50
van het archiefwezen, zou oorzaak kunnen zijn, dat ambtenaren op wier
behoud in eenige plaats prijs mocht worden gesteld, overplaatsing zouden
zien te verkrijgen tegen den tijd, dat zij met pensioen wilden gaan. In-
tusschen is men bezig de herziening van de pensioenwet voor te bereiden,
en moet de afloop daarvan dus afgewacht worden. Het is niet mijn bedoeling
hier een beschouwing te geven over de klassificatie der archieven, zooals
de voorzitter zich die voorstelde. Wellicht worden er van meer bevoegde
zijde daaraan eenige beschouwingen gewijd, en zou ik daarna dan misschien
nog iets te zeggen hebben. Nu moge ik volstaan met er op te wijzen,
dat de voorzitter met zijn klassificatie opzettelijk een ongelijkheid in het
leven wil roepen, terwijl ik juist aanwees, dat er bij alle pogingen om
gelijkheid te brengen, toch nog een ongelijkheid bleef.
4°. In welke verhouding staan de salarissen der wetenschappelijke
archiefambtenaren volgens de nieuwe regeling tot die van andere ambtenaren,
die, om aangesteld te kunnen worden, een academischen graad moeten
bezitten
Het Koninklijk besluit bracht eenige verbetering in het voorstel der Staats
commissie. Wel is de achterstelling der archivarissen bij de bibliothecarissen
niet geheel verdwenen, maar zij is van aanzienlijk minder beteekenis ge
worden. Ook het salaris van den Algemeen Rijksarchivaris onderging nog
verbetering, geheel in overeenstemming met de plaats, die hij in het ambtelijk
verband inneemt. De toestand bleef onveranderd voor de hoofd-commiezen,
de commiezen en de adjunct-commiezen. In hoeverre hier wellicht nog ver
betering noodig is en ware aan te brengen, zal ik in mijn volgend stuk
trachten aan te toonen. Wellicht geeft dit aanleiding tot een welkome
gedachtenwisseling. Het is bovendien misschien noodig om het odium
weg te nemen, dat de archivarissen aan het Algemeen Rijksarchief, en in
aansluiting daarmee de overige Rijksarchivarissen en het Bestuur onzer
Vereeniging, alleen zouden zijn opgekomen voor de belangen der archiva
rissen, terwijl wel degelijk de beweging begonnen is om de belangen
van het geheele personeel te dienen, omdat deze ten nauwste verbonden
geacht kunnen worden met het belang van het vak. EBELL.
Nederlandsch Economisch-historisch Archief
In het belang der economische geschiedvorsching nemen wij de vrij
heid het volgende onder Uwe aandacht te brengen.
Voor de studie der economische geschiedenis bieden de bescheiden,
in openbare archiefdepöts opgenomen, uiterst belangrijke verzamelingen
van bronnenmateriaal. Evenwel is het belang, dat deze bescheiden voor
den navorscher onzer economische historie bezitten, een ander en zijn de
vragen, die hij door raadpleging dezer stukken tracht op te lossen, andere
dan die welke de belangstelling van den beoefenaar van onze staatkundige
geschieden,s plegen op te wekken. De economische geschiedenis richt
nare aandacht meer op toestanden dan op personen. Zij vraagt daarom
ook meei naar den inhoud, soms ook naar den vorm der transacties
waarvan archiefstukken getuigenis afleggen, dan naar de personen daarin
vermeld. Daarbij komt, dat het voor dezen tak van geschiedvorsching
veelal noodzakelijk is vele op zichzelf niet steeds belangrijke stukken van
gelijken aard door te werken en te vergelijken om daardoor op te sporen
welke handelingen en toestanden regel, welke uitzondering waren. Daarom
hebben de registers van personen, die aan zoovele inventarissen en andere
beschrijvingen van archiefstukken plegen te worden toegevoegd, voor de
studie der economische geschiedenis slechts geringe waarde. Wat zij
behoeft is een overzicht van den inhoud der beschreven stukken en een
goed zakenregister zou voor haar van meer nut zijn dan de uitvoerigste
persoonsregisters.
Wij zijn evenwel ten volle overtuigd van de groote moeilijkheden
aan het vervaardigen van inderdaad deugdelijke zaakregisters verbonden.
Zouden wij dan ook alleen den wensch uitspreken, dat in het vervolg bii
het beschrijven van archiefstukken daaraan niet slechts een re-ister van
personen doch ook een van onderwerpen (zaken) zou worden toegevoegd
dan zouden wij vreezen, dat onze wensch, hoewel in beginsel wellicht
door U gedeeld, toch weinig kans op verwezenlijking zou hebben
Wij meenen daarom Uwe aandacht te mogen vragen voor een maat.
regel, die, hoezeer hij slechts als een surrogaat voor een zakenregister is
te beschouwen, toch in zeer vele gevallen ongeveer hetzelfde nut zal
afwerpen en die bovendien met weinig moeite is te verwezenlijken Wii
bedoelen het vermelden niet alleen van de namen, doch ook van de
beroepen der in de stukken voorkomende personen. Deze beroepen
kunnen dan hetzij in een afzonderlijk register der beroepen worden gerang
schikt natuurlijk met verwijzing naar de stukken hetzij in het naam
register achter lederen naam worden vermeld. Voor ons doel is het
meestal voldoende, dat alleen dan het beroep wordt vermeld als daarvan
rechtstreeks of zijdelings uit de stukken blijkt. Geven de stukken op dit
punt geen licht, dan zal het in den regel dus ook onnoodig zijn, dat naar
het beroep een afzonderlijk onderzoek wordt ingesteld.
Aan althans één onzer groote archieven wordt bij de beschrijving der
notarieele acten deze wijze van bewerking reeds gevolgd en, naar de
beheerder van dit archief ons verzekerde, zonder eenig bezwaar of moeite.
Wij meenen daarom met vrijmoedigheid op U een beroep te mogen doen
J) Het hier afgedrukte schrijven is door het bestuur van het Nederlandsch
Economisch-historisch Archief aan de beheerders van openbare archiefbewaarplaatsen
in Nederland verzonden.
51