54
Kleinere Bijdragen.
Zorg voor doopboeken in den ouden t ij d - V°°rin het
Doopboek van Nieuw-Lekkerland over de jaren 1724- 1812, zich
bevindende in het in het Algemeen Rijksarchief in bruikleen opge
nomen gemeentearchief, aldaar Inv. nr. 174, staat het volgende
19 ,,D' aantekening van bladsijde 1 tot bladsijde 22 is met door
mij Joh Baudij2) in dit boek self geschreven, maar door een bekend
vrind van mij, dog evenwel bij mij gecollationeert en wel bevonden,
gelijk nog te sien is uit het grote kerkeboek in folio daer ik de
dopelingen self in heb aangetekent en waaruit het volgende door
een ander geschreven gecopiert is. De rede daarvan was omdat ik
in vacature van naestgelegene plaetsen heb ondervonden, dat het
boek van 't doopregister in vacaturen van de kerkeraden wel voor
eenige dagen ter leen word overgelangt in vremde handen om wegens
erfenissen ab intestato haer geslagtlijsten daaruit te konnen vinden
en opmaken; en omdat in ons groot folioboek meer andere dingen
sta en aengetekent als actens van de kerkeraed en de goederen van
onse diakonij; so hebbe met goetvinden van de kerkenraed geoordeelt
het veiliger te sijn dat de dopelingen in een boek apart wierden
aengetekent en daerom heb d'aengetekende doopelingen uit 't gemelde
grote boek alhier laten overschrijven. Van bladsijde 1 tot 30 so staet
een streep onder de naem van elk gedoopt kind, om in t soeken na
gedoopte rasser klaer te zijn! Met bladzijde 31 heb ik een klaerder
manier begonnen en die minder schrijven in heeft. Dar sijn ais 4
colummen boven op elk blad gemeld. D' eerste wijst de tijd aen, de
tweede de naem der gedoopte kinderen, de derde die der ouderen,
de vierde die van getuigen.
De vrees van Ds. Baudie is maar al te waar gebleken, want het
genoemde „grote kerkboek in folio" is thans niet meer in het kerkelijk
archief van Nieuw-Lekkerland te vinden. L. L.
Hoe een kerkelijk trouwboek in het ^rechterlijk ar
chief verzeilde. De crimineele rol van het Comité van Justitie
der stad Vianen, beginnende met 18 December 1795, was oorspronkelijk
aangelegd als trouwboek. De meening lag voor de hand, dat de in
dit trouwboek voorkomende aanteekeningen door het gerecht waren
gehouden. Bij vergelijking met een van dat college afkomstig onder
trouw- en trouwboek bleek deze meening echter onjuist. Een sedert
55
onleesbaar gemaakt opschrift werd bij de restauratie van eerstge
noemd boek weer te voorschijn gehaald, waarbij bleek, dat het deel
op den band als titel droeg„Dubbeld trouwboek van de Neder-
duytsche Gereformeerde Gemeente der stad Vianen", 1792—1795.
H. Bk.
Boekbespreking.
Het archief der Geldersche rekenkamer, 1559—1795, en van
de Commissarissen, belast met het beheer van de Geldersche
domeinen, 1543—1559, door Jhr. Mr. A. H. Martens van Sevenhoven,
I, II. ('s-Gravenhage, 1925, 1926.)
In het laatst van 1915 droeg de toenmalige Rijksarchivaris in
Gelderland aan Jhr. Martens, destijds commies bij het Rijksarchief,
op, een onderzoek in te stellen naar de herkomst van wat hij de
keurcollectie Niihoff noemde.
Isaac Anne Niihoff, die van 1817 tot 1863 het Geldersche archief
had beheerd, had veel tot stand gebracht, maar niet op een wijze,
die voldoet aan de eischen, die thans worden gesteld, waarvan men
hem moeilijk een verwijt kan maken. De instructie, welke de Gede
puteerde Staten van Gelderland hem hadden gegeven, had hem in
de eerste plaats tot taak gesteld de schifting en inventarisatie van
het archief der voormalige Rekenkamer. Dit archief nu was in den
loop der tijden met andere archieven vermengd. Terwijl de taak van
de Rekenkamer in het algemeen bestaan had in het afhooren van
rekeningen en het verrichten van andere daden van beheer met be
trekking tot de landsheerlijke domeinen, en we in haar archief dus
exemplaren van de afgehoorde rekeningen en verdere bescheiden
betreffende het domeinbestuur mogen verwachten, hadden de oude
hertogelijke archivalia zich van oudsher in hetzelfde gebouw bevonden,
waren na de verovering van Roermond in 1632 archivalia van hertog
Arnold die te Grave berust hadden, in 1540 naar Brussel overgebracht
en later door de Aartshertogen naar Roermond gezonden waren
te Arnhem beland, had de Rekenkamer een gedeelte van het archief
der Staten van Gelderland in bewaring gekregen en waren bovendien
nog kleinere verzamelingen van stukken aan haar archief toegevoegd.
Dan had de secretaris (sedert 1802 archiefbewaarder) Mr. Gerard van
Hasselt ten gerieve van den historieschrijver der provincie mr. Pieter
Bondam 2100 charters willekeurig van nummers in dorso voorzien en
ze bij honderdtallen in kistjes verpakt, waarvan de professor tien ter
leen ontving. Voorts waren in 1794 de charters en andere papieren
1) Loopende over de jaren 1724—1733 (L. L.). 17
'-) Ds. Baudie stond te Nieuw-Lekkerland van 1724 tot znn emeritaat m
Hij kwam in eerstgenoemd jaar aldaar over uit Varik, en overleed in 1765, zie VAN
ALPHEN, Kerkeliik Handboek 1907 (L.L.).