66
In het tweede hoofdstuk werd een lijst gegeven van de steden, waar
naar de inspecteur het eerst zijn schreden moest richten, en in het derde
werd uitvoerig het historische belang van deze Baskische gemeente-archie
ven uiteengezet.
Het aangenomen plan van ordening is vrijwel hetzelfde als dat van
den inspecteur Mugica. Met verwerping van alle andere in het koninkrijk
gevolgde systemen had Carmelo de Echegaray dit als het beste erkend.
Het bestaat uit vijf groote afdeelingen, waarin de oude zoowel als de
nieuwe stukken worden ondergebrachtA. Administratie, B. Economie,
C. Financiën, D. Openbare Werken, E. Betrekkingen van de Stad met
andere autoriteiten. Iedere hoofdafdeeling is gesplitst in rubrieken, die op
haar beurt weer onderverdeeld kunnen worden. Tot de afdeeling B. b.v.
behooren 1. Historische antecedenten der Stad. 2. Monumenten. 3. Cata
logi en inventarissen der archieven. 4. Bibliotheek. 5. Muziek. 6. Open
bare vermakelijkheden. 7. Tentoonstellingen en wedstrijden. 8. Landbouw,
nijverheid en handel. 9. Statistiek en 10. Onderwijs, welke laatste rubriek
weer in zes kleinere gesplitst is.
De ordening zelf wordt uitgevoerd door den inspecteur der archieven
na beëindiging van het werk wijst deze een secretarie-ambtenaar aan als
bewaarder, die de nieuw ingekomen stukken in het archief indeelt. Een
inventaris wordt door den inspecteur opgemaakt en gedrukt op kosten van
de stad, terwijl ook voor een reglement gezorgd wordt.
Een begin is gemaakt met de steden aan de Fransche grens en er
is sprake van om den inspecteur binnen kort een tweeden ambtenaar als
hulp toe te voegen.
Bibliothèque de l'école des Chartes LXVI, 1905 Livraisons 13.
Paris, Alphonse Picard et Fils, Rue Bonaparte 82.
Blz. 1 vlg. van dit tijdschrift geeft H. Omont de lijst op van de
nieuwe aanwinsten, die de afdeeling handschriften der Bibliothèque Nationale
in 1903 en 1904 heeft verworven. In de volgende aflevering beschrijft
hij meer uitvoerig een der jongste aanwinsten. Het is een klein register
of aanteekenboekje van den inquisiteur in Arragon tegen het eind van de
14de eeuw, en bevat de namen der personen, die dezen ambtenaar door
het Directorium inquisitorum gesignaleerd werden, meestal wegens ver
grijpen van tooverij of zwarte kunst. De heer Omont drukt verscheiden
plaatsen er uit af en uit den wensch, dat het spoedig in zijn geheel mag
worden uitgegeven. Blz. 193 vlg. wordt een zeer interessante inventaris
meegedeeld van de meubelen en aankomsttitels van goederen, die bij den
dood van den connétable de Clisson (1407) op het kasteel Josselin gevonden
werden. In de Chronique et Mélanges wordt met diep leedwezen het
plotseling ontslag van Delisle als directeur van de Bibliothèque Nationale
67
in herinnering gebracht. Niettegenstaande zijne groote verdiensten werd
deze geleerde, door het decreet van 21 Febr. 1905 „brusquement mis a
la retraite", ten spijt van al zijn bewonderaars, leerlingen en oud-leerlingen
die deze gelegenheid te baat namen, om hem van hunne hulde te doen
blijken. Ook wordt afgedrukt de circulaire van den Minister van Openbaar
onderwijs over het uitleenen van archiefstukken. Zij dateert van 15 Maart
1905 en werd rondgezonden aan alle prefecten met verzoek om de burge
meesters en het departementaal bestuur er mee in kennis te stellen.
Het doel is om voor wetenschappelijke doeleinden het uitleenen van
archiefstukken zooveel mogelijk te vergemakkelijken. Dit geldt echter alleen,
als de stukken gedeponeerd worden in een veilig depót en onder goed
toezicht. „Quant au prêt a domicile, chez des tiers, a l'hötel, en un mot
partout ailleurs que dans un local dépendant d'une administration publique
et sous sa surveillance, il continuerait a être formellement
in ter dit."
Op blz. 344 wordt de circulaire van denzelfden Minister meegedeeld
van 8 Mei over waardelooze bescheiden in de departementale archieven
en die van de onderprefecturen. (Zie hierover Ned. Archievenblad XIII,
blz. 236.) Ook wordt het wetsvoorstel afgedrukt, door Millaud en Déandreis
ingediend met het doel de notarissen te machtigen hunne minuten van
vóór 1790 over te brengen naar de departementale archieven. Dit voor
stel werd door Louis Legrand uitvoerig toegelicht en den 29sten Juni door
den Senaat aangenomen.
Ten slotte wordt nog het een en ander meegedeeld over den belang
rijken inventaris van het archief der Staten van Artois, die ter perse is ge
legd, terwijl de heer Omont de aandacht vestigt op een plan van 1793
om cursussen te openen aan de Bibliothèque Nationale in paleografie,
diplomatiek en filologie. Alleen het laatste gedeelte werd in 1795 ten
uitvoer gebracht door de stichting van de school voor levende Oostersche
talenvan cursussen in paleografie en diplomatiek is niets gekomen.
Korrespondenzblatt des Gesammtvereins der deutschen Geschichts-
und Altertumsvereine. Jahrg LUI. 1905, no. 4—9. Berlin, Mittler
und Sohn.
In no. 4 wordt verslag gedaan van de eindzittingen der algemeene
vergadering, het vorig jaar 911 Augustus te Danzig gehoudenin no. 7
wordt het programma meegedeeld van de aanstaande vergadering, die
plaats zal vinden te Bamberg 2529 Sept. De vijfde Duitsche archiefdag
zal zijn den 25sten. Voordrachten zullen gehouden worden over de kwestie
van bescherming der kleinere archieven door Dr. Wolfram te Metz, die
daarin zal toelichten de vijf stellingen, welke door de het vorig jaar te
Danzig benoemde commissie zijn aangenomen. Zij beoogen alle het