92 Viaardingen. Van het rijk werd het oud-notariëel archief en dat van na de invoering der Fransche wetgeving tot 16 October 1842 in bruikleen ontvangen. Voorts werd hier het archief der Huurcommissie gedeponeerd, Zierikzee. Ten aanzien van de in het archief aanwezige doop-, trouw- en begraafboeken werd een proces-verbaal van overneming in bruikleen van het rijk opgemaakt en door partijen geteekend. Verliezen. Amsterdam. Verschillende stukken, die in andere archieven op hunne plaats waren, werden afgestaan o.a. aan de Rijksarchi varissen in Noord-Holland en Utrecht, waaronder een protocol van den notaris Jacob Meerhout. Haarlem. Stukken, afkomstig uit het archief van den schout van Bloemendaal, die met andere stukken aan het gemeente archief geschonken waren, zijn aan den Rijksarchivaris in Noord- Holland overgedragen. Middelburg. Het restant van het archief van directeuren van den Levantschen handel werd aan den Algemeenen Rijks archivaris afgestaan. Rotterdam. Notariëele protocollen en akten, die hier ten onrechte berustten, werden aan het Algemeen Rijksarchief overgedragen. B. Waterschaps-archieven. H u n s i n g o. Naar aanleiding van de noot, voorkomende in het overzicht van 19231), heeft de secretaris gemeld, dat reeds vroeger door hem medegedeeld is, dat het archief van het waterschap tot 1856 behoorlijk gerangschikt en in een brandvrij lokaal in het Waterschapshuis ondergebracht is, doch dat de komst van den Rijksarchivaris afgewacht wordt, om te weten, hoe verder te handelen. P u r m e r. Tot betere berging der archivalia is een uit verschillende deelen bestaande eikenhouten kast aangeschaft, waarin de archieven uitstekend bewaard zijn. Zij kunnen bij brand onmiddellijk uit het brandende perceel verwijderd worden. De materiëele toestand is goed te noemen. S c h i e I a n d. In het verslag komen geen mededeelingen over het archief van dezen polder voor. Schouwen. Geen mededeelingen aangaande het archief. Walcheren. Alsvoren. C. j. WELCKER. 93 De archieven in de door storm en watersnood geteisterde streken van Gelderland. Meerdere vakgenooten zullen zich waarschijnlijk hebben afge vraagd, hoe de archieven in de omgewaaide en verdronken plaatsen in Gelderland er aan toe zijn. De groote pers heeft zich met die vraag niet bezig gehouden en wij zullen haar dit niet ten kwade duiden, maar van ons vakblad kan redelijkerwijze verwacht worden, dat het er iets van vermeldt. Als inspecteur der gemeente- en water schapsarchieven in Gelderland ben ik vermoedelijk het best met den toestand in het algemeen bekend en ik voldoe daarom gaarne aan den wensch van den Redacteur om een bericht ter elucidatie en, gelukkig, tevens ter geruststelling van bezorgde vakgenooten in dit blad te plaatsen. Aangezien er weinig reden tot onrust is, kan ik kort zijn. Toen de verwoesting van Borculo op 10 Augustus 1925 was bekend geworden, heb ik, na de zekerheid te hebben verkregen, dat het gemeentehuis slechts weinig was beschadigd, den burgemeester voorgesteld, het niet onbelangrijke archief der gemeente tijdelijk ge heel of gedeeltelijk ten rijksarchieve te Arnhem te bergen. Het ant woord dat ik spoedig daarop ontving, luidde, dat het archief niet beschadigd was en dat de overbrenging naar Arnhem niet noodzakelijk werd geacht. Veel meer archieven zijn er bedreigd door den grooten waters nood tengevolge van verschillende dijkdoorbraken, die op den Oude jaarsdag van 1925 en in het begin van 1926 hebben plaats gehad. In verband met het groote getal dier archieven en met den aard van de ramp, waardoor de meest bedreigde plaatsen vrijwel onbereikbaar waren, viel er niet te denken aan voorstellen als dat aan het ge meentebestuur van Borculo. Teneinde althans in de ergste gevallen nog bijzondere maatregelen in het belang van de archieven te kunnen treffen, heb ik 21 Januari, dus nadat omtrent den omvang van de ramp in het algemeen eenige zekerheid was verkregen, een gedrukt rondschrijven gezonden aan de beheerders van 58 archieven in het overstroomde gebied, waarin hun verzocht werd, te berichten, of het betrokken archief niet, weinig of zwaar was beschadigd, terwijl ook op verdere mededeelingen werd aangedrongen. De antwoorden zijn van 22 Januari tot 12 Februari alle ingekomen, enkele na een herhaald schrijven. Er is uit gebleken, dat alleen de archieven der gemeenten Dreumel, Horssen en Pannerden „weinig" zijn beschadigd; dat van Dreumel niet door het water, doch tengevolge van het haastige reddingswerk. De secretarissen van 13 gemeenten, 2 polder- Ned. Archievenblad 1924/1925, blz. 129,

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1926 | | pagina 14