228 door de ambtenaren van den burgerlijken stand afgegeven, om redenen aan het Burgerlijk Wetboek ontleend, 't Is m. i. twijfelachtig of in art. 5 van de archiefwet wel aanleiding zou worden gevonden tot wijziging dezer jurisprudentie." De commissaris der Koningin voegt hieraan toe: Om moeilijkheden te voorkomen geef ik u den raad, afschriften en uittreksels uit de registers van den burgerlijken stand te blijven verstrekken op de wijze, die tot dusver gebruikelijk was, n.l. door tusschenkomst en onder verantwoordelijkheid der ambtenaren van den burgerlijken stand, wier bevoegdheid door de jurisprudentie is vastgesteld. Het archief van het gezantschap bij den Heiligen Stoel. In het jaar 1914 werden door wijlen Dr. G. Brom, toenmaals directeur van het Nederlandsch Historisch Instituut te Rome, inlichtingen gevraagd omtrent de plaats, waar het archief van het voormalige Nederlandsche gezantschap bij den Heiligen Stoel zou kunnen berusten. Nasporingen naar de tegenwoordige verblijfplaats van het archief bleven geruimen tijd vruchteloos totdat in het begin van 1918 bleek, dat een zeer groot gedeelte daarvan thans berust in de afdeeling „II Risor- gimento" van de Rijksbibliotheek „Vittorio Emanuele" te Rome. In afwachting van de mogelijkheid de stukken met medewerking van de Italiaansche regeering wellicht terug te bekomen, heeft de regeering zich in verbinding gesteld met Mgr. prof. A. H. L. Hensen, directeur van het Nederlandsch Historisch Instituut te Rome, die zich welwillend beschik baar heeft gesteld voor een onderzoek naar de in de bibliotheek Vittorio Emanuele berustende stukken, waarvan hij op zich nam een beredeneerde lijst op te maken. Aan den Algemeenen Rijksarchivaris is het resultaat van Mgr. Hensen's arbeid in het afgeloopen jaar toegezonden, onder mededeeling, dat het thans aan het archief van het departement van buitenlandsche zaken mogelijk is geworden een zeker aantal der opgesomde stukken te lichten, ten einde deze tot een dossier te vereenigen en aldus het oude archief van het gezantschap bij den Heiligen Stoel gedeeltelijk te reconstrueeren. Niet alle op de lijst vermelde stukken echter bevinden zich in het archief van het departement van buitenlandsche zaken, zoodat met het beknopt weergeven van den inhoud van alle stukken, zooals prof. Hensen het tot dusver gedaan heeft, zal moeten worden voortgegaan. (Oranjeboek.) Nederlandsch Economise h-H istorisch Archief. Onder voorzitterschap van prof. Kernkamp hield de Vereeniging „Het Nederlandsch Eeonomisch-Historisch Archief' haar jaarlijksche vergadering te Amsterdam. 229 In het aan de vergadering uitgebrachte jaarverslag wees het bestuur op de beteekenis, die het voor de vereeniging heeft, thans de beschikking over een afzonderlijk archiefgebouw te hebben. Hierdoor is het mogelijk geworden de verworven archieven systematisch op te stellen. Maar al is er nog speling, de beschikbare ruimte zal niet heel lang voldoende zijn, daar zoowel de archieven als de bibliotheek, met inbegrip van het depót van documentatie, snel in omvang toenemen. Daar komt bij, dat het gebouw binnen eenige jaren wegens den aanleg van een nieuwen verkeersweg zal worden geamoveerd. Bij het zoeken naar een gebouw, dat meer ruimte biedt, hoopt het bestuur de medewerking van het gemeentebestuur van 's-Gravenhage in dezelfde mate te mogen ondervinden als door dit college bij het afstaan van het tegenwoordige gebouw is betoond. Op het verzoek van het bestuur tot verhooging van- het subsidie is door de departementen van Onderwijs enz. en van Landbouw enz. gunstig beschikt. De steeds voortgaande stijging der onkosten alsmede de groote toeneming der drukkosten van de publicaties maken echter nieuwe versterking der geldmiddelen noodzakelijk. Het aantal leden steeg dit jaar wederom niet onaanzienlijkhet bedraagt thans 503 tegen 449 in 1918. Bovendien telt de vereeniging 2 corres- pondeerende leden, 6 donateurs, 18 donateurs voor het leven en 44 donateurs voor het Publicatiefonds. In het afgeloopen jaar werd een groot aantal nieuwe aanwinsten ver kregen. Onder meer stond de heer P. Loopuyt te Schiedam opnieuw een aantal bescheiden af, die tot de reeds vroeger geschonken papieren der opeenvolgende firma's Loopuyt behooren. Bovendien werd van denzelfde het archief van de broederschap der makelaars te Schiedam ontvangen. Door tusschenkomst van den rijksarchivaris van Utrecht, Mr. Muller, werden twee portefeuilles papieren betreffende de familie Nepveu ontvangen, die op de exploitatie van plantages in Suriname in de tweede helft der 18de eeuw betrekking hebben. Deze gegevens aangaande het vroegere plantagebedrijf in de West werden door een aantal documenten aangevuld, die door bemiddeling van den Algemeenen Rijksarchivaris, prof. Fruin, werden ontvangeneen verzameling stukken afkomstig van Mr. P. A. Brugmans, die als rechtskundig raadsman betrokken is geweest bij verschillende fondsen van hypothecaire leeningen, voorheen aan eigenaars van W. I. plantages verstrekt. De verzameling loopt over de jaren 1834 1885. Betreffende de firma Van der Goot en Barends te Hoogezand werden eenige registers verkregen, die een bijdrage geven tot de kennis der geschiedenis van de scheepvaart, door een reeder in de noordelijke gewesten in de jaren 1864—1908 uitgeoefend. Door aankoop werd het „Huysboeck" (1604—1617) van Jacob van Leeuwen verkregen, dat door diens schoonvader Jan van Hout is gehouden. De bibliotheek op economisch-historisch gebied ver-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1920 | | pagina 44