184
Art. 12.
Voor zoover dit reglement niet anders bepaalt, geschieden stemmingen
bij volstrekte meerderheid van stemmen.
Stemmingen over personen geschieden met ongeteekende briefjes.
Art. 13.
Bij staking van stemmen wordt een voorstel geacht te zijn verworpen.
Art. 14.
Wanneer bij eene verkiezing geene volstrekte meerderheid wordt ver
kregen, wordt eene tweede vrije stemming gehouden.
Indien ook daarbij geene volstrekte meerderheid wordt verkregen,
heeft eene herstemming plaats tusschen hen, die bij de tweede stemming
de meeste stemmen hebben verkregen.
Het getal der in herstemming komende leden bedraagt ten hoogste
het tweevoud der te bezetten plaatsenkomen echter ten gevolge van
gelijkheid van het aantal verkregen stemmen meer personen in aanmerking,
zoo worden deze allen in herstemming gebracht. Zij nemen zeiven aan
de herstemming geen deel.
Bij de herstemming beslist de enkelvoudige meerderheid van stemmen.
Indien zij staken, beslist het lot.
Art. 15.
Het bestuur beslist, of en zoo ja, door welk zijner leden het
zich in het bestuur der Vereeniging van archivarissen zal doen vertegen
woordigen.
Art. 16.
Wijzigingen in dit reglement kunnen slechts worden aangebracht bij
besluit van twee derde van de ter vergadering aanwezige leden.
MEDEDEELING VAN HET BESTUUR.
De heer A. 't Hart is opgetreden als Secretaris, de heer Mr. A. de
Bussy als Penningmeester.
Verslag van de derde afdeelingsvergadering
op 3 September 1921 te Zutphen.
De jaarvergadering van de afdeeling van Rijksarchief-ambtenaren werd
in den ochtend van bovengenoemden datum in één der lokalen van
„Ons Huis" te Zutphen gehouden, onder geringe deelneming: nevens het
185
bestuur, het gedelegeerd lid van het hoofdbestuur en één der plaatsver
vangende bestuursleden, was nog een drietal van leden aanwezig.
De voorzitter brengt zijn jaarverslag uit, dat tot eenige vragen aan
leiding geeft. Men vindt de rede hierachter afgedrukt.
Vervolgens doet de penningmeester eenige mededeelingen over den
financiëelen toestand der afdeeling, die alsnog geen eigen inkomsten bezit
en niettemin middelen eischt ter dekking van haar bestaande en toekom
stige geldbehoeften. De gedachtenwisseling, die op deze uiteenzetting
volgt, heeft tot resultaat, dat aan het bestuur wordt opgedragen om aller
eerst te trachten van het hoofdbestuur de benoodigde middelen te ver
krijgen en, zoo het hierin geheel of ten deele mocht falen, de leden der
afdeeling op te roepen tot het betalen van hetzij vrijwillige, hetzij ver
plichte bijdragen.
Als daarop de voorzitter de bestuursverkiezing aan de orde stelt, ver
klaart de heer Berends zich niet herkiesbaar te stellen, en hij handhaaft
deze verklaring ondanks het leedwezen, dat zij blijkt te verwekken. Dan
worden bij eerste stemming gekozentot lid-voorzitter dr. Poelman, tot
leden mr. de Bussy en de heer 't Hart voorts tot plaatsvervangende
leden dr. Meilink en mr. Feith. De aanwezigen van de verkorenen
sc. allen met uitzondering van dr. Meilink nemen hun benoeming aan.
Ten slotte heeft nog een gedachtenwisseling plaats naar aanleiding
van de door één der leden uitgelokte mededeeling van den voorzitter, dat
het bestuur de wenschelijkheid van aansluiting bij eenige ambtenaarsver-
eeniging heeft overwogen en echter heeft gemeend daartoe niet te moeten
raden wegens de hooge kosten en de geringe verwachting omtrent het
resultaat. Ook de behandeling van dit vraagstuk wordt, onder aanbeveling
van voortdurende diligentie, overgelaten aan het beleid van het bestuur.
De vergadering wordt daarop gesloten.
Toespraak van den Voorzitter.
Artikel 9 van het reglement legt uwen voorzitter de plicht op, verslag
uit te brengen aangaande de lotgevallen der vereeniging gedurende het
afgeloopen vereenigingsjaar. Aan dien plicht gevolg gevend, breng ik u
in herinnering de constitueerende vergadering, gehouden 4 September 1920
te Leiden, waar een voorloopig bestuur van drie personen gekozen werd,
met opdracht, een reglement te ontwerpen, statuten op te stellen en de
minst gemakkelijke taak de wenschen der leden op materieel gebied te
formuleeren, den leden voor te leggen en na goedkeuring door de verga
dering, aan de regeering voor te dragen.
Na drukke correspondentie en eenige besprekingen kwamen de voor
stellen van het bestuur gereed en 23 April 1921 had te 's-Gravenhage in