182
„Aan de orde is het rapport over de consideraties betreffende het
Reglement op de archieven.
Het luidt als volgt
Hoogeerwaarde Heeren
In onze handen zijn gesteld de consideration en adviezen der Provin
ciale Kerkbesturen en der Classicale Vergaderingen op het Reglement op
de bewaring, de instandhouding en het gebruik van de kerkelijke archieven.
Wij hebben de eer U daarover het volgende te rapporteeren van de
Provinciale Kerkbesturen verklaarden Gelderland, Noord-Holland, Zeeland,
Utrecht, Friesland, Groningen en Drenthe zich eenparig, zonder commen
taar, vóór de invoering.
Zuid-Holland, ofschoon een reglement hoog noodig achtend, merkt
op, dat de Synodale Commissie hier, in afwijking met alle andere regle
menten, veel te veel optreedt als een bestuur in plaats van als eene com
missie. Wel wordt in art. 2 gesproken van „in opdracht van de Synode",
maar die zinsnede maakt den indruk, dat de Synode niet bevoegd maar
verplicht is die opdracht te verstrekken. Art. 4 heeft naar het oordeel van
enkele leden eene aanvulling noodig, waarbij dan gezegd wordt, hoe de
in art. 1 genoemde besturen of personen in hooger beroep kunnen gaan,
wanneer zij meenen, dat de Synodale Commissie ten onrechte afgifte van
het archief eischt.
Overijsel is éénparig vóór, maar acht overbrenging naar het Rijks
archief ongewenscht.
Noord-Brabant met Limburg zegt: Alle leden waardeeren de zorg der
Synode voor de bewaring onzer archieven. De meerderheid heeft bezwaar
om ten opzichte van het voorgestelde een bepaald advies te geven. Het
Kerkbestuur bepaalt zich er dan ook toe de aandacht der Synode te vestigen
op de opmerkingen van zijn medelid, dr. Meindersma, gepubliceerd in
No. 16 van dezen jaargang van het Weekblad der Nederlandsche Hervormde
Kerk, hetwelk het Bestuur hierbij overlegt.
De Waalsche Commissie heeft geen bezwaar tegen vaststelling.
Van de Classicale Vergaderingen zijn Arnhem, Tiel, Rotterdam,
Dordrecht, Gouda, Brielle, Alkmaar, Edam, Middelburg, Zierikzee, Utrecht,
Wijk, Leeuwarden, Franeker, Sneek, Dokkum, Zwolle, Kampen, Groningen,
Appingedam, Winsum, Breda, Eindhoven, Maastricht, Assen, Meppel en
Emmen, dus 27 Classen, unaniem en onvoorwaardelijk vóór invoering.
Nijmegen schrijft: De geheele vergadering betuigt instemming met
het voorstel. Ds. Van Oosterzee wenscht, dat de Synode het daarheen
leide, dat met behulp der kerkvoogdijen in iedere classis en in iedere
gemeente een brandvrije kluis gevonden mocht worden tot bewaring van
de archieven. Ofschoon de vergadering met dezen wensch niet meegaat,
183
dringen enkele leden er toch op aan, dat de wensch van ds. Van Oosterzee
aan de Synode kenbaar wordt gemaakt.
In Zutphen wenschen eenige leden schrapping van de bepaling in
art. 6„mits voldoende blijke, dat het den aanvrager om zuiver historisch
onderzoek te doen is." Voorts wordt gewezen op een leemte. Wel wordt
bepaald, hoe de Synodale Commissie de onkosten vergoed krijgt, maar
niet hoe de besturen hierin moeten voorzien. Er is geen enkel fonds voor
grootere uitgaven. Als er een nieuwe archiefkast moet zijn, zou b.v. de
scriba die uit de bureaukosten moeten betalen. Dit is toch niet de bedoeling.
Kan in dezen verzocht worden een bedrag uit de Algemeene Kas beschikbaar
te stellen? Hieromtrent dient een en ander te worden vastgesteld.
In Bommel verwierf het Reglement slechts 10 stemmen vóór en 36
tegen. De bewoordingen van art. 10 al. 1 in verband met art. 4 al. 2
geven wettelijk aan de Synodale Commissie de macht om alle archieven
van vóór 1816, wanneer deze niet in brandvrije bewaarplaatsen zijn samen
gebracht, aan het beheer van den kerkeraad te onttrekken. Zoolang niet
duidelijk blijkt en in het Reglement is uitgedrukt, dat dit niet de bedoeling
is, kan de vergadering niet gunstig adviseeren. Ook van art. 6 al. 4 zou
dispensatie moeten kunnen verleend worden en in art. 7 uitgedrukt moeten
worden, welke waarborgen worden bedoeld. Nog vraagt de vergadering
of het in dezen „bommen"-tijd wel gewenscht is alle oude stukken op
ééne plaats samen te brengen.
De 44 aanwezigen op de Classicale Vergadering te Harderwijk hadden
slechts één bezwaar, n.l.de overbrenging naar de Rijksarchieven. Dat
moet nooitDat kan de Kerk tot groote schade worden. Ook moet het
eigendomsrecht van elke gemeente op hare archieven ongeschonden worden
bewaard.
De Classicale Vergadering van Den Haag adviseert tot vaststelling,
maar mist ongaarne „vaststelling en salarieering van het ambt van archi
varis."
In de Classis Leiden was slechts 1 stem tegen. De vergadering is
daar van oordeel, dat art. Q al. 1 aldus worde gelezen„De bestuurders
maken van hunne archieven volledige inventarissen op, door het daarboven
staand bestuur gewaarmerkt". De vraag werd gesteldheeft de Synode
het recht eventueel plaatselijke archieven op te eischen? Zijn ze eigendom
der gemeente of der Kerk?
Amsterdam adviseert tot vaststelling, maar vraagt: is de Synode be
voegd de zorg voor het betrokken archief op te dragen aan het Classicaal
Bestuur, waaronder de gemeente ressorteert? De heer Bom wil in art. 4
achter het woord „verwaarloozing" laten volgen„indien de Classicale
Besturen en de Provinciale Kerkbesturen dit verzuim en die verwaarloozing
niet hebben kunnen ondervangen". Ook werd door een rechtsgeleerde