Art. 57 (bij te voegen)
Verder benoemt zij den kerkdijken archivaris voor onbepaalden tijd.
Deze moet lidmaat zijn van de Nederlandsche Hervormde Kerk.
Art. 70 (bij te voegen):
9°. het toezicht op de kerkelijke archieven volgens het Archiefreglement.
Synodaal Reglement voor de kerkeraden.
Art. 14 (bij te voegen):
13°. de zorg voor het archief naar de bepalingen van het Archief
reglement.
Reglement op het hooger onderwijs in de godgeleerdheid.
Art. 19 (bij te voegen):
De hoogleeraren beheeren hun archief naar de bepalingen van het
Archiefreglement.
Reglement voor de diaconieën der Nederlandsche
Hervormde Kerk.
Art. 17 (bij te voegen):
Zij beheeren hun archief naar de bepalingen van het Archiefreglement.
Tabellen voor de persoonlijke kerkvisitatie:
Tabel A. voor de kerkvisitatoren, 2, wordt gelezen:
2. Toestand van het archief vóór 1650;
Toestand van het archief van 1650 tot 1816;
Toestand van het archief van af 1816;
In welke bewaarplaats(en) zijn deze archieven ondergebracht?
Hoe is haar toestand
Is de inventaris daarvan gemaakt en bijgehouden?
Toelichting.
In vele gemeenten wordt op de beteekenis van haar archief weinig
gelet, ook omdat de tijdelijke beheerders daartoe het inzicht missen, of hun
de gelegenheid ontbreekt.
Waar in den laatsten tijd aan naar het scheen vroeger vast
staande rechten niet weinig wordt getornd, zijn ter bewaring ook van de
rechten der Ned. Hervormde Kerk allereerst een beschrijving en daarnaast
een bewaring van hare archieven eerste vereischten.
Daarenboven moet er gelegenheid worden geboden van de archief-
163
stukken kennis te nemen aan hen, die, tot opbouw der Kerk, op dit terrein
medewerken.
Tegen misbruik dient echter gewaakt, en de pas afgesneden aan hen,
die onder den schijn van historisch onderzoek de Kerk willen beschadigen.
Waar voor een doeltreffende bewaring niet kan worden gezorgd, is
de mogelijkheid geopend de bewaring elders te doen geschieden, doch
alsdan onder zoodanige waarborgen, dat nadeel vrijwel uitgesloten mag
heeten.
Het in de vergadering der Synode van 1916 zeer vooropgestelde
kostenbezwaar is door artikel 11 vrijwel ondervangen. Bovendien zou
men, bij eventueele aanstelling van een tweeden Secretaris der Synode, er
op bedacht kunnen zijn dezen tevens tot archivaris te benoemen.
Aan hen, die aanstoot mochten nemen aan de zeer beperkte bepalingen
omtrent het gebruiksrecht van de archiefstukken, wordt herinnerd, dat de
beschrijving en de bewaring der archieven zoo noodzakelijk is, dat de
totstandkoming van dit Reglement geen schipbreuk mag lijden door de
bezwaren van hen, die voor nadeel vreezen, wanneer de archieven voor
een ieder toegankelijk waren.
Aan het bezwaar, in 1916 geopperd, dat de archieven aan de natuur
lijke beheerders worden onttrokken, is zooveel doenlijk tegemoet gekomen
alleen in geval van verwaarloozing zal dit zonder hun toestemming kunnen
geschieden. Men vergete echter niet, dat zelfs de uitoefening van een
eigendomsrecht de rechten van anderen niet mag hinderen, en wanbeheer
in elk geval moet worden gestuit. Daarenboven heeft het beheerend bestuur
het in zijn macht wèl goed voor zijn archief te zorgen. Bij de kerkvisitatie
zal op deze zaak ernstig dienen te worden gelet, en er is voor de hoogere
besturen en voor den archivaris alle gelegenheid in dezen helpend en
zorgend op te treden.
Wanneer de beheerende besturen hun archieven aan openbare bewaar
plaatsen in bewaring of bruikleen wenschen te geven, zal dit echter onder
zoodanige algemeen geldende door de Algemeene Synodale Commissie
vast te stellen contractueele bepalingen moeten geschieden, dat nadeel voor
de Kerk voorkomen wordt.
Indien eenmaal de beschrijving der archieven géreed is, kan men
beter beoordeelen in hoeverre zij meer toegankelijk kunnen worden gesteld."
Op 24 Juli 1917 is dit stuk door de Synode in behandeling genomen.
De Handelingen van dien datum behelzen het volgende
„Ter tafel komt het Concept-Archiefreglement.
De President geeft de noodige inlichtingen omtrent deze aange
legenheid.
162