154 Kleinere Bijdragen. Aanwijzing omtrent een begraafboek te Eist. In de notulen van de kerkeraadsvergaderingen in de Hervormde gemeente te Eist (bij Arnhem) lees ik d.d. 8 October 1684: 4. Wort goet gevonden, uit bijgebrachte redenen dat voor- taen de doodegraver pertinent register sal houden van alle de afge storvene die hier of in de kerck, of op het kerkenhoff begraven worden, met de namen waer ouders of overgebleven man of vrouw, en uit wat buirschap, en sal deselve register eens int jaer in januari overleveren om in een boeck daer toe te beschicken, over te teeckenen. 5. Die bij nacht begraven worden, daervoor sullen dubbele jura betaelt worden". D.d. 7 Januari 1685 lees ik het volgende: 2. Heeft de koster 't register over begravenen van voorleden jaer (gelijck hem gelast was op den 8 Oct. 1684, art. 4) overgelevert op een papier". En d.d. 9 Januari 1685: „De Register der begravenen, door den koster van den 1 Jan. 1684 tsedert October des voorleden jaers overgelevert, sal in een boeck, daer toe te koopen, overgeteeckent worden, en sulcks van jaer tot jaer". Vraag: Is dit boek nog te vinden? F. S. K. Waar blijven de kerkelijke boeken? In het trouw boek van de Hervormde Gemeente te N i f t r i k staat de volgende aanteekening bij de laatste trouwacte d.d. 7 23 Augustus 1795: „In een incompleet duplicaat van dit boek, op een erfhuis aan gekocht door, en ten jare 1872 nog in persoonlijk bezit van den Heer Jan van der Velden, destijds kerkvoogd bij de Herv. Gemeente te Batenburg c.a., volgt op het gelijkluidende voorafgaande hier nog het navolgende Vraag: „Waar is dit boek?" F. S. K. Boekbespreking. De archieven van het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden, 1425 1813, beschreven door R. Visscher. De bekende stichting, het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden, welke door de eeuwen heen het lief en leed der stad heeft mee geleefd, mag bogen op een eerbiedwaardigen ouderdom, een schoon 155 verleden, en kan, dank zij een gezonden finantieelen toestand, de toekomst rustig tegemoet zien. De zorg van het bestuur heeft zich verder uitgestrekt dan over de geldmiddelen, den toestand der ge bouwen, het onderhoud der inwonenden; ook de archieven kregen een beurt en tengevolge van de samenwerking van de archief- commissie uit het bestuur en de archivaris der gemeente Leeuwarden is een definitieve ordening der archieven tot stand gekomen, welk werk bekroond is door de samenstelling van een inventaris. Deze inventaris, welke in druk verschenen is, weerspiegelt in zijn uiterlijk de materieele welvaart der stichting, welker archieven er in beschreven zijn. In deze tijden van bezuiniging, waarvan ook ons archiefwezen de gevolgen ondervindt, doet het weldadig aan, zulk een fraai uitgevoerden inventaris in handen te krijgen. Een kloek deel, gedrukt op mooi papier, typografisch goed verzorgd, waarvan de inhoud van een uitvoerigheid getuigt, welke een contrast vormt met vele inventarissen van den Iaatsten tijd. Een woord van oprechten dank aan het bestuur, doch in de eerste plaats aan de bewerkster, die naast hare drukke werkzaam heden als archivaris der gemeente Leeuwarden lust en tijd vond om dezen verre van lichten arbeid tot zulk een goed einde te brengen. De bewerkster erkent, dat de arbeid haar aangenaam was doch veel tijd en inspanning kostte. Geen wonder, want niet slechts was het haar taak een vrij eenvoudig administratief archief te be schrijven, doch zij had eerst ongedaan te maken, wat onbevoegden van goeden wille doch zonder de noodzakelijke kennis onder het mom van inventarisatie tot stand gebracht hadden. Daarna eerst kon de eigenlijke beschrijving volgen. De bewerkster laat aan den inventaris een uitgebreid historisch overzicht voorafgaan, een aanvulling en op vele plaatsen een ver betering van Eekhoff's Geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis. De inventaris bestaat uit 1340 nummers, waaronder evenwel 500 zoogenaamde proefbrieven, d. z. verklaringen betreffende op neming van personen in het gasthuis. Deze eindelooze reeks (van blz. 83—147, nos. 142 714) ware gemakkelijk onder eenige weinige nummers samen te voegen geweest; nu is er te veel eer bewezen aan deze over het algemeen onbeduidende contracten. Daarop volgen 196 regesten, terwijl het geheel besloten wordt met indices, welker uitvoerigheid overeenstemt met de royaliteit der uitgave. Niettegenstaande ik dus volkomen het verdienstelijke van den door de bewerkster verrichten arbeid erken, meen ik toch te dezer plaatse eenige opmerkingen te moeten plaatsen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1923 | | pagina 38