214 J. Smit. De levensmiddelen-politiek in den Haag gedurende de jaren 1572— 1574. Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, vijfde reeks, deel VI, 261 vlg. J. P. W. A. Smit. Het begijnhof van Oisterwijk. Bossche bijdragen, III, 40 vlg. De voorouders van het „Vrouwtje van Mechelen". Maandblad van het genealogisch-heraldisch genootschap „De Nederlandsche Leeuw" XXXVII, 312 vlg. Welke boeken in het jaar 1525 op de latijnsche school te Breda gebruikt werden. Het Boek, 1919, 120 vlg. W. S. Unoer. Zeventiende-eeuwsche ondernemers-organisaties. Socialistische gids 1919, 19 vlg. De Zelandia illustrata. Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het anderhalve-eeuwfeest van het Zeeuwsch Genootschap der wetenschappen te Middelburg, blz. 47 vlg. J. S. van Veen. Het overlijden van Gijsbert van Rouwenoort 1677. Wapenherhaut 1918, 397 vlg. Een geschil over de pastorie van Oyen. Bossche bijdragen, II, 305 vlg. Roomsch-Katholieke geestelijken in Gelderland voor zoover het tot het bisdom 's-Hertogenbosch behoort. T.a.p. III, 56 vlg. Bijdrage tot de geschiedenis der parochie Alem. T.a.p. 65 vlg. Bijzonderheden over de heerlijkheid en de heeren van Meerlo in de eerste helft der 16e eeuw. Maasgouw, XXXIX, 13 vlg. Een blaadje uit de kerkelijke geschiedenis van Lottum. T.a.p. 41 vlg. Henricus Slatius als predikant van Hervelt. Nederlandsch archief voor kerkgeschiedenis. Nieuwe serie, XV, 150 vlg. De geldersche kerkelijke rekenkamer. T. a. p. 234 vlg. Wageningen en hertog Willem II. Gelre, Bijdragen en mededeelingen, XXII, 169 vlg. Brief over het beleg van Groenlo in November 1606. T. a. p. 179 vlg. Geldersche plaatsnamen. T. a. p. 253 vlg. De collatie der kerk van Wichmond in 1548 en 1549. Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht, XLV, 231 vlg. De vervulling der pastoors-vacature te Arnhem in 154748. T. a. o 247 vlg. 215 C. de Waard. Het rekeningboek van Fop Jans. Smidt, 17751789, en zijn beide zoons, 1811 1814. Middelburg, G. W. den Boer. E. Wiersum. Het notarisgeslacht Van Aller. Maandblad van het genealogisch- heraldisch genootschap „De Nederlandsche Leeuw", XXXVII, 203 vlg. Een naspel van de samenzwering van 1623. Bijdragen voor vader landsche geschiedenis en oudheidkunde, vijfde reeks, deel VI, 277 vlg. Boekbespreking Urkunden und Siegel in Nachbildungen für den akademischen Gebrauch herausgegeben von G. Seelioer. B. G. Teubner IV, Siegel, bearbeitet von F. Philippi. 1914. Een schat van de fraaiste reproducties van Duitsche zegels wordt ons hier in beknopt bestek geboden. In een groot folio map zijn op 10 platen 300 zegels afgebeeld, terwijl plaat XI de wijze van bevestiging der zegels aan de oorkonden aangeeft, waarbij nog 18 zegels vertoond worden. Wij vinden hier veel van Duitsche keizers, van wereldlijke en geeste lijke heeren, van steden en kloosters, benevens een geheel blad met pau selijke bullen. Dit alles wordt in een beknopt boekje van 34 bladzijden toegelicht door den bewerker Philippi, in een uiterst beknopte Einleitung, waarna elk zegel kort wordt beschreven. Als regel bepaalt de schrijver zich tot den tijd tusschen Karolingers en begin 16e eeuw, en daarbij tot Duitschland en Oostenrijk, met uitzondering van het blad pauselijke bullen, omdat deze zoo talrijk zijn in Duitsche archieven, en zoo belangrijk. Van Nederlandsche zegels, die de bewerker zegt „vereinzelt" opgenomen te hebben, kan ik slechts op plaat VII, no. 29. Westerwoldel3e eeuw vinden. Treffen we dus slechts één oorspronkelijk Nederlandsch zegel aan, de verwantschap tusschen deze Duitsche en onze eigen zegels springt natuurlijk herhaaldelijk in het oog. Het ware te wenschen, dat wij hier een derge lijke verzameling konden vertoonen aan den belangstellenden archivaris, maar ook aan iederen kunstminnaar. Het is dan ook niet uitsluitend voor archivarissen en historici bestemd. De groote moeilijkheid om afbeeldingen van zegels te bestudeeren ligt in het feit, dat ze zoo verspreid zijn en zooals de schrijver terecht opmerkt, men wel een geheele bibliotheek bijeen moet brengen om een overzicht van het voornaamste te krijgen, daar dit meest in oorkonden- boeken is uitgegeven. In Duitschland is men ons voor, en zijn er reeds belangrijke publicaties uitsluitend aan de zegels gewijdde schrijver zelf werkt mede aan zulk een uitgave over Westfalen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1920 | | pagina 37