112 V. Aanwinsten. Amsterdam. Het Burgemeesters- en het Thesauriersarchief en dat van het Burgerweeshuis werden door opneming van diverse stukken belangrijk uitgebreid. Belangrijke vermeerdering onderging de afdeeling: Stukken buiten Indicatuurverbanden in de afdeeling Publieke Werken kwamen vele achtergebleven stukken terug over de jaren 1870 tot 1912. Arnhem. Een voormalig beheerder („commissaris") van het Jozefsgild droeg aan het archief een kist met stukken over, bevattende velerlei archivalia van het gild en het Dorthmond's Weduwenhuis, alles tusschen 1643 en 1896. Deventer. Een aantal stukken uit het reeds in het archief berustende archief van den Senaat van het voormalig Athenaeum werd verworven. Gouda. Het archief werd door schenking verrijkt met eenige handschriften, waaronder duplicaten van stedelijke rekeningen (1786 tot 1812). De stukken van 1813 tot 1850 werden overgebracht van den zolder van het Stadhuis naar het oud-archiefdepöt. 's Gravenhage. Zoowel de Commissie voor de oprichting van een standbeeld voor Johan de Witt als die voor de Haverman tentoonstelling stonden dé door haar gevormde archiefjes af. Door schenking werden verschillende losse stukken, behoorende tot het archief der Confrérie Pictura, o.a. verschillende voordrachten voor benoeming van hoofdlieden, verkregen. 's Hertogenbosch. Door schenking werden vier lijsten ver kregen, behoorende tot het archief van Orthen. Ze hebben betrekking op financieele zaken tusschen 1692 tot 1742. Hoorn. Jaarlijksche toevoeging van stukken, tot het archief behoorende, had als naar gewoonte plaats. Kampen. Een deel van het archief van het voormalig Pest en Gasthuis, dat nog onder regenten van het Stadsziekenhuis berustte, werd in bruikleen ontvangen. Middelburg. Het archief ontving het archief der opgeheven kiesvereeniging Middelburgs belang. Rotterdam. Van het bureau Militaire Zaken werden 87 banden over de jaren 1891 tot 1900 naar het archiefdepöt overgebracht. Van het bureau van den Waterschout 112 banden, over de jaren 1861 tot 1900. Voorts werd het archief der Waalsche Kerk in bruikleen over genomen. Ook de rechterlijke archieven van Delfshaven werden van het Rijk in bruikleen verkregen. 113 Van den Algemeenen Rijksarchivaris werd overgenomen het. Katendrechtsche protocol van den notaris Anthony Tijken Pieterszoon, en van den Rijksarchivaris in Noord-Holland het Rotterdamsche ge deelte van het protocol van den naar Naarden vertrokken notaris A. Heshuyzen. Schiedam. Door schenking werd een drietal stukken betreffende de heerlijkheid Oud- en Nieuw-Engeland verkregen. Utrecht. De Executeuren van het testament van Mr. Evert van de Poll gaven het archief der stichting tot 1813 in bruikleen. Het archief is belangrijk en omvangrijk. De serie rekeningen sedert 1626 is geheel volledig. Een vijftal deeltjes uit de 17e en 18e eeuw, berustend in het archief van het Collegium Musicum Ultrajectinum werden in bruikleen aan het gemeentearchief overdragen. Zutphen. Door erflating werd een verzameling handschriften verkregen, bevattende tal van genealogische aanteekeningen, brieven van vorsten uit het huis van Oranje-Nassau en enkele andere, ook Geldersche stukken. VI. Verliezen. Kampen. Een fragment wapenboek, dat een deel bleek van het in het Utrechtsche gemeente-archief berustende wapenboek der Geldersch-Overijselsche studenten, werd met machtiging van B. en W. aan de gemeente Utrecht afgestaan. Rotterdam. Aan de Nederlandsche Brandweer-vereeniging te 's Gravenhage werd een aantal stukken betreffende de brandweer afgedragen. Ook aan het Museum Boymans werden eenige stukken afgestaan. Vernietigd werden de stukken uit het archief der Schutterij, aangewezen op de door Gedeputeerden vastgestelde lijst van ver nietigbare stukken. VII. Invloed der buitengewone tijdsomstandigheden. Alkmaar. De benedenvertrekken bleven bij de gedwongen zuinigheid in het gebruik van brandstoffen niet geheel vochtvrij. De centrale verwarming werd in het depót buiten werking gesteld. Ook de verwarming van de kamer van de archivaris liet te wenschen. Amsterdam. De werkzaamheden in het depót werden niet onbelangrijk bemoeilijkt, doordat het, wegens gebrek aan brandstof, drie maanden onverwarmd moest blijven. Leiden. De bediening der centrale verwarming eischte meer zorg en tijd dan gewoonlijk wegens de slechte kwaliteit der brand stoffen. Eind December was de voorraad geheel uitgeput, waardoor den 29en December het archief tijdelijk moest gesloten worden. Ge-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1920 | | pagina 13