4 Cuvelier, Dr. J., Algemeen rijksarchivaris van België, te Brussel. Goovaerts, A., oud algemeen rijksarchivaris van België, te Brussel. Keussen, Dr. H., adjunct-archivaris aan het stedelijk archief, te .Keulen. Laer A. I. F. van, archivaris van den staat New-York, te Albany. Stein, H., archiviste-paléographe, sous-chef de section aan de Archives nationales, te Parijs. Vittani, G., ambtenaar aan het rijksarchief, te Milaan. Westrin, Dr. Th., archivaris, te Stockholm. De twee-en-twintigste jaarvergadering. Deze vergadering werd gehouden in het rijksarchiefgebouw te Haarlem °P ^wiraeVende'Voorzitter. Mr. S. Muller Fz„ opent de vergadering en leest het jaarverslag voor, dat op voorstel van den heer Bouricius hierachter in zijn geheel is opgenomen. Daarna doet de Voorzitter mededeeling van den stand der werkzaa - heden van de commissie voor den Archiefgids, van wie eenige dagen te voren een rapport bij het bestuur is ingekomen. Hij stelt voor om, ter bestrijding van de door de commissie te maken kosten een crediet van ten hoogste 100 voor haar beschikbaar te stellen. Dit voorstel wordt bij acclamatie aangenomen. prpn Als nieuwe leden zijn door het bestuur aangenomen de heeren Mr I. P. W. A. Smit, adjunct-commies aan het rijksarchief in Noor - brabant, en Mr. A. de Bussy, ambtenaar aan het rijksarchief in Utrecht. Als leden van de permanente commissie voor de internationale con gressen van archivarissen en bibliothecarissen worden benoemd de heeren "^Vervdgenrbrengt de Voorzitter de uitgave ter sprake van een bedrag van ongeveer 100 voor het herdrukken van het rapport, dat indertijd is uitgebracht over de positie van de gemeente-archivarissen. Dit bedrag is toegestaan door ons overleden bestuurslid Mr. Bos, nadat de heer Joostin hem zijn wensch tot het herdrukken van het rapport had te kennen gegeven, zonder dat het overige bestuur er in gekend is. Na eenige discussie, waaraan deel nemen de heeren Fru.n en Overvoorde, stelt de heer G on net voor het bedrag door de vereeniging te doen betalen, welk voorstel zonder stemming wordt aangenomen. De heer Gonnet brengt namens de commissie van kasnazieners versla,, uit over den toestand der kas; het batig saldo bedraagt 345 83'. Eene onbetaalde kwitantie van contributie wegens lidmaatschap van he gewezen 5 lid, den heer XAv. Smits, welke als geweigerd is teruggekomen, geeft aanleiding tot eenige bespreking; ten slotte wordt besloten den heer Smits zonder meer van de ledenlijst te schrappen. De rekening wordt daarna, onder dankbetuiging aan den penningmeester, goedgekeurd. Als plaats voor de volgende jaarvergadering wordt Breda gekozen en tot leden van de commissie tot nazien der rekening over 1913/14 worden benoemd de heeren Heeringa, Lasonder en Van Dalen, de laatste als plaatsvervanger. Thans is aan de orde de jaarlijksche verkiezing van een bestuur. Met nagenoeg algemeene stemmen worden herbenoemd als bestuursleden de heeren Muller, Bondam en Wiersum, terwijl als nieuw bestuurslid met 13 stemmen wordt gekozen de heer Fruin, en de heer Schuylenburo bij herstemming 10 stemmen op zich vereenigt voor de vijfde plaats in 't bestuur. Daarop deelt de Voorzitter mede, dat de heer Wiersum zich eene herbenoeming als redacteur niet zal laten welgevallen. Hij zelf wil liever geen voorzitter zijn, daar hij van meening is, dat, als de Algemeene rijksarchivaris in het bestuur zitting heeft, deze het voorzitterschap moet bekleeden. De heer Fruin komt hiertegen op met de verklaring, dat hij niet het minste bezwaar heeft om zitting te nemen in het bestuur, zonder voorzitter te zijn. De uitslag van de daarna gehouden stemming is, dat de heer Muller wordt gekozen als voorzitter, de heer Fruin als vicarius (vice-voorzitter), de heer Wiersum als secretaris, de heer Bondam als pen ningmeester en de heer Schuylenburg als redacteur. De eerste vier heeren nemen hunne benoeming aan, de laatste bedankt, waarop met nagenoeg algemeene stemmen als redacteur gekozen wordt de heer Heeringa, die verklaart de benoeming aan te nemen. Wegens het vergevorderde uur wordt de lezing van den heer Meilink niet gehoudenzij zal in het Archievenblad worden opgenomen of even tueel op de volgende jaarvergadering worden voorgedragen. Bij de rondvraag maakt de heer Bouricius er opmerkzaam op, dat de nieuw benoemde archivaris der gemeente Haarlem een lager traktement geniet dan zijn voorganger en dan andere met hem gelijkstaande secretarie ambtenaren volgens zijne bescheiden meening had het bestuur het gemeente bestuur hierop moeten wijzen. De voorzitter en de heer Wiersum ont kennen ditde laatste wijst er op, dat dit veeleer op den weg zou liggen van de nog steeds diligent zijnde commissie voor de positie van de gemeente-archivarissen. De heer Bouricius verzoekt, daar de beide leden dezer commissie, de heeren Overvoorde en Van Gelder, reeds vertrokken zijn, opneming hiervan in de notulen. De heer De la Faille wijst ten slotte den heer Bouricius er nog op, dat de door hem gemaakte verge lijking tusschen een commies-redacteur, die den ganschen dag, en den CORRESPONDEERENDE LEDEN

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1913 | | pagina 8