108 leiden door de uitingen van Bentinck zelf en aldus te veel mede te gaan met het denken en handelen van den hoofdpersoon, zooals niet zelden in biographieën te bespeuren is. Mejuffrouw Van Huffel is gelukkig geweest in het vinden van een onderwerp voor haar proef schrift en het verzamelen van betrouwbare bouwstoffenhet zou eene voldoening voor haar zijn indien zij met behulp van de IVe Serie der Archives en de nog ongebruikte EoERTON-papers ook Bentincks staat kundige loopbaan kon schetsen gedurende de zeven en twintig levens jaren, die hem na 1747 nog beschoren waren. Dr. F. J. L. KRAMER. Berichten. 109 Algemeen. lubileum Mr. DUPARC. - Den 2en januari 1924 heeft mr. M. I. DUPARC den dag herdacht, waarop hij vóór 25 jaren als adjunct-commies aan de afdeeling Kunsten en Wetenschappen verbonden werd. De plechtigheid droeg een eenvoudig karakter in verband met de tijdsomstandigheden. Te elf uren verzamelden zich in de werkkamer van den heer DUPARC op het departement de Minister van Onderwijs, de secretaris generaal van het departement, de ambtenaren van de afdeeling Kunsten en Weten schappen en de chefs van verschillende diensten, die onder die afdeeling ressorteeren. Toen de heer DUPARC, vergezeld door de leden van zijn gezin, was binnengetreden, namen achtereenvolgens Minister DE ViSSER en de secretaris-generaal jhr. mr. FEITH het woord om te wijzen op hetgeen de heer D.UPARC voor de hem toevertrouwde belangen had gedaan, en op de goede verstandhouding, die steeds tusschen hem en zijne chefs bestaan had. De Minister wees in het bijzonder op het Oostersche vuur, waarmede hij voor de belangen van kunsten en wetenschappen en hare beoefenaars optrad, verbonden aan zijne Westersche kunstzinnigheid. Namens de ambtenaren der afdeeling prees de heer P. ViSSER den heer DUPARC als een welwillend chef, zoodat zijne collega's aan andere afdeelingen hem vaak dien chef benijdden; hij huldigde ook mevrouw DUPARC, die altijd deel nam in het lief en leed der ambtenaren en hunne gezinnen. De heer FrüIN sprak namens verschillende hoofden van dienst, die bij hunne voorstellen zoo vaak den werkzamen steun van den jubilaris hadden ondervonden. Hij wees er op, dat de verwachting, door mr. MULLER indertijd als voorzitter der Ver- eeniging van Archivarissen uitgesproken, toen mr. DUPARC als opvolger van den heer ROYER aan het hoofd der afdeeling Kunsten en Wetenschappen was gesteld, nl. dat de nieuwe chef ons niet alleen zou kunnen, maar ook zou willen helpen, ten volle verwezenlijkt was, en sprak de hoop uit, dat in de moeilijke tijden, die wij thans beleven, mr. DUPARC er in zou slagen de eischen eener noodzakelijke bezuiniging in overeenstemming te brengen met de wezenlijke belangen van kunst en wetenschap. Nadat dr. VAN GELDER nog een kort woord namens de museum-commissie had ge sproken, antwoordde de jubilaris in eene uitvoerige rede, waarbij hij tot punt van uitgang koos de woorden door Mozes bij zijne roeping in het brandende braambosch gesproken: „wie ben ik?" en zoo den lof hem toegezwaaid, trachtte terug te brengen op anderen. Hij herdacht daarbij ook verscheidene overledenen, zooals VICTOR DE STUERS en ROYER, zijn vroegere chefs, en onder de archivarissen MULLER, FEITH en GRATAMA. Na afloop van dit meer officieele gedeelte der plechtigheid volgde nog eene druk bezochte receptie. Staatsbegrooting voor 1924. Bij artikel 209: jaarwedden der ambte naren enz. bij de Rijksarchieven wordt aangeteekend, dat met I juli 1924 een commies in aanmerking komt van bevordering tot hoofdcommies, en met 1 November 1924 een klerk voor bevordering tot adjunct-commies. Bij art. 213: Kosten van de Archiefschool wordt medegedeeld, dat het door reorganisatie mogelijk is de kosten voor die school, groot f 7500.—, met Vs gedeelte te verminderen. Archiefschool. - In verband met het genoemde voorstel in de begrooting voor 1924 heeft de Minister thans bepaald, dat te beginnen met januari 1924 in elk der (zeven) vakken, die aan de Archiefschool worden onderwezen, niet meer dan één uur per week of twee uren in de veertien dagen les gegeven zal worden. Aangezien tot heden dertien wekelijksche lesuren aan de Archiefschool plaats hadden, is het aantal lesuren met zes verminderd, hetgeen een besparing van 3000 gulden, dus 500 gulden meer dan in de begrooting voor 1924 werd voorgesteld, met zich brengt. Examens archiefschool. - Voor wetenschappelijk archiefambtenaar der 1ste klasse is geslaagd de Heer A. BROUWER te 's-Gravenhage, voor wetenschap pelijk archiefambtenaar der 2de klasse Mej. E. HOOGENDIJK, eveneens te 's-Gravenhage. De Archiefwet en hare uitvoering. Archiefverordening en instructie voor den gemeente archivaris. Na de vorige opgave zijn deze stukken thans ook in de gemeenten 's-Hertogenbosch en Leeuwarden volgens het bekende model vastgesteld. Rijksarchieven. Bijeenkomst Rijksarchivarissen. - Op de 12 |uni 1923 in het Algemeen Rijksarchief gehouden bijeenkomst is onder meer besproken de vraag, of het wenschelijk is wettelijke regelingen uit te lokken omtrent de bewaring der Wees kamer-archieven en omtrent de overbrenging van de Registers van den Burgerlijken Stand van de Griffie's der arrondissementsrechtbanken naar de Rijksarchiefbewaarplaatsen. Rijksarchief in Gelderland. - Aan Dr. S. VAN VEEN is op verzoek met ingang van 1 januari 1924 eervol ontslag verleend als hoofdcommies onder dank betuiging voor de bewezen diensten. Rijksarchief in Zeeland. - Aan |AC. jANSSEN is op verzoek met ingang van 1 januari 1924 eervol ontslag verleend als Conciërge-boekbinder. Gemeente- en Waterschapsarchieven. Gemeente Zutphen. - In het raadhuis te Zutphen is gisternacht een der zich in het gebouw bevindende brandkranen gesprongen, waardoor een groot deel van het gebouw is overstroomd. Deze kraan, aangebracht op den zolder, is, hoewel goed ingepakt met het oog op de vorst, vermoedelijk bevroren geweest en heeft het nu met den sterken dooi niet kunnen houden. Het water stroomde door zolderingen en plafonds, waardoor het o u d e archief en de bureaux van ontvanger en militaire zaken veel hebben geleden. (N. R. Crt. van 12 jan. 24J Gemeente Maastricht. - Deze gemeente heeft in dezen tijd van alge- meene bezuiniging een loffelijk voorbeeld gegeven door sollicitanten op te roepen naar de vaceerende betrekking van archivaris-bibliothecaris op een bezoldiging van f 2376 tot f 3088.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1924 | | pagina 31