Historisch-diplomatische opmerkingen over oorkonden, uit te
geven in het Oorkondenboek van het Sticht Utrecht.
Het zij mij geoorloofd om onder hetzelfde hoofd, waaronder de bewer
kers van het Oorkondenboek de gronden van enkele der door hen genomen
beslissingen uiteenzetten, mijne bezwaren tegen eene hunner conclusies
kenbaar te maken en toe te lichten.
Deze bezwaren betreffen de dateering der oorkonde, waarbij bisschop
Willebrord aan het klooster Echternach verschillende goederen te Irrel
schenkt: „Actum anno regnante Pippino glorioissimo Francorum
principe XP', herleid tot 697 of 698 De bewerkers voeren tegen de
nauwkeurigheid dezer dateering alleen het bezwaar aan, gelegen in het
woord „regnante" om het bewind van iemand, die geen koning was, aan
te duidenmaar zij achten deze bedenking niet bijzonder zwaarwichtig.
Inderdaad is dit bezwaar tegen de echtheid der dateering op zich zelf niet
overwegend. In later tijd wordt in onbetwist echte oorkonden de uitdruk
king „regnante" herhaaldelijk aangetroffen, waar men „imperante" zou
hebben verwacht.
Maar veel bedenkelijker vind ik het, dat hier wordt verondersteld, dat
Willebrord eene akte zou hebben gedateerd naar het ambtsjaar van
Pepijn den Middelste, zonder daarbij ook maar met een enkel woord
melding te hebben gemaakt van den koning, op wiens naam Pepijn toen
het bewind voerde, nl. koning Childebert III. Het is waar, dat die koning
weinig gezag had, en dat de klem der regeering bij Pepijn berusttemaar
dat neemt toch niet weg, dat Childebert de wettige koning was, dat
Pepijn zelf hem als zoodanig had aangesteld en hem erkende, en dat de
koning het recht had, dat alle in zijn rijk uitgevaardigde akten naar zijne
koningsjaren werden gedateerd. J) Als dus Willebrord niet naar de jaren
van koning Childebert gerekend had, dan zou dat alle,en hebben kunnen
beteekenen, dat hij hem niet als koning erkende. Voor deze veronder
stelling schijnt mij echter geen enkele grond voorhanden te zijn.
Ik wijs naar aanleiding van de herleiding van den datum door de uit
gevers van het Oorkondenboek nog op eene tweede moeilijkheid, die zich
daarbij voordoet. De uitgevers berekenen de ambtsjaren van Pepijn den
Middelste van den slag bij Tertry (687) af, waardoor Pepijn de feitelijke
heerschappij over het Frankische rijk verkreeg. Maar Pepijn regeerde toen
al sinds eenige jaren over Austrasië. Na den dood van den maiordomus Wul-
foald en van koning Daoobert II berustte het gezag er bij zekeren Martinus,
die spoedig verdwijnt, en bij Pepijn den Middelste „Martinus et Pippinus
junior dominabantur" en daar na den dood van koning Daoobert geen
nieuwe koning werd aangesteld, erkende Pepijn sedert geen gezag boven
het zijne J). De jaren van Pepijn zullen dus hetzij van den dood van
Wulfoald (678) hetzij van dien van Daoobert II (23 December 679 3))
berekend moeten worden. Immers de regeeringsjaren der Frankische
koningen werden altijd geteld van den aanvang hunner heerschappij, al
had die zich oorspronkelijk slechts over een gedeelte van het rijk uitgestrekt
bij uitbreiding van hun gebied bleef ook voor dat nieuwe gebied de oor
spronkelijke telling der regeeringsjaren behouden 4). Het is moeilijk aan
te nemen, dat men, de regeeringsjaren van den maiordomus tellende,
anders gehandeld zou hebbenmaar zelfs al had men dat gedaan, dan zou
die met 687 beginnende telling toch nooit gebruikelijk zijn geweest in
Austrasië, waar Pepijn reeds vroeger heerschte, waartoe het bisdom van
Willebrord behoorde, en waarin zoowel Echternach als de bij deze akte
aan de abdij geschonken goederen gelegen waren. Berekent men echter
het 11e jaar van Pepijn van 678 of 679 af, dan komt men op een tijd,
toen Willebrord nog niet tot bisschop gewijd was.
Mijns inziens is er maar één middel om van de dateering eene be
vredigende verklaring te geven. Het elfde regeeringsjaar kan niet dat van
Pepijn zijn geweest, het moet dat geweest zijn van een Frankischen koning.
Tusschen het optreden van Willebrord als bisschop (695) en den dood
van Pepijn den Middelste (714) valt maar één elfde koningsjaar, nl. dat
van Childebert III, die tusschen 3 September 694 en 13 April 695 begon
te regeeren s), en wiens elfde jaar dus tusschen 3 September 704 en
12 April 706 valt. Ik meen daarom te moeten aannemen, dat in de
dateering enkele woorden zijn uitgevallen, en zou haar aldus willen aan
vullen: „Actum anno regnante [Childeberto gloriosissimo Francorum rege,
iubente] Pippino gloriosissimo Francorum principe, XI". De dateerings-
formule is dan geheel in overeenstemming met die, welke voorkomt op
een codex van St. Hieronymus: „in annum 5. Childeberti regis Francorum,
Pippino iubente". 6)
R. FRUIN.
150
Hiervoor blz. 97 sub 2.
'2) De gewoonte om naar koningsjaren te dateeren zat den Franken zoo in het
bloed, dat toen in 737 koning Theoderik IV was gestorven en Karel Martel hem
geen opvolger had gegeven, maar eigener autoriteit de regeering bleef voeren, hij
nochtans zijne akten niet dateerde naar zijne eigene ambtsjaren, maar naar jaren „post
mortem Theoderici regis" (zie Levison in Neues Archiv XXXV (1909) blz. 51).
151
J) Regesta regum Francorum c. 46; Vervolg op Fredeoarius c. 97.
-) Dit duurde tot kort na den slag bij Tertry. Een der gevolgen van dien
slag was, dat Pepijn het gezag van den Neustrischen koning Theoderik III ook
voor Austrasië erkende.
3) Br. Krusch in Historische Zeitschrift B. 63 (1889) blz. 110.
4) Giry, Manuel de diplomatique blz. 710 en de daar aangehaalde schrijvers.
Levison in Neues Archiv XXXV (1909) blz. 38.
6) Br. Krusch in Forschungen zur deutschen Geschichte XXII (1882) blz. 489.