222 De archivaris dr. Hahn doet mededeelingen over het archief van Zwickau. Zooals uit aanteekeningen in het repertorium van 1800 blijkt, is in de eerste helft der 19e eeuw een groote opruiming gehouden onder de archiefstukken. Toch bevatten het Oorkondenarchief (d. i. het oude historische archief) en ook de andere gedeelten van de Akten- en Rekenkamerarchieven nog altijd veel belangrijk materiaal En het gebruik hiervan wordt van jaar tot jaar gemakkelijker, daar sedert 1902 het Oorkondenarchief geregeld en beschreven wordt. In het archief wordt tevens een groot gedeelte van de eigenhandig geschreven gedichten van Hans Sachs bewaard. De zware stadsbrand van 1403 heeft ook het Raadhuis vernield en daarmee het grootste deel der oude oorkonden. Het- oudstbewaarde stuk is thans een koopcontract van 1273. Van meer belang zijn de archivalia van omstreeks 1300, den tijd van hevigen strijd tusschen de Duitsche Koningen en de Wettiners om het land van Pleiszen. Het gewichtigste document is dat van 1296, waarin Adolf van Nassau het marktrecht bevestigt, dat haar verleend was door markgraaf Hendrik den Verhevene. Voor de ontwikkelingsgeschiedenis van Zwickau in de 14e eeuw is een hoofdbron het in 1348 aangelegde stadrecht, de „codex statutorum Zwic- caviensium". Het deel bevat ook afschriften van oudere, gedeeltelijk verloren, oorkonden, afzonderlijke raadsbesluiten en gildeordonnanties, zoodat het veel overeenkomst vertoont met de zoogenaamde „stadboeken" van Aar denburg, Deventer, Gouda en Leiden. Ongeveer gelijktijdig met dit handschrift is een „liber proscriptorum" aangelegd, dat voornamelijk akten van uitzetting en van oorvede uit de jaren 1367—1536 inhoudt. Het voornaamste deel van het archief bestaat uit oorkondenmateriaal van de 15e en 16e eeuw, den grooten tijd van Zwickau als industrie- en handelsstad. De raadsprotokollen beginnen in 1510, doch zijn uit de eerste jaren niet volledig bewaard gebleven. Van 1500 af zijn de stadsrekeningen tamelijk volledig aanwezig. Het eenige bewaarde schotboek dateert van 1479. Zeer talrijke acquitten daarentegen zijn van 1381 af aanwezig. De poorterlijsten beginnen met het jaar 1462. Tamelijk volledig en onbescha digd zijn de stad- en gerechtsregisters bewaard (van 1375 tot 1703), die voornamelijk akten van beleening, verpanding, koop en verkoop van onroerende goederen en andere vermogensrechtelijke contracten bevatten. Het oudste is het belangrijkste, omdat daarin de eerste ordonnantie op de stadsschool voorkomt, alsmede talrijke aanteekeningen aangaande bestuurs maatregelen van den Raad. De bovengenoemde privaatrechtelijke rechts handelingen werden, voor zoover zij het rechtsgebied buiten de muren betroffen, van 1486 tot 1699 in zoogenaamde schoutboeken opgeteekend. Het nieuwe archief is slechts van plaatselijke beteekenis. De Schmal- kaldische oorlog heeft de ontwikkeling der stad gestuit en onder de ellende 223 van den Dertigjarigen oorlog, den Zevenjarigen oorlog en den Franschen tijd is Zwickau een landstadje gebleven. Ook in dit tijdschrift komt een uitvoerig In memoriam voor van Eduard Jacobs; het is geschreven door Huoo Mötefindt. Le bibliographe moderne. Courrier international des Archives et des Bibliothèques. Dix-neuvième anneé. Juillet-Décembre 1918-1919. Paris. Auguste Picard. 1919. Het oud-archief van Neufchateau (Vosges) is in 1799 door brand vernield, met het Gemeentehuis, waarin het bewaard werd. Hierdoor was de voornaamste bron voor de geschiedenis van deze belangrijke stad onder het bestuur van Lotharingen verdwenen. Niets zal deze lacune voldoende vermogen aan te vullen en men moet zich neerleggen bij een feit, dat zoo bijzonder nadeelig is voor de geschiedkunde van de stad en Lotharingen in het algemeen. De gevolgen kunnen echter verminderd worden door een vondst, gedaan door den municipalen bibliothecaris van Neufchateau, den heer Louis Chéron, die onder de handschriften zijner bibliotheek een analytischen inventaris van een gedeelte van het verdwenen archief heeft aangetroffen. Deze inventaris vermeldt de akten van 22 registers en de stukken van 42 liassen, loopend van de 14e tot de 18e eeuw. De biblio thecaris acht het stuk te groot van omvang om in extenso in dit tijdschrift te worden opgenomen en hij publiceert er dus uittreksels van, die betrek king hebben op de gebeurtenissen van de 17e eeuw, het belangrijkste tijdvak der geschiedenis van Neufchateau. De nummers zijn deels naar den vorm, deels naar den inhoud beschreven en bieden een schat van bijzonderheden. A. M. v. E. Berichten. Bij Kon. besluit van 31 Januari 1920 no. 63, zijn de graad van doctor in de wijsbegeerte en letteren van de Katholieke Universiteit te Leuven, en die van doctor philosophiae theoreticae et litterarum humanio- rum van de Vrije Universiteit te Amsterdam voor de toepassing van art. 9 van het Koninklijk besluit van 2 September 1919 (Stbl. no. 550), gelijk gesteld met de andere daar genoemde doctoraten. Bij Kon. besluit van 10 Maart 1920 zijn: A. bevorderd tot hoofdcommies: 1°. te rekenen van 1 Januari af: a. bij het Rijksarchief in Zeeland, te Middelburg, mr. A. Meerkamp van Embden, commies bij dat archief

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1920 | | pagina 41