92 zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. Het Loo, den 7den October 1919. WILHELMINA. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, J. Th. de Visser. De Minister van Binnenlandsche Zaken, Ch. Ruys de Beerenbrouck. De Minister van Waterstaat, A. A. H. W. König. Uitgegeven den vijfden November 1919. De Minister van Justitie, Heemskerk. Koninklijk besluit van 28 October 1919, no. 30 Staats courant no. 233), tot instelling van eene archiefschool. Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van 23 October 1919, no. 3127, afdeeling Kunsten en Wetenschappen Gelet op Ons besluit van 2 September 1919 Staatsblad no. 551); Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen als volgt Artikel 1. Aan de Algemeene Rijksarchiefbewaarplaats te 's-Gravenhage wordt verbonden eene archiefschool. De Algemeene Rijksarchivaris is directeur der school. Artikel 2. Aan de archiefschool wordt les gegeven in: de archiveconomie (2 uur per week); de palaeographie (2 uur per week) de diplomatiek (2 uur per week); de chronologie (1 uur per week); 93 de kennis der vaderlandsche staats- en rechtsinstellingen in de middel eeuwen (2 uur per week) de kennis der vaderlandsche staatsinstellingen onder de Republiek en later (2 uur per week); de kennis der middeleeuwsche kerkelijke instellingen (2 uur per week). Artikel 3. Wij behouden Ons voor, ook in andere vakken dan de bovenge noemde onderwijs te doen geven. Artikel 4. Het studiejaar vangt aan den derden Maandag der maand September. Er zijn drie vacantiëneene van den tweeden Zaterdag der maand Juli tot den aanvang van den volgenden cursus; eene van den laatsten Zaterdag vóór Kerstmis tot den derden Dinsdag daaraanvolgende en eene van 10 dagen, beginnende den laatsten Woensdag vóór Paschen. Artikel 5. De rooster van lesuren wordt door den directeur in overleg met de leeraren vastgesteld. Artikel 6. De lessen worden gegeven in het gebouw van de Algemeene Rijks archiefbewaarplaats te 's-Gravenhage. Artikel 7. De leeraren worden door Ons benoemd en ontslagen. Aan het einde van het studiejaar, waarin een leeraar den ouderdom van 70 jaar bereikt, wordt hem ontslag verleend. Artikel 8. De jaarwedde der leeraren bedraagt voor elk lesuur 's weeks 500. Voor zooverre zij niet in de gemeente 's-Gravenhage wonen, ont vangen zij vergoeding voor reis- en verblijfkosten volgens de bepalingen van het Reisbesluit 1916. Artikel 9. Door hen, die het onderwijs wenschen te volgen, is voor elk studie jaar eene som van 200 verschuldigd, welke vóór den aanvang van het studiejaar in 's Rijks schatkist moet worden gestort. Van deze betaling zijn vrijgesteld: 1. de ambtenaren aan de Alge meene Rijksarchiefbewaarplaats met den rang van adjunct-commies en

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1920 | | pagina 3