14
denis zijner staden aangezien het archief aan dit ideaal slechts onvol
komen beantwoordt, wenscht hij het aan te vullen en meer en meer
daarvoor in te richten: daarom zouden consequent ook de archieven der
Rotterdamsche kooplieden daarin opgenomen moeten worden. Het denk
beeld schijnt mij echter principieel onjuist, en ik wil mij daarom daartegen ver
zetten. Het gaat rechtstreeks in tegen den opzet van een archiefdepot,
zooals onze vereeniging en ook onze Handleiding dien gewild hebben.
Allerminst eene verzameling van allerlei materiaal voor de geschiedenis
hebben wij bedoeldmet beslistheid hebben wij zelfs gewezen op het
onderscheid tusschen eene bibliotheek, die vrij is in deze richting werk
zaam te zijn, en een archief. Een archief hebben wij altijd, ook in onze
definitie, beschouwd als een openbaar depot, een onderdeel van de
staatsmachine, waar de oude bescheiden uit onze griffies en secretarieën
door openbare ambtenaren bewerkt en georganiseerd worden, allereerst
voor de doeleinden van den staat zelf. Ik zou het betreuren, indien van
dit fundamenteele beginsel werd afgeweken.
Private archieven behooren in strikten zin nauwelijks archieven te
heetenveelal zijn het verzamelingen van papieren van zéér verschillenden
aard, zonder bepaalde organisatiegedeeltelijk zelfs zonder verband
dergelijke zaken behooren dus m. i. ook eigenlijk niet thuis in een open
baar archiefdepot. Eene uitzondering valt in hoofdzaak alleen te maken
voor archieven van ambtenaren of van familiën, waarvan vele leden ambte
naars geweest zijn. In zulke collecties zijn de ambtelijke papieren dikwijls
zóózeer met de private vermengd, dat men ze niet scheiden kanmen
dient ze dus, daar men de ambtelijke papieren niet missen kan, wel op
te nemen. Maar dit zijn uitzonderingen, en het moeten m. i. uitzonde
ringen b 1 ij v e n het vormen in onze depots van afzonderlijke afdeelingen,
die uitsluitend private archieven bevattenzou ik daarom ten zeerste
betreuren. Te meer als het de zoogenaamd Economisch-historische
archieven geldt, die zich in de praktijk niet beperken tot de zuivere koop-
mans-archieven, maar daarbij ook tallooze circulaires, prospectussen, ver
slagen, rekeningen en allerlei dagelijks verspreide stukken verzamelen, die
meestal verloren gaan en toch dikwijls het bewaren wel waard zijn. Het
is niet wel doenlijk, al deze heterogene bescheiden, hoe belangrijk ook,
te voegen in een goed georganiseerd verbandhet voorbeeld van het
Brusselsche stadsarchief, waar men, in strijd met Duitsche voorbeelden,
de economisch-historische bescheiden in het stadsarchief heeft opgenomen,
doet dan ook duidelijk zien, hoe men zoodoende allengs op bijwegen
geraakt, wier bewandeling eene gezonde en streng wetenschappelijke ont
wikkeling en organisatie van het depot op den duur ernstig belemmert.
15
Enkele huishoudelijke belangen van onze vereeniging verdienen nog
even vermelding. Toen de circulaire van het Leuvensche boekenfonds ook
tot ons kwam, hebben wij gemeend een bewijs van belangstellin in het
lot van het geteisterde instituut te moeten geven door de aanbieding van
het volledige exemplaar van het Archievenblad, dat van ouds in de
bibliotheek onzer vereeniging berust en dat door de bemoeiingen van
onzen vorigen secretaris keurig gebonden is. Ik twijfel niet, of gij zult
dit goedkeuren.
Het debiet van ons blad heett zich in den laatsten tijd eenigszins
uitgebreidzoo is het kunnen gebeuren, dat, toen onlangs toevallig eenige
afzonderlijke exemplaren van een nummer gevraagd werden, dit in een
paar weken uitverkocht bleek, zoodat thans ge ene compleete exemplaren
van ons blad meer te verkrijgen zijn. Om de herhaling van dit onge
schikte resultaat voor het vervolg te voorkomen, heeft uw bestuur toen,
in overleg met den uitgever, bepaald, dat de oplaag van het tijdschrift
voortaan een weinig vergroot zou worden.
Het ruilverkeer met het Archivum Franciscanum histori-
cum, dat allengs bleek geheel buiten ons gebied te liggen, is gestaakt;
daarentegen hebben wij eene nieuwe ruilovereenkomst gesloten met het
ons van geachte zijde aanbevolen tijdschrift Gli archivi Italian i.
Ook buiten het terrein onzer vereeniging is het een en ander voor
gevallen, dat ik u wensch te herinneren. Het heeft de aandacht getrokken
(ook in de Tweede Kamer), dat door de, wegens de tijdsomstandigheden
geboden zuinigheidsmaatregelen, de Nederlandsche archieven naar ver
houding belangrijk zwaarder getroffen zijn dan andere takken van den
staatsdienstik kan er bijvoegen, dat eenige leden van ons corps daardoor
in hunne financiëele belangen benadeeld zijn. Ik maak de opmerking
ongaarne, omdat ik van meening ben, dat ieder burger thans op zijne
beurt, waar mogelijk, behoort mede te werken, om de zware taak onzer
regeering te verlichten door het aanvaarden van offers, die kunnen en
moeten gebracht worden. Maar dat de onevenredigheid der van ons
geëischte offers door ons opgemerkt is, meen ik toch met bescheidenheid
te mogen vermelden.
Eene andere klacht, die echter met de tijdsomstandigheden niets te
maken heeft, sluit zich hierbij aan. De regeering heeft ingezien, dat het
in strijd is met de belangen der Nederlandsche musea, dat de onbesteede
kredieten voor aankoop steeds met het einde van het dienstjaar vervallen
zij heeft dus thans, naar men verneemt, vergund, dat eventueele saldo's
overgeschreven zullen worden op den dienst van het volgende jaar, zoodat
de door den directeur in een jaar betrachte zuinigheid aan den dienst van
het volgende zal ten goede komen. De vraag is mij gedaan, waarom