over'etVeeb 9 "To °m 26 met de °Verige rechterlijke
over te brengen naar de Rijksarchiefdepots. In een inventaris of liever
inhoudsopgave van het archief der gemeente Idaarderadeel vond ik
18l'Tsi7r 7rg!fter Van Patenten van den maire Grouw
1811 1813 voor,n rolle der rechtbank van politie van 3 April 1813
gehouden door den maire van Grouw".
Of deze regeling ook in andere provinciën in de practijk door
gevoerd is, ,k herhaal, dat kan ik niet beoordeelen. Ik zou vermoeden
van wel en word hierm versterkt door art. 2 van het K. B. van 19
ug. 1819 (S. 44), vastgesteld aangezien „zich eenige zwarigheden
"der re 77 TT"9 tot de waarneming en uitoefening
„der regterl.jke police door de plaatselijke besturen voor zooverre
oeZed4CfrtT fnS b?alingen de nog bestaande wetgeving
I' m'ddell"k behoort tot de bemoeijingen der plaatselijke besturen"
art. wordt de waarneming en uitoefening dier politie, bij het
Wetb van Strafv. opgedragen aan de maires, aanbevolen aan de
„plaatselijke ambtenaren, d,e onder den naam van burgemeesters
„schouten, maners, grietslieden, presidenten ofte eenige andere
81
„benaming in de vergadering van den raad der stad, der gemeente, der
"grietenij enz. voorzitten". Met goedvinden van den officier van
justitie kan voor telkens minstens een jaar deze functie worden
opgedragen aan een lid van den raad of schepen. En art. 2 bepaalt,
„dat ook diezelfde ambtenaren of zoodanige leden van den raad der
stad, grietenij of van de vergadering der schepenen, aan welke de
werkzaamheden der regterlijke policie in voegen voorsz. zullen zijn
opgedragen, de voormalige maires en hunne adjuncten zullen ver
vangen in de aan deze laatsten bij art. 166 van het Wetb. van Strafv.
toegekende regtsmagt omtrent policie-overtredingen", terwijl voor de
benoeming van ambtenaren O. M. de bepaling van art. 167 in acht
zal moeten worden genomen.
A. L. HEERMA VAN VOSS.
De in 1926 tot stand gekomen ruil van stukken tusschen de
Nederlandsche archieven en het Staatsarchief te Dusseldorp.
Het Pruisische Staatsarchief te Dusseldorp omvat sinds de ver-
eeniging in 1832 van de depots te Dusseldorp, Keulen en Aken de
landsvorstelijke archieven van Keur-Keulen, Gulik-Berg, Kleef-Mark,
Pruisisch Opper-Gelder, Meurs, alsmede van verschillende in het Rijn
land gelegen voormalige „reichsunmittelbare abdijen en heerlijkheden
en van een aantal kloosters en heerlijkheden van lageren rang De
genoemde landen waren in de onmiddellijke nabijheid onzer Republiek
gelegen. Pruisisch Opper-Gelder is het gedeelte van het Spaansch ge
bleven Overkwartier van Gelderland, dat na den Spaanschen successie
oorlog aan Pruisen is toegewezen. Tot Kleef behoorden verschillende
stukken oud-Geldersch gebied, die in vroegeren of lateren tijd daarbij
zijn gevoegd, o.a. het ambt Duffel en enkele in het grenstractaat
van 1816 afgestane stukken gebied. Omgekeerd zijn tengevolge van
de besluiten van het Weener Congres belangrijke gedeelten van
Pruisisch Opper-Gelder, Kleef en Gulik aan Nederland afgestaan en
vervolgens gevoegd bij de provincies Limburg, Gelderland en Noord-
Brabant. Tengevolge van al deze mutaties zijn er in het depot te
Dusseldorp en in Nederlandsche rijksarchiefdepots, in het bijzonder
die te Arnhem en te Maastricht, archivalia te vinden, die betrekking
hebben op tegenwoordig buitenlandsch gebied, doch niettemin be-
hooren te blijven waar zij zijn, omdat zij niet kunnen worden gescheiden
1) Een aangenaam geschreven kort overzicht van de geschiedenis van dit-Staats
archief vindt men in een bijdrage van den Staatsarchivaris Geheimrat Dr OHO K.
REDLICH in Westdeutsche Monatshefte i (1925), blz. 679 vlg., getiteld: Rhe.n.sches
Archivwesen.