14
Ook werd onze aandacht gevestigd op het feit, dat het gemeentebestuur
van Alphen, waar een niet onbelangrijk oud-archief moet zijn, overwoog,
om met de regeling van dit archief iemand te belasten, die, naar wij ver
namen, voor dit werk geheel niet voorbereid was. Ook daar hebben wij
ons tot het gemeentebestuur gewend, om te waarschuwen tegen zulk een
besluit, dat bedenkelijke gevolgen hebben moest. Maar tot ons leedwezen
had onze tusschenkomst geen gunstig gevolg: wij ontvingen geen antwoord,
en toen wij ten slotte op eenig bericht aandrongen, ontvingen wij een
weinig wellevend schrijven, dat over het resultaat van onze poging geene
illusies overliet.
Zooals U bekend zal zijn, is, nadat voor twee jaren het voorgedragen
reglement voor de kerkelijke archieven door de Synode der Ned. Her
vormde kerk met eene zeer groote meerderheid verworpen was, thans een
nieuw reglement ingediend, dat door de Synode met nagenoeg algemeene
stemmen is aangenomen. De inhoud is inderdaad bevredigend. Bij ver-
waarloozing van oude kerkelijke archieven zullen die geplaatst worden
onder de hoede van de Synode of van het Provinciale kerkbestuur. Zoo
lang geene kerkelijke bewaarplaatsen ingericht zijn, blijft de mogelijkheid
geopend, om archieven aan de rijksarchieven in bewaring te geven. En,
wat de hoofdzaak is, het onderzoek in de kerkelijke archieven wordt ver
gund aan ieder, die doet blijken, dat het hem alleen te doen is om het
instellen van historische onderzoekingen. Ook wij hebben alle reden, om
ong over de aanneming van deze liberale regeling te verheugen; moge
het reglement dat nu aan de goedkeuring der provinciale kerkbesturen zal
worden onderworpen, ook daar instemming vinden! De netelige zaak,
die ook ons zoolang heeft beziggehouden, zal dan in boven verwachting
gunstigen zin geregeld zijn.
Van het bestuur van het Historisch-economische archief hebben wij
eerst na een lang tijdsverloop antwoord gekregen op het schrijven, dat ter
uitvoering van het besluit onzer laatste vergadering tot hen gericht was:
het bestuur vergadert slechts zeer zelden. Dit antwoord geeft niet geheel,
wat sommigen onzer gehoopt haddenmaar het snijdt de verlangde samen
werking toch niet af. Het Bestuur acht in het algemeen de plaatsing
der bedrijfs-archieven in een afzonderlijk depot gewenscht; doch het ver
klaart zich toch bereid, om van de verwerving van bedrijfs-archieven aan
den archivaris der betrokken gemeente kennis te geven, en zelfs om
archieven, waarvan het plaatselijk of algemeen belang grooter is dan het
economisch-historische, aan het betrokken archiefdepót af te staan.
Wij willen nu het beste hopen. Maar ik vrees, dat eene samen
werking, zooals dezerzijds door sommigen gewenscht is, niet gemakkelijk
verkregen zal worden. Wij staan vrij vèr van elkander af, verder dan
dezerzijds wel ingezien wordt. Nog onlangs bleek mij b.v., dat een
15
bundel met stukken betreffende het beheer van eenige plantages in
Suriname, die aan een onzer beste archivarissen te koop aangeboden en
door dezen voor scheurpapier bestemd was, later door het Historisch-
Economische archief voor een betrekkelijk hoogen prijs was aangekocht.
Zoo verschillend is het standpunt, waarop de twee archiefbeheerders zich
zeker met recht, plaatsen; de belangen, die beiden zoeken te bevorderen,
zijn dus v el verschillend, en de maatstaf van beoordeeling verschilt dan
ook hemelsbreed. Natuurlijk zoekt men dus bij het Historisch-Economische
archief ook in den ambtenaar, dien men wenscht aan te stellen, geheel
andere qualiteiten dan wij verlangen voor de onze. De ambtenaar van
dit archief moet, zal hij het goed kunnen ordenen, allereerst kennis en
begrip hebben van het beheer van eene industrieele- of handelsfirma of
van eene financieele instelling, hetgeen in onzen tijd inderdaad geene
kleinigheid is. Jongelieden, die alleen een stage gemaakt hebben bij een
oud-archief, kan men dus zonder meer zeker niet gebruiken. Ik vrees
echter wel, dat men aan den anderen kant daar te veel vergeet, dat een
persoon, die zulk een stage niet gemaakt heeft, ook voor het regelen van
bedrijfs-archieven niet wel te gebruiken zal zijn, omdat hij de algemeene
regelen, de goede methode van het ordenen en beschrijven van archieven
niet kent, die toch natuurlijk ook voor het regelen der bedrijfs-archieven
moeten gelden. Ik hoop van harte, dat dit laatste door het bestuur van
het Historisch-Economische archief meer en meer zal worden ingezien
mogen ook onze medeleden leerén beseffen, dat het niet aangaat, de beide
instellingen min of meer op ééne lijn te stellen!
In den boezem van onze vereeniging zelve hebben zich ditmaal geene
belangrijke feiten voorgedaan. Het aantal der door ons benoemde com
missies nenmt steeds toewij hebben thans eene commissie voor het
schrijven van een handboek voor de chronologie, eene commissie voor
het samenstellen van een Nederlandschen archiefgids, eene commissie voor
het ontwerpen van een registratuurstelsel, en eene commissie voor het
opstellen van eene model-verordening voor gemeente-archieven. Van geen
dezer commissies is echter in het afgeloopen jaar het geringste vernomen.
Wij weten bij ondervinding, dat de tijdsomstandigheden niet zeer gunstig
zijn voor het verrichten van wetenschappelijken arbeid; maar toch schijnt
er mij wel reden te zijn, om dit absolute stilzwijgen te betreuren. Ik hoop
dus van harte, dat het volgende jaar reden zal geven, om iets meer over
den arbeid onzer commissiën mede te deelen.
Onze vergadering wordt ditmaal, naar gij bemerkt, in het najaar
gehouden, zooals onze laatste vergadering in overweging gegeven had.
Wij hopen, dat deze proefneming goede gevolgen zal hebben. De Juni
maand is met dergelijke vergaderingen overladen; misschien zal de keuze