26 den staatsman Johan Gijsbert Verstolk van Soelen (1776—1845). Deze belangrijke collectie bevat vele minuten en origineele stukken en ook vele omstreeks 1841 gemaakte afschriften van geheime staatsstukken, welk een en ander zoowel betrekking heeft op de werkzaamheid van Verstolk van Soelen als prefect van het departement Friesland, als commissaris-generaal en als gezant in Rusland, als op zijn ministerschap van Buitenlandsche Zaken tijdens de Belgische verwikkelingen. Zeer opmerkelijk zijn ook de „Staatkundige ophelderingen en beschouwingen", door dien staatsman in 1841 opgesteld om zijn houding als minister van het stelsel van volharding toe te lichten en te verdedigen. Aan den schenker is de dank der Regeering betuigd. Het Plenarium van Bethlehem. In de zomervergadering der Provinciale Staten van Gelderland was een verzoek ingekomen van den rijksarchivaris, in opdracht van den minister van Binnenlandsche Zaken, om in het museum voor geschiedenis en kunst te Amsterdam in bruikleen te plaatsen een 14de eeuwsche handschrift, afkomstig van het voormalig klooster Bethlehem bij Doetinchem, een Plenarium, bevattende eene vol ledige verzameling van de gedeelten der evangeliën, zooals die naar de orde der feestdagen werden gelezen of gezongen. Uit de vergadering gingen stemmen op om dit stuk onder te brengen in het Geldersche museum. Gedeputeerde Staten wenschten daarover in deze vergadering geene beslissing te nemen, ten einde eerst een onderzoek in te stellen, of dat museum voldoenden waarborg biedt een dergelijk kostbaar stuk te bewaren. In verband daarmee werd een voorstel aangenomen om de zaak aan te houden tot eene volgende vergadering. Kerkelijke archieven. Dr. G. A. Hulsebos heeftin Bijlage F van de Handelingen der Algemeene Synode der Ned. Herv. Kerk ten jare 1914 een verslag samengesteld, waarvan de hoogleeraar Knappert het volgende overzicht heeft gegeven in de vijfde zitting der Alg. Synode De arbeid van Dr. G. A. Hulsebos is veelzijdig: hij brengt orde in wanorde, hij bewaart wat verloren dreigt te gaan en vindt terug wat reeds verloren was. Zoo ook in het afgeloopen jaar. Als een gevolg van een vroeger bezoek aan Hillegersberg zijn de nasporingen te beschouwen van den predikant aldaar, waardoor thans het grootste deel van het kerkeraads- archief (sinds 1605) aan 't licht kwam. Stukken uit het classikaal archief van Dordrecht, van Gouda en van Heusden bracht hij, na lange omzwer ving, weder in de veilige haven, waar ze thuis hooren. Soms echter is het spoor reddeloos uitgewischt: het oudste actenboek der gemeente Heusden met andere papieren, belangrijk voor de geschiedenis van Voetius, zijn indertijd door Schotel gebruikt, niet teruggezonden en na zijn dood 27 wie weet waar terechtgekomen Zoo blijft waakzaamheid altijd geboden. Uit de bibliotheek van wijlen een ander historicus keerden een aantal Zeeuwsche stukken naar hun vaderland terug. Uit die van de vroegere classis Tholen—Bergen-op-Zoom blijkt weêr eens ten overvloede, hoezeer de vaderen deelden in het lot van buitenlandsche geloofsgenooten, die van Kleef en Gulik, die van Leona in Silezië, in de Paltz, in Polen, in Glückstadt, ja, hoe zij in 1643 door het „Comitee van de lords en Commons van het Parlement" werden aangezocht om steun in den oorlog tegen de roomschen in Ierland. De papieren uit het archief van de classis Walcheren leeren ook van allerlei omtrent de zedentucht en steun, aan theologische studenten uit den vreemde verleend. Van bijzondere beteekenis is wat dr. Hulsebos vertelt uit de jaarrekeningen van de kerk van St. Maartensdijk van 1571, 1576 en een aantal jaren uit de 17de eeuw. Met name de beide eerste geven ons een levendig en schilderachtig beeld van het godsdienstig en kerkelijk leven op 't einde der roomsche bedeeling, vol nog van oude gebruiken en gewoonten. Ook hierom is het te hopen, dat deze verslagen nog eens te zamen gebonden en afzonderlijk verkrijgbaar gesteld zullen worden. Zij wijzen den onderzoeker een duidelijken weg. Daar is nog Nootdorp. Dr. Hulsebos heeft hier eene groote hoeveelheid dooréénlig- gende papieren naar tijdsorde gerangschikt, in bundels vereenigd en zegt hij met volle recht „het zoo voor een belangstellende mogelijk gemaakt de lotgevallen der gemeente na te gaan." Eigenaardig is hier de methode om armlastige gezinnen uit te koopenvoor eene zekere som gelds verbinden zij zich, om nooit meer binnen de jurisdictie van Nootdorp te komen! Soortgelijken arbeid verrichtte Dr. Hulsebos voor de archieven der Amsterdamsche kerkgebouwen die vóór 1810 ieder haar eigen archief hadden waarvan hij een inventaris opmaakte. Eindelijk herinner ik er nog aan, dat hij ook advies en hulp verleende bij den aankoop van be langrijke papieren, voor de classis Maastricht van het actenboek van de Geldersche synode 1701 1718, voor de classis Walcheren van een belang rijken brief van Jac. Koelman, wel bekend, d.d. 15 Mei 1675. Waarlijk, het werk van Dr. Hulsebos is voer kerk en geschiedenis beide van uit nemend belang. Moge hij het nog lang voortzetten! In de vergadering van 15 Juli 1914 heeft de Synode besloten, dat aan Dr. Hulsebos dank zal worden betuigd voor de diensten, die hij op belangelooze wijze aan de kerk bewijst. Tevens is weder een crediet van 1500 voor zijn arbeid beschikbaar gesteld. i) Het is terechtgekomen in het rijksarchief in Noordbrabant. Dr. S. G. de Vries te Leiden schonk het althans de overblijfselen onlangs aan het archief. De waarnemende rijksarchivaris bood aan het aan de kerk te Heusden terug te geven, als men daar eenige waarborgen kon geven voor de goede bewaringmaar Dr. Hulsebos kon die niet verschaffen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1914 | | pagina 19