68
zie hieromtrent de nrs. 60, 61, 65, 66/67, 69, 71/72, 73, 74 en 76 van
het Correspondentieblad, en met name ook het aanmeldingsformulier,
gevoegd bij nr. 73 werd een uitgebreid artikel ter plaatsing in ons
blad ontvangen. Waar de plaatsruimte daartoe ontbreekt, volstaan
wij met de mededeeling, dat de premie voor de groote risico's van
ziekenhuis- en operatiekosten bedraagt
voor ziekenhuisverpleging waarbij gedurende 3 maanden een
uitkeering van f6.— per dag wordt genoten f5.40 per jaar.
voor operatiekosten per f 100.— uitkeering voor mannen f 4.20
per jaar, voor vrouwen f 4.35.
Ten slotte zij nog meegedeeld dat nadere inlichtingen gaarne
worden verstrekt door de Administratrice der verzekering, de Mij,
Labor te Groningen en den vertegenwoordiger voor de Vereeniging
van Archivarissen den heer A. 't Hart, Nicolaïstraat 88, Den Haag.
NIET-OFFICIEEL GEDEELTE.
IN MEMORIAM
C. J. GONNET
4 JULI 1842-7 FEBRUARI 1926.
Met Gonnet is de Nestor onzer archivarissen heengegaan. Van
de oprichting onzer Vereeniging af is hij daarvan lid geweest, al is
hij daarin niet op den voorgrond getreden; het is dus niet meer dan
betamelijk en ook nuttig hier aan zijn nagedachtenis een waar-
deerend, maar ook openhartig, woord te wijden.
Gonnet's persoonlijkheid zoo geheel met Haarlem saam-
gegroeid is onmiddellijk na zijn overlijden in de plaatselijke pers
geteekend; zijne werkzaamheden op ander gebied zullen ongetwijfeld
te zijner plaatse worden behandeldin ons Archievenblad moge dit
In Memoriam zich uitsluitend bepalen tot diens praestaties op archi
valisch terrein.
Ook zóó beperkt, mag voor dit lange, werkzame leven van een
lofwaardigen staat van dienst worden getuigd. Na het Lager Onderwijs
genoten te hebben, wordt de 14jarige jongen in Februari 1857 als
jongste klerk ter Gemeente-Secretarie geplaatst. Reeds spoedig schijnt
men in hem zekeren aanleg te hebben bespeurdde Gemeente-
Secretaris de goede oude tijd! bracht hem de beginselen der
oude talen bij, welk onderwijs door den Rector van het Gymnasium
werd voortgezet. Ook trok hij weldra, de aandacht van Mr. A. J.
Enschedé, sinds Maart 1857 Haarlem's Gemeente-Archivaris: door hem
69
werd hij steeds meer in archiefwerkzaamheden betrokken, werd hij
diens rechterhand min of meer. Na regelmatige promoties in de
secretarie-rangen was dan ook de verwerving in 1870 van den titel
van adjunct-archivaris zeker niet misplaatst. Wanneer dan in het
voorjaar van 1886 de instelling van een Rijksarchivarisschap in Noord
holland in navolging van elders aan de orde komt, wordt Gonnet tot
dat ambt benoemd; eenige maanden later gevolgd door zijn aan
stelling tot Provinciaal Archivaris. En eindelijk komt bij dit alles nog
in 1896 na het overlijden van Mr. Enschedé zijn benoeming tot
Gemeente-Archivaris van Haarlem.
Aan deze verschillende ambten is ten slotte door het bereiken
van den ambtelijken fatalen leeftijd een einde gekomen: Januari 1913
had hij van het Gemeente-Archief afscheid te nemen, 8 jaren later
van die van Rijk en Provincie.
Wat heeft Gonnet op deze verschillende terreinen gepraesteerd
Staan wij eerst stil bij het Gemeente-Archief. Ik ging voor dit
punt natuurlijk bij Collega Knappert te rade, met wien ik trouwens
in het algemeen dit In Memoriam ampel overwoog. Gonnet vond dit
belangrijke archief vastgelegd in Mr. Enschedé's inventaris; een werk,
waarop wij jongeren wellicht gauw genoeg critiek oefenen, maar dat
ik voor dien tijd niet aarzel een kranigen arbeid te noemen; hij was
daarenboven teekenende bijzonderheid in overleg met Bakhuizen
van den Brink opgemaakt. Gonnet heeft zich in dezen bepaald tot
bijhouden van den inventaris - op niet altijd gelukkige wijze. Hij
trof daar ook aan den z.g. Stedelijken Atlas van Haarlem, in 1863
opgezet en door Mr. Enschedé in een tijd, die daarvoor nog alle
gelegenheid bood, enorm uitgebreid. Op dit terrein heeft Gonnet op
zeer gelukkige wijze de voetstappen van zijn voorganger gedrukt;
dank zij zijn speurzin is deze Atlas tot een zeer belangrijke verza
meling uitgegroeid. Trouwens Haarlem s kleinere locale geschiedenis
had Gonnet s hart; aan haar zijn dan ook de meeste zijner talrijke
artikelen gewijd en steeds meer werd hij de vraagbaak van allen,
die deze geschiedenis bestudeerden. Zijne encyclopedische kennis
in dezen dwingt eerbied af en zijn sterk geheugen heeft hem tot het
einde toe niet licht in den steek gelaten. Zoo doende heeft hij zeer
velen aan zich verplicht, die dan ook herhaalde malen hem hebben
gehuldigd op soms wel wat exorbitante wijze nimium nocet(').
Gansch anders was Gonnet's positie als Provinciaal Archivaris.
Het gold hier een allerzonderlingst instituut; zijn voortbestaan na de
Adres laatstelijk aan Dr j. F. M. STERCK, die zich in de Zondagscourant van
2A Februari 1.1. verstout tot de lichtelijk aanvechtbare boutade, dat GONNET'S „werk
van grooten diepen invloed is geweest op de archiefwetenschap in het algemeen".