40
te bepalen, met dien verstande, dat de overbrenging moet plaats vinden
binnen tien jaren na het in werking treden van dit besluit. Indien geen
voldoende ruimte beschikbaar is, zal door de zorgen van Onzen Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen hierin zoo spoedig mogelijk
worden voorzien. In dit geval zal zoo noodig de termijn door Ons met
ten hoogste twee jaren worden verlengd.
Indien het overleg tusschen den ambtenaar van den burgerlijken stand
en den Rijksarchivaris niet tot eenstemmigheid leidt, beslist de Algemeene
Rijksarchivaris.
Artikel 4.
Van de in artikel 1 genoemde registers,die naar eene Rijksarchief
bewaarplaats worden overgebracht, wordt door den Rijksarchivaris van die
bewaarplaats een inventaris in duplo opgemaakt, die van eene verklaring
aangaande die overbrenging wordt voorzien. Beide exemplaren worden
door den ambtenaar van den burgerlijken stand en den Rijksarchivaris
onderteekend. Een exemplaar wordt door den ambtenaar van den burger
lijken stand, het ander in de Rijksarchiefbewaarplaats bewaard.
Artikel 5.
De kosten van overbrenging der in artikel 1 genoemde registers naar
de Rijksarchiefbewaarplaats worden uit de ten behoeve van die Rijksarchief
bewaarplaats op de Staatsbegrooting uitgetrokken gelden geleden.
Artikel 6.
Onze Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is gemachtigd
aan de Rijksarchivarissen op te dragen, aan gemeenten die een eigen
archivaris en doelmatige archieflokalen hebben, van de overeenkomstig
artikel 1 naar de Rijksarchiefbewaarplaatsen overgebrachte registers de
zoodanige, welke die gemeenten betreffen, tot wederopzeggens in bewaring
te geven, onder voorwaarde, dat het betrokken gemeentebestuur zich
verbinde
a. de genoemde registers zoo spoedig mogelijk, in elk geval binnen
den tijd van vijf jaren, te doen inventariseeren naar een door Onzen
voornoemden Minister goed te keuren plan;
b. in een reglement voor het gemeentearchief en eene instructie voor
den gemeentearchivaris op die registers toepasselijk te verklaren de voor
de Rijksarchiefbewaarplaatsen geldende of nader vast te stellen bepalingen
omtrent de toegankelijkheid en het gebruik van archieven
c. te allen tijde aan onzen voornoemden Minister, den algemeenen
Rijksarchivaris en de Rijksarchivarissen in de provinciën desverlangd eenige
41
der bedoelde registers tijdelijk af te staan of kosteloos de ten behoeve
van het Rijk verlangde afschriften te verstrekken
d. aan den Algemeenen Rijksarchivaris en aan den Rijksarchivaris in
de provincie, waartoe de gemeente behoort, steeds toegang tot de bewaar
plaats van die registers te doen verleenen;
e. terstond mededeeling te doen aan Onzen voornoemden Minister
van iedere vaststelling, wijziging of intrekking van een reglement voor het
gemeentearchief of van eene instructie voor den gemeentearchivaris en van
iedere benoeming, schorsing, ontslag of overlijden van een ambtenaar,
behoorende tot het personeel van het gemeentearchief.
Onze Ministers van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van
Justitie en Financiën zijn,- ieder voor zooveel hem betreft, belast met de
uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst
en waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State en
aan de Algemeene Rekenkamer.
's-Gravenhage, den 18den September 1919.
WILHELMINA.
De Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen,
J. Th. de Visser.
De Minister van Justitie,
Heemskerk.
De Minister van Financiën,
De Vries.
Uftgegeven den achtsten October 1919.
De Minister van Justitie,
Heemskerk.
Model van eene gemeentelijke archiefverordening.
Artikel 1.
De gemeentelijke archiefbewaarplaats is bestemd tot bewaring van
a. de archieven van de besturen der gemeente, van hare ambtenaren,
commissiën, instellingen en bedrijven tot een door Burgemeester en Wet
houders voor alle archieven te zamen of voor elk archief afzonderlijk vast
te stellen jaar, dat echter niet vroeger mag zijn dan 1814;
i) Deze verordening en de bijbehoorende instructie, ontworpen door eene door
het bestuur der Vereeniging van archivarissen in Nederland benoemde commissie,
zijn in de laatste vergadering der Vereeniging vastgesteld.