42 b. de archieven van opgeheven gemeentelijke takken van dienst of gemeentelijke instellingen c. de archieven van de colleges en personen, wier rechten of functiën op de onder a of b genoemde colleges of personen zijn overgegaan d. de archieven, welke de gemeente van het Rijk, van besturen van openbare lichamen of van bijzondere personen in bewaring of ten geschenke ontvangen heeft. Bovendien kunnen in de gemeentelijke archiefbewaarplaats bewaard worden buiten het verband der onder ad genoemde archieven staande verzamelingen van geschreven en gedrukte stukken en andere verzame lingen, die tot toelichting van die archieven kunnen dienen. Artikel 2. De in de gemeentelijke archiefbewaarplaats overgebrachte archieven en verzamelingen worden beheerd door den archivaris Artikel 3. De in de gemeentelijke archiefbewaarplaats overgebrachte archieven en verzamelingen zijn eiken werkdag toegankelijk gedurende drie uren of zooveel langer, als door Burgemeester en Wethouders, den gemeentearchi varis gehoord, zal worden vastgesteld 2). Artikel 4. Toegang tot de gemeentelijke archiefbewaarplaats hebben, behalve de dienstdoende ambtenaren, daartoe door den archivaris aan te wijzen, slechts Burgemeester en Wethouders, de leden der Archiefcommissie 3) en zij, die van wege het Rijk of de provincie met het toezicht op de gemeente archieven of een gedeelte er van zijn belast. De archivaris 4) is echter bevoegd om, volgens door hem vast te stellen regels, gelegenheid te geven tot bezichtiging van de bewaarplaats. De personen, belast met het toezicht op en het herstel en onderhoud van het gebouw en het meubilair, worden in de bewaarplaats niet toege laten dan met voorkennis van den archivaris. 43 Artikel 5. Nasporingen ten behoeve der gemeente worden verricht door den archivaris of onder zijne verantwoordelijkheid door de onder hem werk zaam gestelde ambtenaren. Artikel 6. Een ieder is bevoegd de in de gemeentelijke archiefbewaarplaats over gebrachte archieven en verzamelingen, behoudens de beperkingen, welke bij de bewaargeving of schenking der in art. 1 onder d bedoelde archieven of der in de laatste alinea van dat artikel bedoelde verzamelingen zijn gesteld, kosteloos te raadplegen en te zijnen koste daaruit afbeeldingen, afschriften of uittreksels te maken of te doen maken. Voor zooverre de archiefstukken jonger zijn dan het 31e jaar vóór dat van den loopenden dienst, verleent de archivaris er echter geen inzage van dan na verkregen machtiging van het college of den ambtenaar, van wien de archieven afkomstig zijn, en, bij archieven van opgeheven gemeentelijke takken van dienst of gemeentelijke instellingen, van Burgemeester en Wethouders. Artikel 7. Voor het in het voorgaande artikel bedoelde gebruik der archieven en verzamelingen gelden behalve de voorschriften, vervat in den Alge- meenen maatregel, bedoeld in art. 1 der Archiefwet 1918, no. 378, de volgende bepalingen a. vóór den aanvang van het onderzoek vermeldt de bezoeker op de daarvoor vastgestelde wijze zijn naam, woonplaats, kwaliteit en het doel van,zijne nasporingen; b. in het daarvoor bestemde lokaal wordt hem gelegenheid gegeven om, onder toezicht van een daarvoor aangewezen ambtenaar, inzage te nemen van de door hem aangevraagde of voor zijn doel hem aanbevolen stukken. Hij mag daaruit afschrijven, afteekenen en extraheeren wat hem goeddunkt. c. De bezoeker mag in de door hem geraadpleegde stukken geene aanfeekeningen maken, teekens plaatsen of vouwen leggen. Hij moet nauwlettend zorg dragen, dat de volgorde der losse stukken bewaard blijft. Het calqueeren of doortrekken is hem verboden, tenzij hij daartoe ver gunning van den archivaris1) heeft gekregen. d. Indien blijkt, dat de bezoeker tegen het in dit artikel bepaalde gehandeld heeft of op andere wijze schade toebrengt of dreigt toe te brengen aan de stukken, kan hem door den archivaris behoudens Ingeval geen gemeentearchivaris wordt aangesteld, leze men hier: den secretaris. 2) Ingeval geen gemeentearchivaris wordt aangesteld, leze men hier: zijn toe gankelijk op dezelfde uren, als die, waarop de gemeentesecretarie geopend is. 8) Deze laatste vier woorden alleen op te nemen, zoo de raad zulk eene com missie van bijstand instelt. 4) Of secretaris. i) Of secretaris.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1919 | | pagina 26