36 der hierboven genoemde O. L. Vrouwekerk te Halle, stelt L. Le Clercq den datum van een Vlaamsche uitgave van een werk van J. Lipsius over de Heilige Maagd van Halle vast. Prosper Verheyden bespreekt Ypersche boekdrukkers, een artikel, dat in de 2e aflevering wordt vervolgd. Dit 2e nummer houdt verder in een lezing van V. de la Montaone over een pamflet tegen Pater Joannes David en het begin van eenige aanteekeningen van Dr. Maurits Sabbe over ontdekte kluchtspelen van een zekeren Pater Justinus. Antwerpsch Archievenblad, uitgegeven op last van het ge meentebestuur, door F. Jos. van den Branden, Archivaris, 25e deel, le en 2e aflevering. Antwerpen, Drukkerij F. Wauters. Deze afleveringen houden ineen vervolg van de verzameling, ge titeld: collegiale actenboeken 1581 1583 en het begin van het Clementyn boeck 12881414, een soort verzameling van allerlei acten, regelingen, herinneringen enz., dat zijn naam kreeg naar Paus Clemens V, die een Corpus Juris Canonici liet maken onder den naam „Clementines". Revue des Bibliothèques et Archives de Belgique, publiée par L. Stainier. Tome VI no. 6, Tome VII no. 1. Bruxelles, Q. van Oest et Cie. V. Tourneur bespreekt de moeilijkheden, waarmee men op dit oogen- blik te Brussel op den z.g.n. „Mont des Arts" worstelt, d. w. z. ten aanzien van het achtergedeelte van het gebouwencomplex op den hoek van de Koninklijke Plaats en de Regentenstraat (Place Royale en Rue de la Régence), waarin de bibliotheek, de „Archives générales du Royaume" en het museum van moderne schilderijen zijn gehuisvest, en waarin nogal plaats te kort komt en brandgevaar te veel. Zijn conclusie is, dat de archieven ergens anders gehuisvest moeten worden en hij raadt aan voorloopig het „Office Inter national de Bibliographie" uit zijn woning, die zich in een verdieping van een der vleugels bevindt, te zetten. Een alleraardigst artikeltje is dat van Ch. Pergameni over wat vroeger een archivaris voor kennis noodig had, een artikeltje geschreven naar aanleiding van een nota van een zekeren Brenart in het Brusselsche gemeente-archief over dat „noodige". Het blijkt vooral zegelkunde en tijdrekenkunde te zijn. Em. Dony deelt iets mede over de in de maak zijnde inventarissen der kleinere archieven. De Antwerpsche rijksarchivaris Vannérus doet eindelijk mededeeling van de aanwinsten van het onder zijn beheer staande archiefdepot. In het 2e der hiervoren aangegeven nummers doet F. Courtoy hetzelfde met betrekking tot de bewaarplaats te Namen, waar vooral de notariëele protocollen een uitbreiding hebben verkregen. Cyrille van de Putte maakt duidelijk, dat het gebruik van het woord „sterftdagh", dat 37 als synoniem met Kerstdag worui gebruikt, het gevolg is van een verkeerd lezen door copiïsten, die voor „scerstdagh", onduidelijk geschreven, het voornoemde woord lazen, evenals zij „Pastdagh" overschreven in plaats van „Paescdag". Th. Goffin eindigt zijn onderzoekingen over de boekdrukkers van Lier. In de te Antwerpen gehouden zomervergadering van 1908 hebben Belgische archivarissen geredetwist over de beteekenissen, te hechten aan enkele Fransche archieftermen. Een te Brussel gehouden buitengewone vergadering sprak den wensch uit, dat voor de betrekking van weten schappelijk ambtenaar bij bibliotheken en archieven alleen zij zullen worden aangesteld, die het daarvoor benoodigde examen hebben afgelegd. La Population de Louvain aux X VI e et XVIIesiècles, par J. Cuvelier. Extrait des Annales de la Société d'Archéologie de Bruxelles, tome XXII, 3e et 4e livraisons 1908 p. 337 a 376. Bruxelles, Vromant et Cie. De heer Cuvelier geeft hierin aan de hand van verschillende volks tellingen een schets van de bevolking dezer universiteitsstad in de genoemde jaren en vergelijkt die met die van andere steden in binnen- en buitenland, ook in verband met het aantal gezinnen per woning, het aantal bewoners per gezin ook vermeldt hij aan het slot het aantal huizen, bewoond en onbewoond. Le Bibliographe moderne, Courrier international des Archives et des Bibliothèques, publié sous de la direction de M. Henri Stein. 12e Année (1908) no. 67—72. Paris, Auguste Picard. Het belangrijkste in dit tweemaandelijksche tijdschrift, dat echter in twee halfjaarlijksche uitgaven voor mij ligt, zijn wel de notulen dei ver gadering van onze zustervereeniging op 25 April 1908. Na een zeer uit gebreide rede van den Voorzitter, den Heer A. Prudhomme, die als zoo danig aftrad en niet meer herkiesbaar was, behandelde men o. a. het wets ontwerp op de rechterlijke- en notarieele archieven, bepaaldelijk wat betreft de overbrenging naar de dépots, die de kamer van afgevaardigden (evenals de geschiedkundigen) na 100 jaar, de senaat evenwel na 150 jaar van de dagteekening der stukken wil doen plaats hebben; als transactie werd toen 125 jaar voorgesteld, doch hier kwam men tegen op, omdat daardoor de studie over het tijdperk van het le keizerrijk zeer werd ge schaad. G. Gautherot geeft een inventaris van de archieven van den „Kafigthurm" of „Tour des prisons" te Bern, d. w. z. van die, welke afkomstig zijn van de Rauracische republiek en het departement „du Mont- Terrible", en die dus licht verspreiden over de Fransche revolutie in de Bernsche Jura. Naar aanleiding van een brand, die in den nacht van 21 November

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1909 | | pagina 23