34
partij is getrokken van de in het rijksarchief in Zeeland berustende mis
sives van Staat in Engeland aan den raadpensionaris van dat gewest, en
de missives van den heer Hurgronje, een van H.H M. plenipotentiarissen
op het congres van Soissons, aan denzelfden dignitaris, maar wegens het
minutieuse gebruik, dat de schrijver van zijne bronnen gemaakt heeft, is
het weinig waarschijnlijk, dat de genoemde archivalia hem veel nieuws
zouden geleerd hebben.
Diplomatieke betrekkingen tusschen Spanje en de Republiek der Ver-
eenigde Nederlanden, 16781684, door Dr. S. W. A. Drossaers.
De bronnen van dit werk zijn het Verbaal van den gezant Koenraad
van Heemskerk, de brieven van de gezanten en consuls in Spanje, te
Brussel en te Londen, welke met de resolutiën der Staten-Generaal in het
Algemeen rijksarchief in Den Haag aangetroffen worden, de briefwisseling
tusschen den Spaanschen gezant in Den Haag en den gouverneur der
Zuidelijke Nederlanden, die van beiden met den koning van Spanje, en
die tusschen den Prins van Oranje en den Spaanschen gezant, welke in
originali of in minuut te Brussel zijn te vinden. Een onderzoek in de
archieven van Madrid of Simancas is, overeenkomstig den door Bussemaker
in zijn Verslag gegeven raad, overbodig geoordeeld.
Nederlandsche doopnamen naar oorsprong en gebruik, door J. J. Oraaf.
De schrijver wil zijn geloofsgenooten helpen, die tegelijk willen vasthouden
aan de vaderlandsche zede, dat de kinderen genoemd worden naar de
voorouders of bloedverwanten, en aan het voorschrift der R.K. kerk, dat
aan de kinderen zooveel mogelijk de namen van heiligen zullen gegeven
worden. Ook wil hij het gebruik van „goede en waardige vaderlandsche
namen" bevorderen. Wellicht kan zijne naamlijst eenigen dienst be
wijzen bij de identificatie van personen, die bij afwisseling met Latijnsche
en Germaansche namen worden vermeld.
K. H.
Berichten.
Bij Koninklijk besluit van 14 Mei 1915 is, met ingang van 1 October,
tot tijdelijk directeur van het Nederlandsch Instituut voor Geschiedkundig
en Kunsthistorisch onderzoek te Rome benoemd Mgr. prof. dr. A. H. L.
Hensen, hoogleeraar aan het bisschoppelijk seminarie te Warmond.
Verponding en kadasterkaarten. De minister van binnen-
landsche zaken heeft den algemeenen rijksarchivaris opgedragen, in de
provinciale griffie en de kantoren van het kadaster een onderzoek in te
stellen naar de verpondingskaarten, welke ingevolge de door de bij de wet
35
van 14 Juli 1805 ingestelde hoofdcommissie tot de zaken der verponding
gegeven opdrachten zijn vervaardigd, naar de kaarten, die ten behoeve
van de invoering van het Fransche kadaster zijn gemaakt en naar de
daarbij behoorende maatboeken (boeken van berekening), ten einde deze
daarna naar de rijksarchieven kunnen worden overgebracht. Deze kaarten
en maatboeken zijn bijzonder belangrijk, omdat er de oude grenzen der
verschillende ambachten, buurtschappen, enz., welke overigens niet meer
bekend zijn, op staan aangeteekend.
Uit het ingestelde onderzoek heeft de algemeene rijksarchivaris den
indruk gekregen, dat in de meeste provinciën de buiten gebruik gestelde
kaarten in 1844 in de provinciehuizen waar de provinciale bewaarders
van het kadaster tot dat jaar werkzaam waren en waar de kadastrale
archieven waren gevestigd zijn blijven berusten en niet naar de hypo
theekkantoren zijn overgebracht. Intusschen kunnen enkele in 1844 nog
in gebruik zijnde oude kaarten sedert ook aan de hypotheekkantoren
buiten gebruik zijn gesteld. In de gemeente-archieven zullen in hoofdzaak
dubbelen der onder het kadaster berustende oude kaarten en maatboeken
worden bewaard.
In verband hiermede heeft de minister aan Gedeputeerde Staten der
provinciën verzocht, de oude verpondings- en kadastrale kaarten en maat
boeken, welke voor den dienst niet meer noodig zijn, naar de rijksarchieven
te willen doen overbrengen en tot de gemeentebesturen namens hem een
gelijk verzoek te doen. (N. R. C. 23 Mei 1915.)
Diefstal van kaarten. De politie in Den Haag heeft aange
houden den 54-jarigen H., wegens diefstal van antieke kaarten uit het
archief van het Kroondomein aldaar. NR. C. 23 Mei 1915.)
Geschenken voor het krijgsgeschiedkundig archief.
Door den heer A. de Man, gep. postdirecteur te Leiden, is aan het Rijk aan
geboden een aantal portretten, brieven, teekeningen en onderscheidingstee
kenen, afkomstig van wijlen den luit.-generaal M. J. de Man, alsmede een
collectie bescheiden afkomstig van wijlen den schout-bij-nacht J. E. de Man.
Voorts is door mejonkvr. E. H. H. Frantzen, te Zeist, aan het Rijk
aangeboden een groot aantal bescheiden, brieven, portretten, prenten,
decoratiën, een schilderstuk in olieverf e. m. d., afkomstig van de heeren
A. H. Frantzen en J. E. Frantzen, die beiden als kapitein der artillerie
den Tiendaagschen veldtocht hebben medegemaakt.
Beide geschenken zijn in het Krijgsgeschiedkundig archief van den
Generalen staf geplaatst, waar zij een belangrijke aanwinst vormen en verre
uitsteken boven de gemiddelde waarde van de vele schenkingen, waarin
dit archief zich veelal verheugen mag.