356 357 nog niet overgebrachte archieven van vóór 16 Oct. 1842 mildere bepalingen in het leven te roepen ter toegankelijkstelling voor wetenschappelijk onderzoek. Er is naar het oordeel van ondergeteekende geen grond om de e i s c h e n van benoembaarheid tot wetenschappelijk archiefambtenaar te verlagen. Er worden thans aan het Algemeen Rijkarchief niet minder dan zeven personen voor wetenschappelijk archiefambtenaar der 1ste klasse opgeleid, zoodat er gegrond vooruitzicht is, dat in de loop van 1922 in het tekort aan bevoegde archiefambtenaren der eerste klasse geheel zal kunnen worden voorzien. Overigens zijn bij Kon, Besluit van 9 November 1921 (Stbl. 1161) de eischen voor benoem baarheid in zooverre verminderd, dat, in verband met de wijziging van het academisch statuut, niet langer de graad van doktor, maar het met goed gevolg afleggen van het doctoraal examen wordt gevorderd. Ten aanzien van het getal personen, welke tot wetenschappelijk archie (ambtenaar der tweede klasse benoembaar zijn, kan worden medegedeeld, dat dit getal dat der vacatures aanzienlijk overtreft. Bij de aanstelling van archief-ambtenaren worden de jaren, door hen als volontair doorgebracht, niet voor'pensioenen en bevordering in aanmerking gebracht. Wel heeft de omstandigheid, dat de benoemde vóór zijn benoeming reeds eenige jaren in staatsdienst had doorgebracht, een enkele maal aanleiding gegeven zijn aanvangsjaarwedde hooger te stellen dan het minimum der schaal van bezoldiging." Verder bevat de Memorie van Antwoord nog het-voigende: „Vermindering van hetbegrootings artikel. In verband met de noodzakelijke bezuinigingen heeft de ondergeteekende be sloten om de post volontairsAlg. Rijksarchiefad ƒ3600 terug te nemen, i) Tengevolge van de overplaatsing met 1 Jan. 1922 van een wetenschappelijk archiefambtenaar 2de klasse van het Rijks-archief in Noordholland naar het Algemeen Rijks-archief te 's-Qravenhage, waarvan de mogelijkheid onlangs is gebleken, wordt het voorstel tot aanstelling van een dergelijk ambtenaar aan het Algemeen Rijks archief ingetrokken. De hierdoor aan het Rijks-archief te Haarlem opengevallen plaats zal niet behoeven te worden vervuld, wat een besparing van 1425 geeft. Boven dien hebben sedert de samenstelling dezer Ontwerp-Staatsbegrooting tegengevolge van overlijden, ontslag enz. verschillende mutaties in het corps archiefambtenaren plaats gehad, welke het mogelijk maken de voorgestelde raming met 4050 te vermindering. Tengevolge van een en ander kan het artikel 4075 lager worden vastgesteld en wel op 290.625." De begrooting van Onderwijs enz.en dus ook de op het archiefwezen betrekking hebbende posten is sedert door de Tweede Kamer aangenomen. In de in de Eerste kamer over de begrooting gewisselde stukken is over het het archiefwezen niet gesproken. Examens Archiefschool. Voor wetenschappelijk archiefambtenaar der eerste klasse is geslaagd Mr. W. F. H. Oldewflt; voor wetenschappelijk archief ambtenaar der tweede klasse zijn geslaagd Mej. A. Hooibero en Mej. C. S. W. Kroes en de Heer M. D. Lammeets. De Archiefwet en hare uitvoering. Academisch Statuut. De verwachte veranderingen in de eischen voor benoembaarheid tot wetenschappelijk archiefambtenaar der eerste klasse, in verband met het nieuwe Academische Statuut, zijn thans belichaamd in het Kon. Besluit van i) Deze post kwam voor op een Supplementaire Begrooting voor het jaar 1921 (Zie Versl. Tweede Kamer 1921/1922. Nr. 343). 9 November 1921 (Stbl. Nr. 1161). In de volgende aflevering hopen wij den tekst van dat besluit te doen afdrukken, en daaraan enkele beschouwingen vast te knoopen. Inspectie van gemeente- en waterschapsarchieven. In aansluiting aan hetgeen in de vorige aflevering, blz 215 vlg. hieromtrent mede gedeeld is, kunnen we thans berichten, dat sedert in Noordholland eene provinciale inspectie is ingesteld, en dat ook in die provincie de rijksarchivaris tot provinciaal inspecteur benoemd is. Het nieuwe instituut is dus overal in werking getreden be halve in de provinciën Gelderland, Overijsel en Limburg. Rijksarchieven. Algemeen Rijksarchief. Met ingang van 1 Januari 1922 is benoemd tot adjunct-commies H. L. Driessen, adjunct-commies bij het Rijksarchief in Noordholland te Haarlem. Met ingang van 1 Januari 1922 is benoemd tot commies-chartermeester: Mej. Mr. G. H. C. Breesnee, adjunct-commies bij het gemeente-archief te 's Gravenhage. Met ingang van 1 Mei 1922 is benoemd tot archivaris Mr. R. Bijlsma, hoofd commies-chartermeester bij het Algemeen Rijksarchief. In de Staatscourant komt het volgende bericht voor: „De heer J. J. baron Fagel, te Ellecom, heeft het archief van zijn familie tot omstreeks 1840, tot dusverre bewaard op het huis Avegoor, aan het Algemeen Rijks archief voor den tijd van tien jaren in bewaring gegeven en zoodoende voor het wetenschappelijk publiek onbeperkt toegankelijk gesteld. Het archief is hoogst belangrijk. Het bevat bescheiden, afkomstig van den raad pensionaris Gaspar Fagel en van de vele griffiers van de Staten-Generaal van dien naam, die van 1670 tot 1705 toe onafgebroken dien hoogen post hebben vervuld. Na 1795 waren de drie toen levende gebroeders Fagel in de verbanning de trouwste aanhangers van het huis van Oranje, en hunne correspondentie en die met de prinses van Oranje en haar zoon, den lateren Koning Willem I, behooren tot de belangrijkste stukken der verzameling, die ook overigens rijk is aan documenten, voor de ge schiedenis van ons vaderland van belang. Aan den heer Fagel is voor zijne welwillende beschikking de dank der regeering betuigd." Dr. N. Japikse heeft, in verband met deze belangrijke gebeurtenis voor het archiefwezen, in de eerstvolgende aflevering van ons blad een artikel over dit familiearchief toegezegd. Rijksarchief in Noordbrabant. Mei ingang van 1 December 1921 is benoemd tot klerk: D. Strikkers, klerk-concierge, en tot concierge-boekbinder J. M. Corvers, binder. Met ingang van 1 Januari 1922 is benoemd tot adjuct-commies L. KRUYFF, tijdelijk klerk. Met ingang van 1 April 1922 is benoemd tot commies-chartermeester Mr. W. F. H. Oldewelt, volontair aan het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. Rijksarchief in Gelderland. Op ruim 72-jarigen leeftijd overleed te Oosterbeek de heer J. Wolthers, vroeger amanuensis aan het Rijksarchief in de provincie Gelderland. Hij was bekend als een der beste calligrafen van Nederland en tevens een uftstekend sierteekenaar, vooral op heraldisch gebied. De overledene was een groot kenner van het oude letterschrift en een zeer gewaardeerde hulp bij de bezoekers van het Rijksarchief. Arnh. Ct. 13-3-'22. Met ingang van 1 Maart 1922 is benoemd tot klerk G. F. van Mackelenberg, tijdelijk klerk.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1922 | | pagina 42