290 eene, daartoe door hem aan te leggen lijst, met dien verstande, dat ambtenaren, die ziekteverlof hebben, steeds den voorrang zullen genieten en ambtenaren, die nog niet van het Tehuis hebben gebruik gemaakt, de voorkeur zullen hebben boven degenen, die reeds hun verloftijd in het Tehuis hebben doorgebracht. 5. Het Bestuur der Stichting zal bestaan uit een College van drie Regenten, hetwelk de Stichting in en buiten rechten zal vertegenwoordigen en alle daden van eigendom zal kunnen verrichten. 6. Regenten zijn o. m. bevoegd om al zoodanige besluiten te nemen en al zoodanige regelen omtrent het Tehuis en de uitvoering van hunnen last vast te stellen als zij voor de verwezenlijking van het doel der Stich ting noodig en wenschelijk achten. 7. Door de Regenten zal worden aangesteld een administrateur. 8. De administrateur is o. m. belast met de zorg voor de boeken, die alleen ten gebruike zijn van de tijdelijke bewoners van het huis. 9. Door de zorg van Regenten zal een uittreksel van het testament worden gedrukt en aan alle ambtenaren aan de Rijks- en Gemeente archieven zal een exemplaar worden toegezonden. Tot Regenten dezer Stichting zijn overeenkomstig de bepalingen van het testament benoemd de heeren Mr. M. I. Duparc, Chef der afdeeling Kunsten en Wetenschappen van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Prof. Mr. R. Fruin, Algemeen Rijksarchivaris en Dr. H. E. van Gelder, Directeur van den Dienst van Kunsten en Weten schappen der gemeente 's-Gravenhage, die tot administrateur der Stichting hebben benoemd den heer E. A. Kuipers, Commies bij het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Ambtenaren bij Rijks-, Gemeente- en Waterschaps-archieven, die hun verlof in het Tehuis voor Archiefambtenaren (Celebesstraat No. 76 te 's-Gravenhahe) wenschen door te brengen, gelieven hun aan de Regenten gericht verzoek te zenden aan den Administrateur der Stichting (Laan van Meerdervoort 19 te 's-Gravenhage). Regenten der Stichting Th. Morren: Tehuis voor Archief ambtenaren" DUPARC. R. FRUIN. H. E. VAN GELDER. Heeren Regenten der Stichting Th. Morren: „Tehuis voor Archief ambtenaren'', hebben voor 1922 de volgende voorwaarden vastgesteld: Logies met ontbijt gratis 291 Tweede ontbijt (koffiedrinken)0.75 Middagmaal„1.25 De Administrateur der Stichting Th. Morren: „Tehuis voor Archief ambtenaren," E. A. KUIPERS." Een woord van verdere aanbeveling voor deze sympathieke stichting, waardoor wijlen onze vakgenoot Morren zich een „monumentum aere peren- nius" heeft opgericht, is, dunkt ons, hier ter plaatse overbodig. Ook in den afgeloopen winter heeft het Tehuis dat gelegen is Celebesstraat 76 aan enkelen onzer een aangenaam onderdak geboden. De archieven van de vrede- en politie-gerechten. Bij het keizerlijk decreet van 18 October 1810, bevattende het Alge meen Reglement voor de organisatie van de Hollandsche departementen werden de vrede-gerechten en politie-gerechten ook in Holland ingevoerd (chap. IV 82—87); „les justices de paix et les tribunaux de police dans les départemens", luidde 82, „seront organisés conformément aux lois générales de l'Empire". Spoedig voor het departement van de monden van de Maas bij besluit van den prins-stedehouder van 27 December 1810 werd het gebied in vredegerecht-kantons en arrondisse menten ingedeeld, waarbij evenals in Frankrijk zooveel mogelijk van een bevolkingsgetal van 1000020000 inwoners voor elk kanton werd uitgegaan. Begin 1811 volgden de installatiën van de gerechten en wel (zooals in 101 van het decreet van 18 October bij voorbaat bepaald was) op de wijze, die bij het decreet van 8 November voor de departementen van de monden van den Rijn en de monden van de Schelde vastgesteld was. Na het herstel van de onafhankelijkheid bleven de vrede gerechten en politie-gerechten op denzelfden voet functioneeren. Bij de invoering van de wet op de rechterlijke organisatie op 1 October 1838 zijn zij opgeheven en door de kantongerechten vervangen. Over de competentie van de vrede-gerechten hier slechts een enkel woord. De taak van den vrederechter is in hoofdzaak die van den lateren kantonrechter geweest. Bij den vrederechter berustte aldus in hoofdzaak: 1. de rechtspraak in het civiele: a. in alle zaken („de toutes les causes purement personelles et i) Van tijd tot tijd zijn alleen de kantongrenzen herzien; bij het Koninklijk Besluit van 27 April 1824 (Stbl. no. 30) werden b.v. met het oog op de wenschelijk- heid dat de kantons geheel binnen de grenzen vielen van de provincies, waarin zij lagen, de grenzen van een groot aantal kantons verlegd, enkele kantons opgeheven (sc. Loosduinen, Mijdrecht), andere opgericht (sc. Hilversum, Vianen).

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1922 | | pagina 9