144 145 De in zjjn plaats tredende secretaris, de heer DEN BREEMS, voegde daaraan eenige woorden toe, waarin hij zijn blijdschap uitsprak over het voorrecht, de kerk die hem lief is, opnieuw, en thans in deze gewichtige betrekking, te mogen dienen." Raadpleging van archieven. S t a a t s b e g r o ot i n g voor 1927. - In het V. V. van de Eerste Kamer lezen wij het volgende „Ten slotte werd er aan herinnerd, dat de Minister ten vorigen jare heeft toegezegd te zullen overwegen, of openbaarmaking en wetenschappeliike bewer king kan worden bevorderd van stukken, welke in een niet al te recent tijdperk betrekking hebben op politieke crises en kabinets formaties. Gaarne zou men vernemen, of deze overweging reeds tot een resultaat hebben geleid, en, zoo ja, tot welk." In de Memorie van Antwoord schrijft de Minister daaromtrent het volgende: „De ondergeteekende kan geen aanleiding vinden van Rijkswege de openbaar making en wetenschappeliike bewerking te bevorderen van stukken, welke in een niet al te recent tijdperk betrekking hebben op politieke crises en Kabinetsformaties." Krijgsgeschiedkundig Archief. Bij Kon. besluit van 16 Mei is: 1". aan den met rang van luitenant-generaal gepensionneerden luitenant-kolonel der cavalerie FDE BAS, op ziin daartoe gedaan verzoek, wegens den door hem bereikten zeer hoogen leeftijd, met ingang van 1 |uni, eervol ontslag verleend .uit ziin functie van directeur van het krijgsgeschiedkundig archief van den generalen staf; 2". aan vermelden gepensionneerden opperofficier dank betuigd voor de veeljarige en toegewijde diensten, door hem aan den lande en aan de krijgsmacht in het bijzonder bewezen. Mej. W. CANTER CREMERS f. Den 16en lanuari 1.1. overleed te 's-Gravenhage mejuffrouw W. J. CANTER CREMERS, één der oudste en trouwste bezoekers onzer archieven. Vooral aan het archief in Groningen, de plaats harer herkomst, heeft zij in de jaren 1901 1915 als volontair, bijzondere diensten bewezen door het indiceeringswerk, dat zij met onverdroten ijver dagelijks ondernam. In later jaren werd haar belangstelling door het bekende werk van den heer E. VOET geheel gewonnen: al haar tijd werd sindsdien aan het inzamelen van werken van onze oude zilver- en goudsmeden gewijd. De uitnemende introducties, welke zij bezat, stelden haar in de gelegenheid verzame lingen op te nemen, welke voor anderen moeilijk toegankelijk waren en het bezoek van de zilverkamer van H.M. de Koningin zette de kroon op haar werk. Tot een systematische ordening en verwerking van haar materiaal kon zij op haar leeftijd niet meer komen. Bovendien miste zij daarvoor eene behoorlijke methodische scholing. I alrijk zijn echter de diensten, die zij aan andere onderzoekers met haar materiaal heeft kunnen bewijzen. Eerst in haar tachtigste jaar heeft zij haar werk werk aan het Algemeen Rijksarchief, waar zij sinds haar verhuizing van Groningen bijna dagelijks kwam. moeten opgeven. P. A. M. Varia. Een zonderling archief! Nu en dan ziet men in de pers dat er met betrekking tot „archief en „archivaris" in ons land nogal rare begrippen bestaan. Dezer dagen kwam mij in handen het weekblad „Noord-Holland in woord en beeld" van Zaterdag 16 April 1927, no. 20. Op blz. 19 van genoemd blad staat het volgende „Van de Paaschveetentoonstelling te Schagen en Zaandam hebben wij het archief vol gekregen met de mooiste beesten, welke aangevoerd werden Beklagenswaardige archivaris, die met de zorq voor zulke archiefstukken wordt belast Afgesloten 24 Mei 1927.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1927 | | pagina 40