322 algemeen het belang dezer zaak volstrekt niet in te zien, zij antwoordden meer of min recalcitrant, zoodat wel te bemerken is, dat persoonlijk van deze ambtenaren niet veel steun te verwachten valt. Van een District registry of the High Court of Justice wordt een ge deelte bewaard in een ouden wijnkelder. De Board of Trade heeft niet minder dan zes archiefbewaarplaatsen, terwijl in andere gebouwen nog best iets onder te brengen zou zijn b.v. in het Foreign-office in de beneden verdieping, doch deze is bijna geheel ingenomen door de keukens voor officieele feestmalen en door de officieele drukpers. Eenige departements gebouwen verschaffen onderdak aan archieven van andere afdeelingen en instellingen en hebben geen ruimte voor hun eigen documenten. Men vindt archieven in rommel- of pakkamers van particulieren. Dat een archivaris voor zijn taak geschoold moet zijn, wil er bij vele hoofden van staatsinstellingen nog niet in, vooral als zij ambtenaren met de bewaring belast hebben, die eenig belang stellen in de archieven. Dat is naar hun oordeel voldoende. Vanwege de Admiraliteit wordt op de vraag naar een archivaris dan ook geantwoord „The keeping of archives has been tacitly assumed in many departments to be one of the minor arts of civilised life which, like reading and writing, come by nature." De verlanglijst van de Commissie is tamelijk groot en ingrijpend. 1. Wat de bewaring, het herstel, de regeling en beschrijving betreft, vindt zij, dat hoewel de toestand in de Royal Courts of Justice en de „outlying repositories" iets verbeterd is, een geregeld toezicht zeer noodig blijft. 2. Dat de Probate Registry, bestaande uit testamentaire en kerkelijke archiefstukken, als gerechtelijk archief van algemeenen aard moet beschouwd worden. 3. Dat de archieven van den Judge-Advocate General in het Paltsgraafschap Lancaster en het hertogdom Cornwallis naar het P. R. O. overgebracht moeten worden. 5. Zij noemt den toestand der archieven van de Staatsdepartementen en van de Kon. Hofhouding in vele opzichten onvoldoende, vooral wat de bewaring betreft. Vocht, lekkage, stof en vuil treft men veel te veel aan. De verlichting en verwarming is onvoldoende, er is te veel houtgebruik en het herstellen en inbinden gaat zonder systeem. De ordening der oudere documenten en de beschrijving is allerdroevigst. 6. Het afdragen aan het P. R. O. gaat eveneens zonder eenig systeem. Dit archiefgebouw zal uitgebreid moeten worden, maar men komt er niet zonder departementale en districts-record offices, evenals in andere landen; een Amending Act is noodig. 7. De Acts van 1877 en 1898 hebben slecht gewerkt, omdat zij niet goed opgevat zijn en bovendien is er op eigen gezag veel weggedaan en dan is het nog slechter. 8. De toeganke lijkheid moet veel beter geregeld worden en ook vaste leges voor onder zoek zijn gewenscht. Verschuiving iedere tien jaar van de limiet van openbaarheid is noodig. 9. Er moeten veel meer inventarissen en publi- 323 caties komen op kosten van den Staat, ten gebruike van het archief. 10. Voor een deel moet men voor archivaris zijn opleiding kunnen krijgen in het P. R. O. Dan volgt er nog een lange lijst van archieven, die beter bewaard moeten worden of overgebracht naar het P. R. O. of in onderdeden beter verzorgd dienen te worden. Ten slotte dringt de Commissie nog eens aan op een Permanente Commissie voor het bestuur van het P. R. O. Rotterdam, April 1922. H. C. H. MOQUETTE. (Wordt vervolgd.) Jaarverdeeling in 13 maanden. Volgens de oudste stadsrekeningen van Arnhem, aanvangende met het jaar 1353, had men voor de verpachting der accijnzen, waarvoor per maand werd ingeschreven, het jaar verdeeld in 13 maanden, n.l. 1. mensis Epiphanie. 8. mensis Jacobi. 2. Purificationis Marie. 9. Assumptions Marie. 3. Mathie. 10. Lamberti. 4. Annuntiationis Marie. 11. Galli. 5. Walburgis. 12. Martini. 6. Urbani. 13. Nicolai. 7. Nativitatis. Blijkbaar heeft men dus elke maand gerekend op 4 weken en de maand genoemd naar den (althans voor Arnhem) voornaamsten heiligen dag, die in het 4-weeksche tijdvak viel. Daar te Arnhem in dezen tijd de Kerststijl werd gevolgd, was dus het jaar ingedeeld in de navolgende tijdvakken: 1. 25 December—21 Januari, waarin viel Dom. Epiphania 6 Januari. 2. 22 Januari—18 Februari, waarin viel Mariae Purificatio 2 Februari. 3. 19 Februari—18 Maart, waarin viel Matthias ap. 24(25) Februari. 4. 19 Maart15 April, waarin viel Mariae Annuntiatio 25 Maart. 5. 16 April13 Mei, waarin viel Walburgis 1 Mei. 6. 14 Mei—10 Juni, waarin viel Urbanus 25 Mei. 7. 11 Juni—8 Juli, waarin viel Johannis Baptistae Nativitas 24 Juni. 8. 9 Juli5 Augustus, waarin viel Jacobus ap. 25 Juli. 9. 6 Augustus—2 September, waarin viel Mariae Assumptio 15 Augustus. 10. 3 September— 30 September, waarin viel Lambertus ep. 17 September. 11. 1 October28 October, waarin viel Gallus conf. 16 October. 12. 29 October25 November, waarin viel Martinus ep. 11 November. 13. 26 November—23(24) December, waarin viel Nicolausep. 6 December. De juistheid van deze bewering wordt gestaafd door het hierna

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1922 | | pagina 25