10 Van Gelder van het merkwaardige archief der Haagsche broederschap van St. Joris, terwijl ik zelf iets nieuws gaf in de geïllustreerde be schrijving der Utrechtsche stadszegels. De belangwekkende uitgaaf der Nijmeegsche rekeningen van Kleyntjes en Mej. Sormani is thans tot 1534 gevorderd en nadert dus hare voltooiing. Zoo blijken onze archieven geene doode schatten meer te zijn, maar opgewekt te worden tot nieuw leven. Nog enkele bijzonderheden van meer ondergeschikt belang verdienen hier vermelding. De regeling, vastgesteld voor het geven van afschriften uit de rijksarchieven door rijksambtenaren in hun vrijen tijd, is thans ook uitgestrekt tot de volontairs. Dezer dagen werd ons de heugelijke tijding medegedeeld, dat het zegelen van declaraties ten laste van het rijk vervallen is, waardoor de aanleiding tot het doen van voorschotten door de rijks archivarissen grootendeels vervallen is, wegruiming van een misbruik, die wij zeker wel aan de actieve tusschenkomst van den Algemeenen rijksarchivaris mogen danken. Door den kolennood zijn verschillende rijksdepöts (en denkelijk ook wel verscheidene gemeente-archieven) tijdelijk gesloten geweest. En het overlijden van onzen ambtgenoot Eversen te Maastricht heeft den Algemeenen rijksarchivaris gelegenheid gegeven tot het verrichten van een administratief kunststukjeeen hoofdcommies, drie commiezen en twee adjunct-commiezen konden dientengevolge bevorderd en in het genot gesteld worden van een hooger tractement. Opmerking verdient daarbij, dat thans voor het eerst als regel aangenomen blijkt te zijn, dat de klerken bij de rijksarchieven kunnen opklimmen tot de hoogere rangen van adjunct-commiezen, commiezen, zelfs hoofdcommiezen, natuur lijk wanneer hunne bijzondere bekwaamheden hun op zulk eene bevordering aanspraak geven. Onder de gemeente-archieven verdient Amsterdam eene bijzondere vermelding. Voor een paar jaren berichtte ik U, dat de overbrenging van het gemeente-archief uit de fraaie maar wat benauwde St. Anthonispoort naar het nieuwe gebouw te Nieuwer-Amstel aanstaande was. Het vervoer, bepaaldelijk van de zéér volumineuse notariëele archieven, heeft lang ge duurd maar naar ik verneem, zijn thans alle archieven overgebracht, een resultaat, waarmede onze ambtgenoot van harte geluk gewenscht ver dient te worden. Niet zoo gelukkig staat het met de kerkelijke archieven. De toestand der kostbare stukken eischt dringend verbeteringdit wordt ook van kerkelijke zijde thans onomwonden erkend, en dit is een feit van belang. Zóó erg acht men zelfs den toestand, dat verscheidene leden der Synode in-depót-geving in de tegenwoordige omstandigheden dringend noodig achten, terwijl toch enkele leden in ietwat geheimzinnige bewoordingen gewaagd hadden van de gevaren, die zulk een conditioneele afstand zonder twijfel zou meebrengen. Reeds dit geeft ons reden tot blijdschap. Maar 11 met nog meer ingenomenheid begroet ik de formuleering van de juiste beginselen door den archivaris der Synode en door leden der Synodale commissie: „De kerk is verplicht hare eigendommen zelf te bewarenhet in bewaring geven van kerkelijk eigendom aan openbare instellingen moet als noodmaatregel beschouwd worden". Zoo is het; met deze formule kunnen wij allen ons vereenigen. Door de commissie, die door de Synode benoemd was voor het ontwerpen eener doelmatige regeling van het beheer der kerkelijke archieven werd derhalve ten vorigen jare aan de Synode een concept-reglement in dien geest ingediend, dat mij voorkwam over het geheel wel instemming te verdienen. Er werd in bepaald, dat in gevallen, wanneer de plaatselijke kerkbesturen door verschillende omstandig heden aan hunne verplichtingen niet konden voldoen, de Synode gemach tigd zou worden, om de hulp van andere besturen in te roepen. Dit is inderdaad veelals de maatregel goed blijkt te werken, is het zelfs alles, wat ook wij, die ons zoo herhaaldelijk niet ten onrechte bezorgd hebben gemaakt over het lot der kostbare kerkelijke archieven, kunnen wenschen. Want geenszins verlangen wij vreemde archieven te annexeerenhet is ons zelfs aangenaam, wanneer kerkelijke en andere besturen zeiven de ordening en beschrijving hunner oude archieven ter hand nemen en ze dan openstellen voor het gebruik van het publiek. Maar van den anderen kant moeten wij het wel gevoelen als grievend, wanneer in gevallen, waarin de kerkelijke besturen om de eene of andere reden de dringend noodige maatregelen niet kun nen of willen nemen, de hulp, die wij hun dan gaarne bieden, wordt van de hand gewezen zonder opgaaf van redenen, soms zelfs gemotiveerd met verdenkingen, waartoe wij toch geene aanleiding gegeven meenen te hebben. Het verheugt ons dus van heeler harte, dat de Synodale commissie de aangeduide voorstellen heeft willen doen. Maar daartoe beperkt zich ook onze blijdschaphet voorstel is met algemeene stemmen verworpen, en eene nieuwe commissie zal andere voorstellen moeten doen, die ons wellicht minder zullen bevredigen. Evenwel, de loop der zaak blijft ons reden geven tot eenige dankbaarheidwij gaan vooruit en wij hopen eerlang den triomf der ruime en gezonde denkbeelden te zien: ieder drage goede zorg voor zijne eigene archiefschatten; doet hij dit niet, dan roepe men de hulp in van belangstellenden, die niet opgedrongen, maar gaarne geboden wordt. Nog ééne zaak wil ik vermelden, met droefheid en met zorg. Het zeldzaam belangrijke, in zijne soort éénige archief van Yperen, dat zoo onwaardeerbare schatten bevatte voor de geschiedenis der laken-industrie reeds in de veertiende eeuw, blijkt volkomen teniet te zijn gegaanmen heeft het niet kunnen redden uit den oceaan van rampen, die over de stad is heengegaan. Wij vernamen het met droefheid in het hart, en ons hart is

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1917 | | pagina 11