82 Art. 163. Buitengewone traktementsverhoogingen aan het in het vorig artikel bedoelde personeel toe te kennen Memorie. Art. 164. Kosten van onderhoud, huishoudelijke uitgaven, personeele hulp, schrijfloonen, reis- en verblijfkosten, inrich ting en onderhoud van gebouwen, terreinen en van lokalen en aankoopen voor 's Rijks archief te 's-Gravenhage f 25.650 Art. 165. Jaarwedden, voor zoover die niet uit het volgend artikel moeten bestreden worden, toelagen en verdere beloo ningen der ambtenaren en bedienden bij de Rijksarchieven in de provinciën2)126.800 Art. 166. Buitengewone traktementsverhoogingen aan het in het vorig artikel bedoelde personeel toe te kennen Memorie. Art. 167. Kosten van onderhoud, huishoudelijke uitgaven, personeele hulp, schrijfloonen, reis- en verblijfkosten, aankoopen, meubilair, aankoop, huur, stichting en inrichting van lokalen en terreinen en verdere uitgaven voor de archieven in de pro vinciën 37.500 Art. 168. Jaarwedden, voor zoover die niet uit het vol gende artikel moeten bestreden worden, en verdere belooningen der ambtenaren bij het bureau der commissie voor 's Rijks geschiedkundige publicatiën4) 17.500 Art. 169. Buitengewone traktementsverhoogingen aan het in het vorig artikel bedoeld personeel toe te kennenMemorie. Art. 170. Kosten van huishoudelijke uitgaven, personeele hulp, schrijfloonen, reis- en verblijfkosten en verdere uitgaven der commissie voor 's Rijks geschiedkundige publicatiën5) 17.600 83 Art 216. Uitgaven en subsidiën voor ondernemingen van wetenschap en kunst en hare aanmoediging 181.090 Art. 218. Jaarwedden van het personeel van het Neder- landsch Instituut voor geschiedkundig en kunsthistorisch onder zoek te Rome 2)9.500 Art. 219. Subsidie voor het Nederlandsch Instituut voor geschiedkundig en kunsthistorisch onderzoek te Rome 3.000 Memorie van toelichting. Hoofdstuk Va, Vilde Afdeeling. Kunsten en Wetenschappen. Art. 164. Het artikel voor kosten van onderhoud enz. van het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage wordt 8550 lager geraamd dan voor het dienstjaar 1919 is toegestaan. Voor dat jaar was 19.550 voor den aanleg van de electrische verlichting uitgetrokken, welk bedrag voor 1920 kan vervallen, terwijl daartegenover 5000 geraamd wordt voor het doen uitvoeren van eenige verbouwingen om de beschikking over meer werkkamers te verkrijgen. De kosten van onderhoud van het gebouw worden 1400 hooger geraamd, terwijl voor de Rijksarchiefschool (aan vang September 1919) naar verhouding van het voor het tijdvak September December 1919 toegestane bedrag van f 2500 voor 1920 f 7500 noodig zal zijn; d. i. 5000 meer. Tegenover de vermindering van het artikel met f 19.950 staat derhalve eene vermeerdering met 11.400, in totaal eene vermindering met 8550. Art. 168. Personeel Bureau 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën. Ten einde aan de bemoeiingen van de Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën eenige uitbreiding te kunnen geven, wordt voorgesteld een tweeden onder-directeur op een aanvangsalaris van 3200 te benoemen. Deze benoeming wordt noodig geacht, om een der groote onderwerpen uit het programma van werkzaamheden der Commissie (het z.g. „Over zicht") onder handen te kunnen nemen. Verder wordt voorgesteld het vaste ambtenarenkorps met twee weten schappelijke medewerkers (assistenten) uit te breiden, ieder op een aan vangsalaris van f 2000. Hierbij heeft men het oog op jonge weten schappelijke krachten, die na academische studie onder directe leiding van een der hoogere wetenschappelijke ambtenaren van het bureau zich op het gebied der bronnen-publicatie wenschen te bewegen. Aan hen waren onderwerpen van kleineren omvang op te dragen. 1) Zie Memorie van Toelichting. 2) De commies bij het Rijksarchief in Zeeland en die bij het Rijksarchief in Utrecht komen in aanmerking voor bevordering tot hoofdcommies; bij het Rijks archief in Overijssel moet met ingang van 1 April 1920 een klerk benoemd worden. Overwogen wordt, om den adjunct-commies bij het Rijksarchief in Drenthe met den rang van commies over te plaatsen naar dat in Gelderland. 3) Voor het onderhoud der Rijksarchiefgebouwen wordt 2835 meer en voor het materiaal 2665 meer geraamd. r) Zie de Memorie van Toelichting. 5) Eene vermeerdering van f 600 wordt billijk geoordeeld, om het gebruikelijk honorarium van de medewerkers buiten het vaste personeel te kunnen verhoogen. Zie de Memorie van Toelichting. 2) Zie de Memorie van Toelichting.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1919 | | pagina 46