hese Wi]2e Inventari is voor alle archjeven inphe/arg:rede
38
terwijl de pogingen der genootschappen en vereenigingen van ge
ch'edkund.gen aard, zullen zij eenig blijvend nut stichten, van de vrije
hooge^hand 'nr'gt'ngtTn zelve moeten uitgaan; geen voorschrift van
ooger hand hoe doelmatig ook, kan daar het gemis van spontaneiteit
het bereik I^ece 1 düS ^7 de rdd^' welke bin*en
rJr;R l I rm9 '99en> dan kunnen die mijns inziens onder
dne rubrieken worden gebragtdie, welke kunnen leiden om het
R Iks-archef meer algemeen bekend en algemeen nuttig te maken
archieven^i, de ReaS i"h°"d.der Provmciale en plaatselijke
archieven b„ de Regering zoowel als bij de beoefenaars der geschie
denis kunnen uitbreiden, en die, welke de bevordering en uitbreiding
der archief-wetenschap in het algemeen ten doel hebben
door belanqriikhe^d3'0!1'6^" NedeHand Staat het Rüks-archief zoo
or belangrijkheid als door omvang. Uit dat archief moet de
egering ten allen tijde kunnen putten, wanneer zij eenige retro acta
wen,eh, te leeren kennen; een de. e,chief moe. de eans.aatde
l 7j" Nederland in de eerste plaats de waarheid of
het 7 d e' t0etSen' waar°P z'ine beschouwingen steunen
spedafenlSkaÏrte„e "T t" °eliik er al9emeene en
speciale kaarten zijn, zoo behoort ieder archief I
inventaris te bezitten, die met een enkel woord aanwijst alles^t in
d6 I aPL IeJi I V'"den' en b'izondere inventarissen van alle onder
deelenti,drekenkund,ge registers van de oorkonden, alphabetische
indices van personen, plaatsen en zaken, in iedere afdeemgvoor
komende, en d,e registers meer, welke door den aard van het aS
worden gevorderd. Immers ieder archief, groot of klein, bevat Tzich
zelve de redenen, waarom het zoo en niet anders behoort te worden
gemven anseerd. Het is dus onmogelijk a priori te bepalen welke de
want' Z°° m 'GS' m°.et afhan9en van de zamenstelling der archieven-
want gewoonlijk wordt niets gewonnen bij het verbreken der oudé
orde van zamenstelling, en zelfs de meest wetenschappelijke regeling
gens de nieuwste vorderingen vergoedt niet het gemis van eene
39
willekeurige maar gemakkelijke orde, van oudsher aangenomen. Wanneer
toch vroegere Staatscollegiën dikwijls eene zonderlinge wijze van
werken hadden en dat van één, scheid(d)en wat volgens de tegen
woordige begrippen bij elkander behoort, wanneer b.v. de collegiën
van Gedeputeerde Staten der voormalige kwartieren van Gelderland
het zoogenaamde geestelijke, eigenlijk het beheer der vaste goederen
aan hen toevertrouwd, afscheidden van het politieke, zoo zal de
archivaris, die een dergelijk archief regelt, ook die wijze van schif
ting moeten volgen en de resolutieboeken over het geestelijke niet
chronologisch onder de politieke mogen rangschikken, wil hij niet
veel grootere nadeelen teweeg brengen, dan die aan de willekeurige
afscheiding, in vroeger tijd gemaakt, zijn verbonden.
Van het Rijks-archief sprekende, stel ik op den voorgrond, dat
ik geene andere kennis aan die inrigting draag dan die, welke mij een
kort bezoek, in den afgeloopen winter afgelegd, heeft verschaft,
gevoegd bij de narigten, welke ik uit het werkje van den heer Schotel
Brief aan mr. de Wal over s Rijks Archief te s Hage heb verkregen.
Het is mij dus volkomen onbekend, of er inventarissen van het archief
bestaan, en zoo ja, of zij volledig zijn. De bekende talenten van den
geleerden Rijks-archivarius en de niet minder bekende zorg en ijver
van den commies-chartermeester laten mij niet toe daaraan te
twijfelen.
Ik neem dus aan, dat die inventarissen bestaan en volkomen aan
het doel beantwoorden maar dat kan ik aannemen zonder vrees
van tegengesproken te wordenzij zijn onbekend bij de beoefenaars
der geschiedkunde, en het gevolg daarvan is, dat zij, wier woon
plaats in de Provinciën is gevestigd, wanneer zij over het een of
ander onderwerp van geschiedkundigen aard inlichtingen begeeren,
genoodzaakt zijn naar 'sGravenhage te reizen en van de welwillend
heid van den Heer Rijks-archivarius of den commies-chartermeester
moeten misbruik maken tot het instellen van een onderzoek, dat
dikwijls blijkt vergeefsch te zijn geweest, en waardoor alzoo noode-
loos tijd en kosten worden verspild, welke een enkele blik in de
gedrukte inventaris had kunnen besparen. Voorzeker zoude het dan
in meer dan één opzigt wenschelijk zijn, dat de inventarissen door
den druk bekend werden gemaakt. In een tijd van openbaarheid als
de onze, waarin de kleingeestige geheimhouding van vorige dagen
ter zijde wordt gesteld, zal het toch wel geen bezwaar opleveren,
dat de inhoud van 's Rijks archief meer algemeen bekend werd, en
mogt dit, wat de stukken van het jaar 1795 af betreft, al minder
raadzaam worden geacht, zoo bestaat er voorzeker geene de minste
bedenking tegen de publiciteit der stukken, zoowel uit de Grafelijke
geordend"^" d!t
e m ir, m ,een ""Uen °°aoPsl»9 hunne overzien wa
het inhoud(t). Immers archivarissen, hoe kundig en bereidwillig ook om
den „.sporen den weg te wi|ze„, zin s.erfeliik - en is de wegTn zl
vf„denTng,e Va"p ïUkke" eenmaal verlore"' die d»n weer te
aarom behooren er wegwijzers te bestaan, die duurzaam
zim en met welker behulp ook iemand, die met plaats en indeeling
minder goed bekend is, zijn weg zelf kan vinden. Die wegw, zers j"
de inventarissen, even onmisbaar voor den onderzoeker der gé-