124
altoos met recht in één adem genoemd. Zeeland heeft wel in 1574 eene
Unie met Holland willen aangaan, maar in 1575 deed Zierikzee de opdracht
van het gouvernement (de hooge overheid) aan den Prins mislukkeneerst
tijdens het beleg dezer stad kwam deze tot stand, bij de Unie van 25
April 1576. Inderdaad betrof deze slechts de helft van Zeeland, en toen
de andere helft ten gevolge van de Pacificatie van Gent onder de stad
houderlijke macht van den Prins gekomen was, begon een gedeelte der
Zeeuwen aan de Unie te tornen. De uitbreiding op 25 Februari 1579 van
de Unie tot de plaatsen, die bij satisfactiën overgekomen waren, had plaats
met medewerking van Zeeuwsche gedeputeerdenmaar deze heeren waren
daartoe niet gemachtigd, en Goes en Tholen hebben 10 Maart het gebeurde
aanvaard met voorbehoud hunner satisfactiën, dus niet, zooals Van de
Spiegel m.i. terecht betoogd heeft. 24 Juli 1581 heeft Holland den Prins
de hooge overheid opgedragen zonder beperking tot den duur van den
oorlog; maar Zeeland volgde dit voorbeeld niet, en dit achterblijven was
een der redenen, waarom de opdracht van de grafelijkheid aan den Prins
door Holland, hoever ook opgeschoten, haar beslag niet gekregen heeft.
Dit kan ieder weten, die Van de Spiegel, Kluit en Muller met aandacht
gelezen heeft. Dat Zeeland van de Nadere Unie gebruik gemaakt heeft om
losser van Holland te worden, heb ik in de aankondiging van deel II der
Resolutiën aangetoond.
Dat de besprekingen over de opdracht van de hooge overheid en den
graventitel aan den Prins in het voorjaar van 1580 begonnen zijn, weten
we uit den aanhef van het 15de boek van Bor. Er waren vier Zeeuwen
bij tegenwoordig. De Notulen van Gecommitteerde Raden van 5 April
1580 bevatten deze mededeeling: „De pensionaris Valcke heeft gedaen,
onder gelofte van secreet te zijn, rapport van zekere secrete zaecken ende
handel geschiet in Hollandt". Hierop slaat eene andere passage op 2325
Augustus 1580: „Is van gelijcken met zyne Excellencie gecommuniceert
op de secrete saecke, eertijts den Raede by den pensionaris Valcke aan
gegeven, die in Hollandt besloten is contrarie die gemeene resolutie van
de Generale Statenende heeft zyne Excellencie goetgevonden die resolutie
van Hollandt alhier te doen volghen". Dan schijnt de zaak geen voortgang
gehad te hebben, totdat in 1582 de Hollanders Barradot naar Zeeland
zonden met eene instructie, die men in de resolutiën der Staten van Holland
op 18 Januari 1582 vindt, ook bij Van de Spiegel, Onuitgegeven stukken,
II, blz. 308 vg., maar hier met weglating van de in dezen belangrijkste
passage, die Kluit, Historie der Hollandsche Staatsregeering, I bl. 286,
daarentegen wel geeft. Toen dan Anjou in Maart eene bepaalde belofte
ten opzichte van Holland en Zeeland gegeven had, welke door den Prins
6 Mei ter kennis van de Staten van het eerstgenoemde gewest gebracht
125
was Kluit bl. 440 kwamen ook de Zeeuwen wederom in beweging.
De Notulen van de Gecommitteerde Staten bevatten het volgende
8 Mei 1582: „Is ghecommuniceert ten huyse van den pensionaris
van den Staten Roëls met Mr. Pauwels Buys op de vorderinghe van de
secrete saecke met zyne Excellencie, ten dyen fyne gesien die monumenten
(sic) ende bescheett daeroff w-sende. Ende is daeroff copie genomen, ge-
authoriseert by de presenten, blyvende torigineel berustende onder den
voorscr. Buys, die onder zijn handt scriftelick op dezelve copie gheloefft
heeft tot yeders versoeck toriginel texhiberen. Is geseyt dat naer tscheyden
deser dachvaert yeder raedt trecken sal alhier aen zyne stadt, daeruyt hy
is gecommitteert, om dese zaecke te communiceeren mette vertrouwste ende
principaelste van yeders collegieinsgelijcx dat die voorscr. Buys sal van
gelijcken by dyen van Hollandt die voorscr. communicatie voorderen, om
tzelve gedaen ende die van den Raede met elcanderen anderwerff hierop
gecommuniceert hebbende, voorder daerinne gedaen te worden als naer
behooren".
18 Mei: „Sijn ontfanghen brieven van de ordinaris gedeputeerde in
Hollandt van den 15en deser item nopende die secrete saecke
28 Mei: „Den voorscr. heer gouverneur Haultain uuyt regard van
de brieven van zyne Excellencie van den 6en deser, nopende de regieringhe
van de landen tot noch toe onder den gebiede van zyne Excellencie gestaen
hebbende uuyt crachte van de Pacificatie van Gendt, eensamentlick midts
die compste van den raedtsheer Valcke van Antwerpen, ende last hebbende
van zyne Excellencie om die voorscr. regieringhe conform die secrete
handelinge dyenangaende met zyne Alteze in train te houden, jae te voor
deren, immers nyet te veranderen, is denselven heer gouverneur geopent
die gelegentheyt ende intentie van de voorscr. secrete handelinghe, onder
gelofte van die secreet te houden ende nyet te communiceren aen yemanden
dan met bewillinghe van zyne Excellencie, om dyenvolghende het crijghs-
volck te onderwysen ende zijn gouvernement, last ende bevel in alles te
dirigeren. Ende sal de raetsheer Valck hieraff veradverteren den secretaris
Brunyncx, om zyne Excellencie daeraff te onderrichten".
10 September: „Is herlesen die instructie van de Gecommitteerde
Raden, om daermede by elck van hunlieden aen den collegie van de steden,
daeruuyt zy zijn gedeputeert, raport te doen tot voorderinghe ende in-
stellinghe van de hooge overheyt op zyne Excellencie. Ende is belast te
maecken credentie op elck, om op de voorscr. instructie geresolveert te
commen den 18en deser in de herberge, om des anderen daechs te be-
soigneren".
De hier genoemde instructie vindt men thans gedrukt in de Notulen
Het cijfer is gevlekt; mogelijk is het een 9,