336
gangbaar is en die slechts verwarring kunnen stichten. Men moet zich
bij dezen inventaris veelal eerst goed rekenschap geven van den inhoud
van een hoofdstuk, voordat men den titel begrijpt. Het omgekeerde dient
echter het geval te zijn.
Afgezien van dit bezwaar komt mij de verdeeling in hoofdstukken en
afdeelingen en vooral de plaatsing daarvan geen gelukkige voor. Ik geef
hier eerst een overzicht van de indeeling voor wie de inventaris niet bij
de hand heeft.
I. Zaken van bestuur.
A. Administratie tot 1810.
1. Algemeene Zaken.
2. Zaken van bestuur in engeren zin.
a. Geschillen.
b. Legerzaken.
c. Schouw.
3. Zaken van beheer.
a. Gemeente-eigendommen.
Stukken betreffende de kade.
Stukken betreffende den heerweg.
b. Opgenomen kapitalen. s
c. Dorps- (en lands-) belastingen.
Algemeene Zaken.
Leggers en kohieren.
Belastingrekeningen.
4. Zaken van toezicht (op kerk en H. Geest).
B. Fransche administratie.
II. Huishoudelijke Zaken.
Administratiestukken der schouten en secretarissen.
III. Zaken van depot.
Archief der kerkmeesters.
Archief der armmeesters.
IV. Varia.
De hoofdindeeling is in I Zaken van bestuur, II Huishoudelijke Zaken,
III Zaken van depot, IV Varia.
Met zaken van bestuur wordt blijkbaar bedoeld de administratie van
het eigenlijke dorpsbestuur, zoowel de stukken afkomstig van schout en
heemraden als die van burgemeesters. Dit hoofdstuk, waarover later,
wordt gesteld tegenover II Huishoudelijke zaken, welk hoofdstuk een menge
ling bevat van stukken aangaande door de schouten en de secretarissen
waargenomen particuliere administraties, stukkende betreffende andere door
337
deze ambtenaren uitgeoefende openbare functies, voorbereidende stukken
voor ambtsdaden en misschien wel stukken, bevattende die ambtsdaden
zelve. Omtrent dit laatste is zonder de stukken geen zekerheid te verkrijgen.
De tweede en derde categorie komen op deze wijze niet tot hun recht.
Vooral de voorbereidingen van ambtshandelingen zij wel zeer ver gedwaald
van de ambtshandelingen zelve, tenzij deze hier ook zijn ondergebracht, maar
in dit laatste geval is de naam huishoudelijke zaken onjuist. Ten slotte
rijst hier de vraag of de waargenomen particuliere administraties, meest
boedels betreffende, niet meer in de buurt van de rechterlijke archieven
thuis behooren, ja of het niet beter is deze bij de rechterlijke archieven te
deponeeren. In elk geval ware het duidelijker geweest dit hoofdstuk te
noemen: Stukken afkomstig uit de (particuliere archieven van schouten
en secretarissen.
In III worden de archieven van dorpsfunctionarissen als armmeesters en
kerkmeesters, die toch ook wel zaken van bestuur betreffen, n.l. armbestuur
en kerkbestuur, als zaken van depot buiten het eigenlijke archief geplaatst.
Dit is m.i. onjuist, immers een gedeponeerd archief is een archief van
een vreemde administratie, hetwelk na afsluiting van die administratie in
het depot van een ander archief is ondergebracht. Hier echter hebben we
te doen met ter plaatse door bepaalde dorpsfunctionarissen gevormde
archieven. De archieven van arm- en kerkmeesters zijn evengoed organische
deelen van het gemeentearchief als de ambtsarchieven van schouten en
secretarissen.
Hoofdstnk IV. Varia, tenslotte, bevat ettelijke losse boedelpapieren
die m.i. bij hoofdstuk II behooren, indien ze niet deel hebben uitgemaakt
van de stukken betreffende gerechterlijk afgewikkelde boedels en dus in
het rechterlijk archief geplaatst dienen te worden.
Bezien we thans de onderindeeling, die we slechts bij hoofdstuk I
aantreffen.
Eene splitsing in A administratie tot 1810 en B Fransche administratie
geeft geen bezwaar, slechts valt op dat er van B bijna niets is, zoodat
eene onderverdeeling achterwege bleef.
A. De administratie tot 1810 is onderverdeeld in 1Algemeene zaken,
2. Zaken van bestuur in engeren zin, 3. Zaken van beheer, 4. Zaken van
toezicht.
De inhoud van A 1 vertoont eene afwijking van het gewone. Deze
afdeeling pleegt die stukken te bevatten, die hetzij tot serieën zijn vereenigd
hetzij in registers zijn ingeschreven, en niet over één zelfde onderwerp
handelen. Zij zijn derhalve niet bij een speciaal onderwerp of hoofdstuk
onder te brengen en in een afzonderlijk hoofdstuk voorop gebracht.
i) 54 van de Handleiding.