176
der Kerkelijke Stichtingen onder bestuur of toezicht van den Kerkeraad,
g. de archieven der Kerkelijke Hoogleeraren.
Art. 2.
De archieven worden, voorzoover mogelijk, gescheiden in: a. oud
archief tot 1816, b. nieuw-archief van 1816 af.
Art. 3.
Voorzoover archieven niet reeds in behoorlijke kerkelijke archief
bewaarplaatsen zijn opgenomen, worden, met toestemming der beheerende
besturen of personen, behoudens het in art. 9 bepaalde, de archieven tot
1816 opgenomen in provinciaal kerkelijke archiefbewaarplaatsen.
De archieven van 1816 af blijven onder beheer van de kerkeraden,
diaconiën en de andere in art. 1 genoemde besturen en personen.
Art. 4.
De in art. 1 genoemde besturen en personen zijn verantwoordelijk
voor de bewaring, instandhouding en het gebruik der onder hun beheer
staande archieven. Onverminderd deze verantwoordelijkheid, dragen de
besturen in den regel het dagelijksch bestuur hiervan op aan hun secretaris
of scriba, volgens door hen te maken bepalingen of stellen een archivaris
met een instructie aan, welke bepalingen of instructie niet in strijd mogen
zijn met de bepalingen der kerkelijke reglementen.
Art. 5.
De kerkelijke archieven moeten zoo bewaard worden, dat hunne
ongeschonden instandhouding zooveel mogelijk verzekerd is.
De bestuurders maken van hunne archieven inventarissen op en houden
die bij, desgewenscht met de hulp der kerkelijke archivarissen.
Van de inventarissen der archieven en van de aanvullingen daarvan
zenden hun beheerders afschriftende Kerkeraad aan het Classicaal Bestuur
en de Algemeene Synodale Commissie, het Classicaal Bestuur aan het
Provinciaal Kerkbestuur en de Algemeene Synodale Commissie, het Pro
vinciaal Kerkbestuur aan de Algemeene Synodale Commissie. Deze laatste
maakt daaruit een algemeenen bundel van archiefinventarissen op.
Art. 6.
Toegang tot alle kerkelijke archieven en gebruik van de archiefstukken,
benevens desgewenscht hulp en voorlichting moeten door de beheerende
besturen of personen worden gegeven aan hen, die krachtens de kerkelijke
reglementen tot toezicht op genoemde besturen of personen geroepen zijn.
Het gebruik van de archieven wordt aan ieder toegestaan, mits vol
doende blijke, dat het den aanvrager om zuiver historisch onderzoek te
177
doen is. Hij moet daartoe bij de aanvrage het onderwerp nauwkeurig
omschrijven.
Inzage van nog geldende eigendomsbewijzen is voor historische doel
einden uitgesloten.
De kosten verbonden aan het raadplegen van de archieven komen
ten laste van hem, die het onderzoek instelt.
Art. 7.
Archiefstukken mogen niet geraadpleegd worden dan onder toezicht
en ter plaatse, waar zij bewaard worden. Evenwel is het geoorloofd hen
tijdelijk uit te leenen, mits voldoende aan de waarborgen, door de Alge
meene Synodale Commissie geëischt.
Art. 8.
Onverminderd het bijzonder toezicht der kerkelijke besturen krachtens
de kerkelijke reglementen wordt een algemeen toezicht op de kerkelijke
archieven in opdracht van de Synode uitgeoefend door de Algemeene
Synodale Commissie overeenkomstig de bepalingen van dit Reglement.
Deze laatste is bevoegd zich hierin te laten bijstaan door den Archivaris
der Synode overeenkomstig diens instructie.
Art. 9.
Wanneer ten gevolge van verzuim of verwaarloozing door de behee
rende besturen of personen archiefstukken ontbreken, of wanneer gevaar
bestaat voor het te loor gaan daarvan en de beheerende besturen of
personen na aanmaning geen afdoende maatregelen ter voorziening hebben
genomen, is de Algemeene Synodale Commissie bevoegd het betrokken
archief elders in bewaring of bruikleen te geven.
Art. 10.
De Provinciale Kerkbesturen, de Classicale Besturen en de Kerkeraden
verleenen aan de Algemeene Synodale Commissie bij de uitoefening van
haar in dit Reglement omschreven toezicht eiken door haar gewenschten
bijstand.
Zij zijn in het in art. 9 bedoelde geval tot onmiddellijke afgifte
verplicht.
Art. 11.
De kosten van het toezicht en die voor de bewaring en de instand
houding, door de Algemeene Synodale Commissie krachtens dit Reglement
gemaakt, worden gedragen door de Nederlandsche Hervormde Kerk.
Jaarlijks stelt de Synode, op voorstel van de Algemeene Synodale Com
missie, daarvoor een zeker bedrag beschikbaar.