130
achter de Inleiding in het kort meegedeeld, welken gewichtigen arbeid
de commissie heeft verricht en wat na het verschijnen van het derde
rapport in het belang van het Engelsche archiefwezen is gedaan.
Nadat het derde rapport klaar was (April 1918), benoemde de raad
van de Royal Historical Society een Record-Committee om te bevor
deren, dat aan de wenschen van de R. C. werd voldaan, en waartoe
deze Society 30 Juni 1920 een Memorial aanbood aan den eersten
minister. Den 8sten September 1920 nam de jaarlijksche vergadering
der Library Association in Norwich met algemeene stemmen een motie
in dien geest aan en evenzoo den 3(>ten September 1920 de Con
ferentie, in King's College, Strand, bijeengeroepen op verzoek van de
British Editional Board for the Economie History and Survey of the
War Period, onder bescherming van de British Academy. Onderwijl
is de Universiteit van Londen bezig een fonds te stichten om te dienen
voor een Centrum te Londen voor Advanced Historical Studies.
Hubert Hall heeft vele medewerkers en -werksters gehad, allen
deskundigen op het gebied van historie en archiefwezen, die voor
hem de stof verzameld en gerangschikt hebben. Van den samensteller
zijn de voorrede, de inleiding, de beschrijving der archieven en de
historische noten bij de verschillende rubrieken archivalia, waarin het
werk verdeeld is. De bedoeling van deze uitgave is vooral om historici
de bronnen op te geven, die zij voor hun studiën in de Engelsche
archieven kunnen vinden. Het werk is daarvoor verdeeld in drie ge
deelten, n.l.
i. a select classified list of public records.
II. a survey of local records.
III. a directory of English archives,
en ten slotte een paar appendices.
Deel I en 11 zijn eigenlijk geheel van denzelfden aard; zij geven
een overzicht van hetgeen in de centrale (n.l. in Londen) en in de
lokale archieven gevonden wordt, gerangschikt volgens hetzelfde
systeem, dat gebaseerd is op de «structural rather than the proprie
tary aspect of the records, that is to say, it is concerned with the
form and constructions of the records and not merely with their tra
ditional ownership or custody«. Het is een indeeling in vier groepen,
n.l.: I. Diplomatic documents; II. Administrative proceedings III. Judi
cial proceedings en IV. Miscellaneous records. Voor deze indeeling
verwijst de schrijver naar de Guide van Scargill Bird en naar het
Formulabook.
Wat nu de centrale archieven betreft, zijn alle stukken daarin
berustende tot een dier groepen gebracht, die op haar beurt weer
onderverdeeld zijn.
131
Tot groep 1 behooren alle bescheiden, die van een zegel of een
handteekening zijn voorzien, gerangschikt naar de belangrijkheid dier
zegels en handteekeningen en alle weer onderverdeeld in originals en
inrolments. Bij iedere rubriek zijn de archieven vermeld, waar zich
dergelijke stukken bevinden. Groep II kent slechts 1 Accounts,
2 Surveys en 3 Nominal lists, uit de verschillende archieven bijeen
gebracht en III is volgens de verschillende soorten van gerechtshoven
ingedeeld. Groep IV ten slotte bevat dat, wat niet ondergebracht kan
worden bij I - III, hoewel wij onder die groepen ook al verbazend veel
Miscellanea aantreffen.
Deel II heeft in hoofdzaak dezelfde indeeling in vier groepen,
doch met dit onderscheid, dat, a) daar voor deze archieven niet als
voor de centrale, indices en catalogi geraadpleegd konden worden,
b) men feitelijk volstrekt niet wist, wat er in ieder archief aanwezig
was, en c) het materiaal heel wat grooter was dan van de centrale
archieven, er volstaan is met een opgave van alle soorten van lokale
archieven en daarbij is medegedeeld welke archiefstukken van de vier
groepen men bij ieder soort kan verwachten. In dat opzicht is het
dus slechts een overzicht en geeft het dus voor de vier groepen geen
speciale bescheiden op, doch daarnaast is de titel, select classified
list, ook voor dit tweede deel behouden. Tot deze lokale archieven
behooren, zooals wij ook in het derde rapport zagen, public records
in lokale bewaarplaatsen, archieven van bij de wet aangestelde com
missies en vereenigingen en verder de eigenlijke plaatselijke archieven
van publieken aard, terwijl dit werk er dan ook die van privaten aard
bijvoegt. Alleen nu voor de tweede en de laatste soort dezer archieven
n.l. die van de Statutory authorities and trusts en van de Muniments
or collections of Literary institutions, Learned societies, Academic,
Professional or Trading corporations and of private individuals gaat
deze select classified list in vier groepen niet op.
Deel III is een adresboek, waarin opgegeven wordt, waar de in
de vorige deelen genoemde archieven bewaard worden, met de
bibliographie die daarover geschreven is; in de eerste plaats al de
centrale archieven, daarna de lokale in veertig graafschappen, alpha-
betisch gerangschikt.
Dit werk bevat een schat van belangrijke gegevens omtrent het
archiefwezen in Engeland. De Inleiding, de beschrijving der archieven,
de historische noten bij de behandeling der lokale archieven vooral,
lichten ons in omtrent de herkomst daarvan, de administratie en de
bewaarplaats. Alles wat op het gebied van het archiefwezen is gedaan,
is beknopt gememoreerd, de aandacht er op gevestigd wat verzuimd