oudste Duitsche kronieken, die hij grondiger kende dan iemand hier te lande. Ook dit werk, veel moeielijker dan dat over de prelaten, was dus althans in hoofdzaak gereedmij bleef slechts over de taak der redactie, waar voor mij ook een vaste leiddraad in de hand was gegeven in de door hem zeiven bewerkte biographieën van drie bisschoppen over 11281 156. Ik heb dit werk gaarne verricht, al heeft het mij veel meer tijd gekost dan ik aanvankelijk had gedacht. Immers de bewerking van eens anders aan- teekeningen is altijd een gevaarlijk werk; altijd vreest men, de bedoeling niet juist te verstaan, en is men dus geneigd (soms zelfs gedwongen), om de aangehaalde plaatsen te verifieeren en opnieuw te bestudeeren in hun onderling verband. Ten slotte heb ik echter toch ook de bisschopslijst voltooidik getuig het met eene zucht van verlichting. Ook hier is de verdienste van het werk geheel en volkomen voor Pijnacker Hordijk. Wel heb ik in deze afdeeling hier en daar gemeend iets te moeten toevoegen; maar dit is geheel onbeduidend. Zoo ik het hier toch vermeld, geschiedt het dan ook alleen, omdat in deze afdeeling, waarbij mijne zeer delicate werkzaam heid zich wat verder heeft moeten uitstrekken dan bij de rest, de bewer king wellicht niet geheel vrij is van onvolkomenheden, die den overledene niet ten laste gelegd mogen worden. De publicatie der lijsten geschiedt in het Nederlandsch Archie venblad, omdat de overledene zelf, na een oogenblik gedacht te hebben aan de publicatie der lijst in een door hem ontworpen bundel Verza melde opstellen, ten slotte het stuk voor dit tijdschrift bestemd had. S. MULLER Fz. Bisschoppen van Utrecht. 6951301. WILLIBRORD (22 November 695—7 November 739). Willibrord werd te Rome tot aartsbisschop gewijd; de juiste tijd (zoowel de dag als het jaar) is niet geheel zeker. Een Angelsaksische kalender uit Tours uit het laatst der 7e eeuw, blijkbaar door Willibrord zelf geschreven, zegt (tusschen VI ld. Novem- bris en V ld. Novembris, d. i. 8 en 9 November)„Clemens Uuillibrordus anno sexcentesimo nonagesimo ab incarnatione Christi veniebat ultra mare in Francia, et in Dei nomine anno sexcentesimo nonagesimo quinto ab incarnatione Domini, quamvis indignus, fuit ordinatus in Romae episcopus ab apostolico viro domno Sergio papa. Nunc .vero in Dei nomine agens annum septengentesimum vigesimum octavum ab incarnatione domini nostri Jesu Christi." Bij XI Kal. Decembris staat daarbij met eene hand der 8e eeuw: „Ordinatio domni nostri Clementis." (N. Archiv. 1877 II p. 293.) Dus 21 November 695. Beda (Hist, eccles. V c. 11) zegt echter: „(Fresonum archiepiscopus ordinatus) est anno ab incarnatione Domini sexcentesimo nonagesimo sextoordinatus est autem in ecclesia sanctae martyris Ceciliae die natalis ejus, imposito sibi a papa memorato nomine Clementis." (Dus 22 November 696.) Ekkehard (Chron. universale) ver haalt: „7 (anno Pippini), 9 (anno Justiniani), anno Domini 695 Willibrordus, qui et Clemens, a Sergio papa ordinatur episcopus, ad predicandum gentibus". (Monum. Germ. Script. VI p. 156.) Een Catalogus abbatum Epterna- censium deelt mede: „Sanctus Willibrordus anno Romam directus est, et a beatae memoriae Sergio apostolicae sedis praesule X Kal. Decembris archyepiscopus Fresonum ordinatur, nomenque ei Clemens est impositum". (Monum. Germ. Script. XIII p. 740.) Alchuinus (Vita S. Willibrordi. I cap. 5—7) verhaalt alleen, dat Willibrord „tricesimo et tertio aetatis suae anno" naar Friesland vertrokken is, en in het „castellum Traiecti in Hreni fluminis ripa" aangekomen, daar „post aliquod tempus" zijn bisschops zetel gevestigd heeft; hij zou dan naar Pippin vertrokken zijn, die hem naar Rome zond, waar de paus „puplice in ecclesia beatissimi Petri principis apostolorum, cum magna dignitate more apostolico eum 22

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1911 | | pagina 16