58
Katholieke kerk in ons land in het bijzonder, bij deze gelegenheid een
passend geschenk aan te bieden, bestaande in een aanzienlijke bijdrage
ten behoeve der bibliotheek van het Nederlandsch Historisch Instituut.
De huldiging vond plaats 19 Juni te Rome in het hotel de Russie
en 10 Juli in het hotel des Pays-Bas te Utrecht. Bij de laatste gelegenheid
waren o.a. aanwezig de oud-Algemeen Rijksarchivaris Jhr. mr. Th. van
Riemsdijk te 's-Gravenhage, de archivaris Mr. S. Muller Fz. te Utrecht
en Prof. dr. P. J. Blok te Leiden.
Archiefvondst te Gouda. De archivaris van Gouda heeft op
den zolder van de St. Janskerk onder puin en ballast gevonden een zeer
groot aantal stukken, betrekking hebbende op de geschiedenis dier kerk.
Zoo werden aan het licht gebracht de tot nog toe afwezige registers van
ontvangst en uitgaaf over de jaren 1575-1615. Ook kwamen tal van
renterekeningen, grafstedeboeken enz. te voorschijn. De gevonden stukken
zullen worden geïnventariseerd en voorloopig in een kast, misschien later
in een afzonderlijk vertrek, worden bewaard.
Archivaris van de Synode. In de tweede zitting van de
Algemeene Synode der Ned. Hervormde Kerk op Donderdag 20 Juli 1911
werd besloten, aan de Synodale commissie op te dragen, weer voor den
tijd van een jaar een archivaris aan te stellen en daarvoor een crediet
van 1500 te openen. Evenals elk jaar werd daarbij hulde gebracht aan
den archivaris, dr. G. A. Hulsebos, die ook nu weer een belangrijk
verslag in de Bijlagen heeft doen opnemen.
De hoogleeraar Dr. Knappert vestigde op enkele punten van dit
verslag de aandacht. Ook zou hij willen, dat de schriftelijke arbeid van
dr. Hulsebos, in achtereenvolgende jaren verricht, tot één geheel werd
vereenigd. Zijn bedoeling hoopte hij evenwel in een volgende zitting
nader te formuleeren.
In de derde zitting kwam de heer Knappert met het voorstel, om van
de verslagen 19041910 van den archivaris dr. Hulsebos, met het daarbij
behoorende register, 250 overdrukken te doen vervaardigen, en ze, in één
band samengevoegd, tegen den kostenden prijs beschikbaar te stellen. Een
exemplaar zal dan aan het Rijks-archief, aan de provinciale archieven en
de bibliotheken van de Rijks-universiteiten en van de instellingen voor
hooger onderwijs vanwege de Ned. Herv. Kerk worden toegezonden
Dit voorstel werd met algemeene stemmen aangenomen.
In de zitting van Maandag 14 Aug. 1911 werd behandeld het rapport
i) Het zal wel de bedoeling van den voorsteller geweest zijn, om ook aan
de archieven der groote steden een exemplaar aan te bieden. Red.
59
over een verzoek betreffende het bewaren van archiefstukken, ingediend
door den heer J. de Kruyter te Goes, waarvan in het vorige verslag is
melding gemaakt. Vele leden achtten het bezwaarlijk, aan kerkvisitatoren,
zooals de conclusie van het rapport wil, de bevoegdheid te geven tot de
aanwijzing, welke stukken al of niet waardeloos moeten worden geacht.
Daarom moet er aan worden toegevoegd, dat zij die aanwijzing zullen
doen volgens een lijst, door den kerkdijken archivaris op verzoek der
Synode op te maken, terwijl bij de kerkeraden zal worden aangedrongen
op het zorgvuldig bewaren van al hetgeen tot het archief behoort. Behou
dens deze wijziging werden de conclusies der commissie over deze aan
gelegenheid aangenomen.
N. R. C., 21 en 22 Juli en 15 Aug. 1911.
Congres van den Belgischen Oudheid- en Geschied
kundigen Bond. Op dit congres, te Mechelen gehouden, leidde
7 Aug. de Bollandist Moretus een plan in, om een beweging op touw
te zetten ter publicatie van de kerkelijke kalenders, die men bij menigte
in de Nederlandsche handschriften der middeleeuwen vindt. Deze zijn
niet alleen van speciaal kerk-historisch, maar ook van meer algemeen
belang en kunnen in vele gevallen een wezenlijk hulpmiddel der geschie
denis uitmaken. Men sprak naar aanleiding van deze belangrijke voor
dracht den wensch uit, dat de plaatselijke vereenigingen zooveel mogelijk
kalenders zouden uitgeven in hunne geschriften.
De heer De Witte wees, in een zeer doorwerkte studie, op het nut,
dat het verzamelen en juist dateeren van papiermerken heeft, eene studie,
waar ten onzent de heer De Stoppelaar reeds voor vijftig jaren als een der
eersten mee begonnen is. Deze merken veroorloven ons dikwijls onzekere
stukken, zoowel gedrukte als geschreven, met zekerheid te dateeren, Hoewel
men het met de opvatting van den spreker geheel eens was, ontveinsde
men zich de moeilijkheid niet, in deze tot een iedereen voldoening gevende
samenwerking te geraken. N. R. C., 8 Aug. 1911.
Krijgsgeschiedkundig archief. In opdracht van het besluit
der algemeene vergadering, op 1 Juli 1910 te Gouda gehouden, heeft het
bestuur der Vereeniging van Archivarissen in Nederland het volgende
adres gericht aan den Minister van Oorlog:
Groningen,
Augustus 1911.
s-Gravenhage,
Namens het Bestuur der Vereeniging van Archivarissen in Nederland
nemen de ondergeteekenden de vrijheid, met gepasten eerbied, Uwer
Excellentie's aandacht te vestigen op het volgende.