196
Berichten.
197
Scheepsjournaal van Admiraal Jacob van W assenaer van
Obdam betreffende eene reis van Hellevoetsluis naar Lissabon
en terug in 1657, door de Graaf. Deventer. A, E. Kluwer.
1423. Waar bit boekje aan ons ter recensie werd toegezonden, maken we er hier
met een enkel woord melding van. Het iournaal werd door den heer DE GRAAF aan
getroffen bij het inventariseeren van het archief van het huis Verwolde. Het is jammer
dat niet wordt vermeld de wijze waarop genoemd journaal in dat archief moet zijn te
land gekomen. Ook blijkt niet, wie de „Edel Mogende Heeren" zijn, aan wie het
iournaal volgens het opschrift is gericht en evenmin of het journaal een afschrift is
d^n wel het origineel. In het laatste geval zou het stuk zeker niet in het archief van
het h uis Verwolde thuis behooren, maar naar het openbare archief, waaruit het
afkomstig is, moeten worden overgebracht. L.
Algemeen.
Staatsbegrooting voor 1924. - T en aanzien van de artikelen, betrek
king hebbende op het archiefwezen vermelden de Handelingen van de Tweede Kamer
van 11 Maart 1924 het volgende:
„De onderartikelen 209 tot en met 212 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over onderart. 213, luidende: Kosten van de Archiefschool5000. -
De Heer VAN RaVESTEYN Het betreft hier slechts een kleine post, maar ik heb
het woord gevraagd, omdat ik hier nog eens te kennen wil geven, dat er werkeliik op
deze begrooting posten voorkomen, die volkomen overbodig zijn en best gemist zouden
kunnen worden. De minister heeft ongetwijfeld kennis genomen van het artikel van
den archivaris Dr. WALLER ZEPER in de Febr. aflevering van De Gids, in welk artikel
op volkomen bevredigende en afdoende wijze wordt aangetoond, dat deze archiefschool
een mislukking geweest is, en dat zij niet veel meer is dan een overbodige luxe. Het
wil mij voorkomen, dat van de opleiding van aFchiefpersoneel aan de universiteiten
genoeg gelegenheid is. In genoemd artikel wordt trouwens aangetoond dat in de paar
jaren, gedurende welke deze school bestaat, het aantal leerlingen voortdurend dalende
is geweest, zoodat wij hier gerust kunnen spreken van een overbodig instituut. Ik zal
geen stemming vragen over den post die ten slotte niet zeer groot is, slechts 5000.-,
maar wel wil ik uitspreken, dat wij hier te maken hebben, zelfs op deze begrooting,
met iets, dat gemist zou kunnen worden, en dat, zonder dat eenig cultuurbelang
geschaad zou worden, van de begrooting zou kunnen verdwijnen.
De heer De VISSER, Minister van O., K. en W.M. de V. Ik qeloof, dat het
oordeel, door den geachte afgevaardigde vermeld, van Dr. WALLER ZEPER niet als
volkomen objectief kan beschouwd worden. Deze heeft zijn opleiding aan de universi
teit in Parijs gehad, en staat daardoor niet onbevangen tegenover de Archiefschool,
die aan het Rijks-Archief hier in den Haag is verbonden. Ik heb daarvan goede resul
taten gezien, en ben van oordeel, dat de steun, haar tot nu toe verleend, ook in ver
band met het aantal jongelui, dat om opleiding vraagt, verdiend was. Het komt mij in
elk geval voor, dat de zaak onpartijdiger zal moeten worden bezien en beoordeeld
dan èn door den geachte afgevaardigde èn door den schrijver van dat ook mij bekend
artikel is gedaan.
De beraadslaging wordt gesloten en onderart. 43 zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
De onderartikelen 214 tot en met 221 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen."
Vooruitzichten van den jurist in het archiefwezen. Onlangs
verscheen een boekje, getiteld: Vooruitzichten van voltooide juridische studie (Groningen
en den Haag, J. B. WOLTERS) waarin verschillende medewerkers de vooruitzichten van
den jurist in allerlei betrekkingen ter sprake brengen. Uit de voorrede blijkt, dat het
de redactie niet gelukt is bijdragen te verkrijgen over de toekomst van den jurist als
archivaris. Na een vraag om inlichting hieromtrent aan de redactie, is ons gebleken,
dat niet een dienstdoend archivaris, maar een hoogleeraar in het oud-vaderlandsch
recht is aangezocht om de gevraagde bijdrage te leveren. Door omstandigheden is
deze niet op tijd gereed gekomen. Mocht een tweede druk noodig zijn, dan zal de
Redactie gaarne met ons in overleg treden, en het zal dan zeker aanbeveling ver
dienen, dat een in dienst zijnd jurist-archivaris zijn beschouwingen in dezen ten beste geeft.
Examen Archiefschool. - Voor wetenschappelijk archiefambtenaar der
tweede klasse is geslaagd Mej. A. E. CHAVANNES, te Leiden.
Privaat-docent van de Tijdrekenkunde. Dr. W. E. VAN Wl|K
té Rotterdam is tot wederopzeggens toegelaten als privaat-docent in de faculteit der
Letteren en Wijsbegeerte aan de Rijks-Universiteit te Leiden om onderwijs te geven
in de mathematische en technische tijdrekenkunde.
De Archiefwet en hare uitvoering.
Wijziging van het Kon. Besluit van 2 September 1919, Stbld.
no. 550. Verschenen is een Kon."Besluit van 18 Februari 1924 (Stbld. no. 51),
waarbij in het genoemde Kon. Besluit vqn 2 September 1919: de Algemeene Maatregel
van Bestuur, bedoeld in art. 1 al. 3 van de Archiefwet 1918 over de raadpleging en
toegankelijkheid der archieven, wordt ingevoegd een bepaling van den volgenden inhoud
„In geval in een archiefbewaarplaats stukken berusten, welke krachtens bij de over
brenging aanvaarde voorwaarden, eerst na verloop van een bepaalden termijn of na het
vervullen eener opschortende voorwaarde openbaar zullen worden, is na afloop van
dien termijn of na vervulling dier voorwaarde op voorstel van den beheerder de auto
riteit aan welke deze onmiddellijk ondergeschikt is, bevoegd de openbaarheid dier
stukken ook verder aan beperking te onderwerpen". Sedert is deze nieuwe bepaling
toegepast op de in het Algemeen Rijksarchief berustende Collectie DE CASEMBROOT.
R ij ksarc hieven.
Algemeen Rijksarchief. Wegens verandering in de inrichting van
het dienstvak, waarin zij werkzaam zijn, is, onder dankbetuiging voor de door hen als
zoodanig bewezen diensten, met ingang van I April 1924 eervol ontslag uit s Rijks
dienst verleend aan Dr. J. DE HllLLU en Dr. L. W, A. M. LASONDER als Archivaris,
en aan J. C. BETH, P. BERENDS en J. K. BONDAM als hoofdcommies.
Tot tijdelijk bediende is benoemd J. M. BllSKOP.
Voordat het stoffelijk overschot van Jhr. Mr. W. G. FEITH, in leven commies-
chartermeester aan het Algemeen Rijksarchief naar Groningen werd overgebracht,
heeft zich op Woensdag 5 Maart in de rouwkamer van het gemeentelijk ziekenhuis
te "s Gravenhage een breede schare vereenigd om hulde te brengen aan de nage
dachtenis van dezen jong gestorven ambtenaar. Het woord werd gevoerd achtereen
volgens door Prof. Mr. R. FRUTN, Jhr. Mr. F. BEELAERTS VAN BLOKLAND, Dr. N. JAPIKSE
en Jhr. Mr. R. FEITH. Den volgenden dag 6 Maart had de teraardebestelling te Gro
ningen plaats, Hier herdachten achtereenvolgens Dr. H. A. POELMAN, Dr. H. P. COSTER,
Mr. VAN Hasselt, de heer J. H. VAN Heek en Dr. ENGELKENS het vele dat de
afgestorvene op velerlei gebied geweest is.