24 R. BIJLSMA. Afdeeling van Gemeente- en Waterschapsarchief- ambtenaren. Bestuur 't Welk doende, enz. Verstag^ van de zevende afdeelingsvergadering op September 1926 in de Nieuwezijdskapel te Amsterdam. meer in dan strikt genomen onder eene corrigeering te begrijpen valt en is zij te beschouwen als een maatregel om tevens de vooruitzichten voor de carrière bij het Rijksarchiefwezen in het financiëele meer aantrekkelijk te makendeze aantrekkelijkheid geldt dan weliswaar maar alleen voor de eerste klasse ambtenaren, daar slechts onder deze de archivarissen in spe worden aangetroffen. Op onze agenda voor de afdeelingsvergadering van heden komt het woord salaris-actie voor. Ik veronderstel, dat er leden zijn, die daarover wel een en ander in het midden zullen wenschen te brengen; het bestuur zal dan tevens gelegenheid vinden om ook zijnerzijds eene mededeeling te doen en eene gedachtenwisseling in te leiden, die, naar het hoopt, in het toekomende goede resultaten moge hebben. 1 December 1926. N.B. Het jaartal achter de namen der bestuursleden geeft aan het jaar, waarin zij niet herkiesbaar zijn. N. j. M. Dresch, Voorzitter (1928). Dr. J. C, Breen, Secretaris-Penningmeester (I929). Dr. E. Wiersum (1927). Plaatsvervangend lid: Mej. R. Visscher. Vertegenwoordiger uit het Hoofdbestuur: Dr. W, Moll. Afgevaardigde in de Centrale N. M. Dresch. Mededeeling van het Bestuur. Aan den Raad der Gemeente Bergen op Zoom is op 10 Augustus 1925 het volgende verzoekschrift verzonden „Geeft met verschuldigden eerbied te kennende afdeeling van gemeente- en waterschapsarchiefambtenaren der Vereeniging van archivarissen in Nederland, gevestigd te 's Gravenhage dat, naar hare meening, het oud-archief van de gemeente Bergen op Zoom zeer belangrijk is; dat het dringend gewenscht is dit archief voor het publiek en de wetenschap beter toegankelijk te maken dan tot dusverre het geval is; 25 dat weliswaar in Uwe gemeente een ambtenaar ter secretarie tevens belast is met het beheer van het oud-archief, doch dat uit vakkundig oogpunt bestendiging van dezen toestand allerminst aan- beveling verdient dat toch de verzorging en ordening van het oud-archief eerst dan tot haar recht kunnen komen, wanneer door Uwen Raad een gemeentearchivaris hiermede wordt belast; dat volgens de ontwerp instructie voor den gemeente-archivaris, door de Vereeniging van archivarissen in Nederland vastgesteld (aan de gemeentebesturen medegedeeld bij circulaire van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van December 1919, afd. KW. nr. 3902 over het uitvoeren van de Archiefwet door de plaat selijke besturen en door vrijwel alle gemeenten in den lande, waar een archivaris werkzaam is, ingevoerd) de functies van „ambtenaar ter secretarie en van „gemeentearchivaris" gescheiden dienen te zijn; dat het derhalve ten zeerste aanbeveling verdient in Uwe gemeente den titel van gemeentearchivaris te geven aan den tegenwoordigen functionaris, die belast is met het beheer van het oud-archief; dat een benoeming tot „archivaris" door Uwen Raad 'tevens bevordert, dat het oud-archief van den Burgerlijken Stand (de oude doop-, trouw- en begraafboeken), hetwelk naar het Rijksarchief te s Hertogenbosch zou moeten worden overgebracht, voor het archief te Bergen op Zoom kan bewaard blijven (zie Koninklijk besluit van 20 |um 1919, Stbl. no. 389); dat, waar eerlang gelegenheid zal bestaan, te weten, bij even- tueele herziening der salarissen van het gemeente-personeel, de positie van den functionaris, belast met het beheer van het oud-archief, onder oogen te zien, onze afdeeling meent Uwen Raad ernstig in overweging te moeten geven het salaris te verhoogen en dat ten minste gelijk te willen stellen met dat van Hoofdcommies ter secretarie. N. J. M. DRESCH, Voorzitter. H. P. COSTER, Secretaris." Aanwezig 1 1 leden. Nadat de voorzitter zijn jaarverslag - dat hierachter ,s afgedrukt - heeft uitgebracht en de rekening en ver antwoording van den penningmeester door de vergadering is nagezien

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1927 | | pagina 18