70 van bekende Nederlanders, o. a. van de beide Huyoensen, Johan de Witt, Rutger Jan Schimmelpenninck, Van der Palm, Bilderdijk, Van der Duyn van Maasdam, Falck, Jacob van Lennep, Thorbecke, Bosboom en diens echtgenoote, Schaepman, Jozef Israëls, Bisschop, Mesdag enz., 16e eeuw tot heden, 1 portefeuille; 3. eigenhandige brieven van bekende Neder landers, gericht aan den legator of aan zijn vader, 1 portefeuille4. stuk ken en eigenhandige brieven van buitenlandsche vorsten, 14e eeuw tot heden, 2 portefeuilles hierbij een charter van Karel IV van Frankrijk, van 1323; 5. stukken en eigenhandige brieven van Duitsche vorsten, 17e eeuw tot heden, 1 portefeuille6. eigenhandige brieven van bekende buitenlanders o. a. Richelieu, Voltaire, Pichegru, De Lesseps, Doré, Boulanger, Sarah Bernard, Blücher, Goethe, Körner, Pitt, Walter Scott, Wellington, Tennyson, Dickens, kardinaal Granvelle, Lavater 2 portefeuilles. De in de derde plaats vermelde handschriften zijn l.P. Bondam's noten en aanmerkingen op het charterboek van Gelderland, eerste deel, eerste afdeeling2. afschriften van besluiten van den Landdag betreffende het Loo, 1694—1762; 3. extracten uit het leenregister van het vorstendom Gelre en de graafschap Zutphen; 4. klapper op het le en 4e deel der verbalen „weegens Needer Rhijn en IJsselsche Zaaken", 1740 1760, 2 deelen. Terugvordering van kerkelijke bescheiden. Onder dit opschrift deelt de heer J. Kloos, diaken en kerkvoogd der Ned. Herv. gemeente te Noordwijk-Binnen, in het Weekblad der Nederlandsche Hervormde Kerk van 21 Juni j.l. het volgende mede: Blijkens de „Handelingen van de. Algemeene Synode 1917", blz. 415, heeft op een der vergaderingen bij de rondvraag de heer ds. H. van Druten de vraag gesteld, of doopboeken, berustende bij de gemeentebe sturen, niet bij de kerkeraden terug kunnen komen, terwijl hij tevens het. vermoeden uitsprak, dat er ook andere stukken uit kerkelijke archieven bij de gemeente berusten. Wat het terugontvangen van doopboeken betreft* die in 1810 en '11 bij de invoering van den Burgerlijken stand in Nederland door Napoleon opgeëischt en bij het „archief der mairie" zijn gedeponeerd, dit zal tot behoud van gegevens voor den Burgerlijken stand in de vorige eeuwen onmogelijk meer kunnen geschieden en is ook zelfs niet gewenscht. Ter gemeentesecretarie bevinden zich sinds ruim een eeuw doop-, trouw- en begrafenisregisters van verschillende kerkelijke gemeenten bij elkander, veelal bewaard in een daartoe bestemde kluis en voor ieder belangstellende beschikbaar. Hoe interessant is zulk een verzameling voor den genealoog en den historicus! Wat zou er van de boeken in de 19de eeuw over gebleven zijn, wanneer ze in de kisten van vele plattelandse kerken 71 opgepropt moesten gelegen hebben, terwijl zelfs de archieven van sommige opgeheven Remonstrantsche en andere gemeenten verloren zijn gegaan? Van Noordwijk-Binnen weet ik althans, dat men in het midden der 19de eeuw een „massa ouwe rommel", waaronder nagenoeg alle kerkerekeningen van de 16de tot de 18de eeuw, in kruiwagens uit de consistoriekamer naar de droogovens van de firma P. Groeneveld Zoon heeft getransporteerd, tot drooging van medicinale kruiden. Ook te Noordwijk aan Zee hebben kerkeraad en kerkvoogden „eendragtelijk" in de tweede helft der 19de eeuw, om in de „kist mit pampieren" plaats te maken voor de nieuwe stukken, vele belangrijke bescheiden, welke toch niet meer te lezen waren, eenvoudig bij zekere firma onder het fornuis gestopt, ten einde garnalen te koken, bestemd voor Leiden. Wanneer prof. De Vries en prof. Fruin, die mede van de garnalen gesmuld hebben, bevroed hadden dat deze lek kernij met zulke historische brandstof was genietbaar gemaakt, zij hadden zeker aan de garnalen een bitteren nasmaak bevonden. Twintig jaren geleden vond een mijner vrienden te Noordwijk aan Zee bij de wed. Vliet Vlieland, kroeghoudster, scheerster en varkens- slachtster, op haar schenktafel een in perkament gebonden boek, getiteld „Register van de graven in de kerk te Noortwijk aan Zee, volgens de verboeking ten overstaan van balliuw en schout A. Hoogdorp en de kerk- meesteren", van 1789 tot 1827. Hoe kwam dat manuscript daar bij eene Katholieke vrouw Men had het haar gebracht om scheerpapiertjes te knippen. Zij heeft echter het boek overgegeven en door mijn vriend in mijne verzameling laten deponeeren. Uit een en ander zou men kunnen besluiten, dat door de kerkelijke overheid aan Napoleon een eeresaluut behoort gebracht te worden voor het in bezit nemen van die belangrijke registers! Wat het vermoeden betreft van ds. Van Druten, dat er ook andere stukken uit kerkelijke archieven bij de gemeenten berusten, kan ik getuigen, dat hij zijn vermoeden kan omzetten in constateeren. Het gemeentearchief te Noordwijk bevat een kastplank, volgepropt met oude stukken, waaronder vele rekeningen (met bewijsstukken) der kerken van de 17e en 18e eeuw; voorts requesten met kopieën aan den ambachtsheer en de Staten van Holland om subsidie voor de „nieuwe getimmerde ende opgerechte kercke tot Noortwijck op Zee" (1639), gedicht van ds. Jan Scharp op den dood van pastoor J. van der Walle te Boschkapelle, rekeningen van het Sint Barbaraconvent te Noordwijk enz. Daar genoemde stukken niet in den inventaris van het oud-archief der burgerlijke gemeente zijn opgenomen, zou het wel mogelijk kunnen zijn, dat deze bescheiden aan het kerkelijk archief zouden worden afgestaan. Wanneer kerkelijke autoriteiten van verschillende gemeenten eens met succes konden opsporen, welke kerkelijke stukken er ten raadhuize hunner

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1918 | | pagina 41