voor de bewaring, instandhouding en het gebruik der onder hun beheer
staande archiefstukken. Onverminderd deze verantwoordelijkheid, dragen
de besturen in den regel het dagelijksch bestuur van het onder hunne be
waring verblijvende gedeelte van het archief op aan hun secretaris of
scriba, volgens door hen te maken bepalingen, die niet in strijd mogen
zijn met de bejDalingen van dit of eenig ander kerkelijk reglement.
Artikel 2
Onverminderd het bijzonder toezicht der kerkelijke besturen krachtens
de kerkelijke reglementen wordt een algemeen toezicht op de kerkelijke
archieven, op hun bewaring, instandhouding en gebruik, in opdracht van
de Synode, uitgeoefend door de Algemeene Synodale Commissie, overeen-
komstig de bepalingen van dit Reglement.
Artikel 3 2).
De Algemeene Synodale Commissie is bevoegd zich bij de uitoefening
van haar taak ten aanzien van de kerkelijke archieven te laten bijstaan
door een door de Synode aan te stellen kerkdijken archivaris, wiens
instructie door deze wordt vastgesteld.
De Provinciale Kerkbesturen, de Classicale Besturen en de Kerke
raden verleenen aan de Algemeene Synodale Commissie bij de uitoefening
van haar in dit Reglement omschreven taak eiken door haar gewenschten
bijstand.
Artikel 4 3).
De kerkelijke archieven moeten zoo bewaard worden, dat hun onge
schonden instandhouding zooveel mogelijk verzekerd is.
Wanneer ten gevolge van verzuim of verwaarloozing door de behee-
rende besturen of personen stukken van een archief ontbreken, of wanneer
gevaar bestaat voor het teloor gaan daarvan, en de beheerende besturen
of personen na aanmaning geen afdoende maatregelen ter voorziening
hebben genomen, is de Algemeene Synodale Commisse bevoegd dit archief
elders in bewaring te geven en zijn de beheerende besturen of personen
tot onmiddellijke afgifte verplicht.
Artikel 5 4).
De kerkelijke archieven worden, voorzoover mogelijk, gescheiden in:
a) archief vóór 1650,
b) archief van 1650 tot 1816,
en c) nieuw archief van 1816 af.
2 1904, „3; 1916; 3;
201
Artikel 6
Toegang tot alle kerkelijke archieven en het gebruik van de archief
stukken moet door de beheerende besturen of personen worden gegeven
aan hen, die krachtens dit Reglement toezicht op de archieven uitoefenen.
Het gebruik van de archieven wordt aan ieder toegestaan, mits vol
doende blijke, dat het den aanvrager om zuiver historisch onderzoek te
doen is. Hij moet daartoe bij de aanvrage het onderwerp nauwkeurig
omschrijven.
Kerkelijke archieven, tijdelijk bij het Rijk in depót, zijn alleen toe
gankelijk na machtiging van het kerkelijk bestuur, dat de verzameling
beheert, waartoe het stuk behoort.
Inzage van eigendomsbewijzen mag alleen worden gegeven aan hen,
die krachtens kerkelijke reglementen tot toezicht op de archieven geroepen zijn.
Art. 7 J).
Archiefstukken mogen niet geraadpleegd worden dan onder toezicht
en ter plaatse, waar zij bewaard worden, tenzij voldaan is aan de waar
borgen, door de Algemeene Synodale Commissie geëischt.
Art. 8 3).
De kosten van het toezicht en die voor de bewaring en instand
houding, door de Algemeene Synodale Commissie krachtens dit Reglement
gemaakt, worden gedragen door de Nederlandsche Hervormde Kerk.
Jaarlijks stelt de Synode, op voorstel van de Algemeene Synodale Com
missie, daarvoor een zeker bedrag beschikbaar.
De kosten, verbonden aan het raadplegen van de archieven, komen
ten laste van hem, die het onderzoek instelt.
Art. 9. 4)
De bestuurders maken van hunne archieven inventarissen op en houden
die bijdesgewenscht met de hulp van den kerkdijken archivaris.
Van de inventarissen der archiefstukken van vóór 1816 zenden hun
beheerders afschriften: de Kerkeraad aan het Classicaal Bestuur en de Al
gemeene Synodale Commissie, het Classicaal Bestuur aan het Provinciaal
Kerkbestuur en de Algemeene Synodale Commissie, het Provinciaal Kerk
bestuur aan de Algemeene Synodale Commissie. Deze laatste maakt
daaruit een algemeenen inventaris op.
200
Vgl. Ontwerp-Reglement 1904, art. 2; Ontwerp-Reglement 1916 art 2
4 1904> 4' 1916, 4 en 7.
4) 1916, 5.
Vgl. Ontwerp-Reglement 1904,
2) 1904,
B) 1904,
4) 1904,
irt. 9; Ontwerp-Reglement 1916, art. 11.
10; Ontwerp-Reglement 1916, art. 12.
11; 1916, 13.
6 en 7; 1916, 8 en 9.