38
39
Over het algemeen zijn geen schitterende verbeteringen aange
bracht. Wanneer we bovenstaande tabel bekijken constateeren we
al dadelijk dat voor de adjunct-commiezen eigenlijk een verslechtering
is aangebracht. Ofschoon het maximum met f 100.— is verhoogd is
de schaal met 2 jaren verlengd, zoodat men er thans 14 jaren over
doet voor men zijn maximum heeft bereikt indien men niet bevorderd
wordt tot commies en zij die bevorderd worden tot commies genieten
het twijfelachtig voorrecht dit in plaats van na 8 jaar eerst na tien
jaar te kunnen bereiken omdat het mimimum der commiezen met
100.— is verhoogd. De commiezen komen er iets gelukkiger af. Hun
schaal werd met 2 jaren ingekort en het minimum en maximum met
100. verhoogd. Het voordeel voor de hoofdcommiezen bepaalt
zich alleen tot een verhooging van minimum en maximum met 100.
Wat men met de bezoldiging van de archivarissen zal doen, valt
slechts vermoedelijk bij gevolgtrekking op te makenn.l. dat ook
deze evenals die van de referendarissen f 200.— zullen vooruitgaan.
Ook deze verbetering is maar matig en zeker niet in overeenstemming
met de wenschen sedert het salarisbesluit 1918 bij herhaling geuit.
De schaal voor de referendarissen heb ik opgenomen indien
onverhoopt gevolg mocht worden gegeven aan den wensch, dat door
de ambtenaren beneden den rang van archivaris een bezoldiging zou
kunnen worden toegekend, gelijk aan dien van referendarissen. Behalve
de normenwijzigingen worden nog andere wijzigingen verwacht waarvan
er hier enkele mogen volgen
1°. De diensttijd welke op 1 Januari 1925 volgens de bepalingen
van het B. B. 1920 waren verkregen worden evenredig met het ver
lengen van de schaal vastgesteld.
2°. De huwelijkstoelage bedraagt f 200.— tot men het maximum
van de schaal of een salaris van f 2000.— heeft bereikt.
3°. Het verschil tusschen het genoten salaris in 1925 en het
salaris hetwelk men zou ontvangen hebben wanneer de nieuwe be
palingen op 1 Januari 1925 in werking waren getreden wordt als
uitkeering in eens gegeven.
4°. De kindertoelage is verhoogd in minimum tot f 60.— en in
maximum tot 240.
5°. De maximum aftrek wegens niet toekennen der laatste twee
periodieke verhoogingen is bepaald op f 400.
6°. Artikel 30a wordt ingetrokken.
Zooals reeds gezegd schitterend mogen de verbeteringen niet
genoemd worden en het zal voor ons afdeelingsbestuur noodzakelijk
zijn op den ingeslagen weg te blijven voortgaan.
A. 't HART.