48
doopbewijs tegen hem werd aangevoerd. Van Swieten antwoordde
hierop door het overleggen van een uittreksel uit het doodboek der
Jezuïetenstatie te Leiden, afgegeven in 1772 dus. Na de opheffing
der statie waarschijnlijk werd het register bij een vertrouwenspersoon
bewaard. Daarmede werd ook de kans grooter, dat het ook thans
nog ergens zoude berusten. De heer Biileveld hervatte nu zijne naspo
ringen, doch voorloopig zonder resultaat, en ook een navraag bij het
Hoofd van de orde te Maastricht bleef vruchteloos.
Er bleef nu nog slechts eene aanwijzing in het feit, dat Van
Berckel, de laatste missionaris-pastoor, van Belgische afkomst was.
Mogelijk was hij later weder naar België vertrokken en had hij het
register daar bij zijne familie of bij een vertrouwd persoon in bewaring
gegeven, in de hoop op een mogelijk later herstel van de statie te
Leiden. Doch hoe dit spoor te vervolgen? Juist de moeilijkheid
hiervan was eene dubbele aansporing voor den speurzin van den
bekenden genealoog, en deze vond hierbij eene krachtige hulp in
den Eerw. Heer J. Klei|NTJENs, toen verbonden aan het Willebrordus-
College te Katwijk, die over verschillende relaties met de Belgische
geestelijkheid beschikte. Deze bracht de zaak ter sprake bij eene
ontmoeting met Hooge Geestelijken.
Het resultaat hiervan was, dat niet alleen het register werd
teruggevonden, doch dat dit ook voor enkele dagen aan den heer
Biileveld ter inzage werd verstrekt, met vrijheid om hiervan een
afschrift te nemen, hetwelk later door hem welwillend ter beschikking
werd gesteld van het Gemeente-archief. Het bleek dat hierin de
doopaanteekeningen voorkwamen over de jaren 1670 1756 en die
van de huwelijken over 1694—1750, welke in verschillende gevallen
de gegevens bevatten, waarnaar vroeger tevergeefs was gezocht.
Voor het Gemeente-archief is het afschrift van bijzondere waarde
in verband met de gegevens over oude Leidsche Katholieke geslachten.
Volgens ontvangen mededeelingen heeft de gelukkige bezitter
van het origineel ook nog enkele kerksieraden en gewaden onder
zijne berusting, die van de statie afkomstig zijn en die voor een
mogelijk later te Leiden te stichten nieuwe statie worden bewaard.
De bezitter wenscht onbekend te blijven, zoodat wij tevreden moeten
zijn met het afschrift en met de wetenschap, dat het origineel nog
in België aanwezig is. Dit is echter reeds een zeer belangrijk resultaat
en wij kunnen den heer Biileveld niet genoeg dankbaar zijn, die zelfs
zijn nachtrust heeft opgeofferd om binnen den zeer krap toegemeten
tijd, persoonlijk een afschrift te maken van dit belangrijk document.
J. C. Overvoorde.
49
La science des archives dans la Russie des Sovets,
par Inna Lubimenko,
Docteur de l'Université de Paris, et Archiviste a Leningrad.
1. Enseignement.
La science des archives a été fort peu cultivée dans 1 ancienne
Russie. Les bons archivistes qu'on trouvait parfois a cette époque
dans les archives les mieux organisées, comme celles du Ministère
des Affaires Etrangères a Moscou ou du Sénat a St. Petersbourg,
s'ils n'avaient pas passé par l'lnstitut d'Archéologie, avaient regu
surtout une formation pratique. Aucun enseignement régulier d'archivé-
conomie n'existait encore et les archives, attachées pour la plupart
aux ministères, étaient au service de ces demiers, et non de la
science. Les historiens qui y ont fait des recherches considérables,
n'étaient presque jamais archivistes et ils ont rencontré souvent de
graves difficultés a leur travail, a cause des inventaires insuffisants
ou défectueux. On ne pourrait citer pour cette époque que quelques
noms et ouvrages concernant les archives, parmi lesquels celui de
Samokvasov mérite d'etre retenu.
Depuis longtemps cependant l'insuffisance de eet état de choses
était reconnnue par certains esprits plus émancipés et plus cultivés,
appartenant a des hommes d'éducation universitaire qui occupaient
souvent des places de second ordre aux archives des ministères,
administrées par des fonctionnaires. D ailleurs, le sens critique fortement
développé chez les intellectuels russes, ainsi que le mecontentement
général éveillé par le régime tsariste de la dernière époque sont
mis a jour dans une critique acharnée dans tous les domaines de
l'administration, et entre autres dans celui des archives.
Lorsque la révolution éclata, ici, comme ailleurs, le terrain se
trouvait done prépare, pour un remaniement profond. Mais les hommes
manquaient et si quelques uns ont pu être appelés a prendre part
aux réformes, la plus grande partie du personnel des archives, assez
utile par ses connaissances pratiques, n avait aucune culture, ni
générale, ni spéciale. Les historiens russes qui alors ont dü prendre
sur eux, avec les quelques archivistes éclairés, la réforme des
archives, ont bientöt senti la nécessite de créer un nouveau personnel
et d'instruire l'ancien.
En automne de l'année 1918 des cours d archivéconomie furent
done organisés a l'lnstitut Archéologique de Petrograd, commengant
d'abord par un enseignement théorique et continuant par des travaux
4