56 en gaarne sluit ik mij dan ook aan bij de beoordeelaars der vroegere inventarissen van Mr. Fruin, waar zij deze werken over het algemeen met veel lof bespreken. („Het archief van Reimerswaal", bespr. door Mr. J. C. Overvoorde, Archievenblad, 1898/99, blz. 37 vlg. „Het archief der O. L. V. abdij te Middelburg", bespr. door Mr. J. G. C. Joosting, Archievenblad 1902/03, blz. 204 vlg. en door Dr. H. Brugmans, „Neder- landsche Spectator", 27 Dec. 1902.) Eén opmerking moet mij echter, al geldt zij ook slechts een kwestie van vorm, nog uit de pen. Dat de bewerker namen en titels van personen overneemt, zooals zij in de stukken voorkomen, valt natuurlijk te prijzen, maar waarom daarbij op de een of andere wijze niet (Dr. Brugmans wees hierop ook reeds) aangeduid, dat zij overgenomen zijn, door ze bijv. cursief te laten drukken, of, zoo dit den tekst misschien wat bont zou maken, tusschen aanhalings- teekens of tusschen haakjes achter hun transscriptie in het tegenwoordige Nederlandsch? 't Maakt nu een vreemden, ja starenden indruk in den gewonen zin te lezen van „het hof te La Haye" (bl. 70), van „de koningin van Hongriën" (bl. 112) enz., terwijl de naam Koning der Romeinen (o .a. bl. 93), dunkt mij, ook nog onjuist isde titel luidt toch bij ons Roomsch Koning. Ik eindig echter gaarne met den wensch, dat Mr. Fruin in hoofdzaak op de thans door hem gevolgde wijze, met niet lange tusschenpoozen, voort moge gaan met het in het licht geven der inventarissen van het onder zijn beheer staande archief. Hij verricht daarmee niet alleen een nuttig, maar een hoogst noodig werk, waarmee hij velen aan zich ver plichten zal. A. TELTING. Mr. S. Muller Fz. Supplement op den catalogus van den histo- rischen atlas van Utrecht. Utrecht, 1905. Het kortgeleden verschenen supplement is een niet gering bewijs van de groote zorgdoor den archivaris aan het completeeren der collectie historieprenten gewijd. Bij de 643 nummers, in den catalogus van 1878 vermeld, kan het supplement 1191 aanwinsten aanwijzen, waarlijk een zeer groote uitbreiding, al is het aantal nummers in het supplement ook kunstmatig eenigszins opgedreven. Er was alle reden om het groot aantal aanwinsten door het drukken van een catalogus voor ruimer kring toe gankelijk te maken en men zal den heer Muller geen verwijt maken van te snel het supplement ter perse gelegd te hebbenwaar dit bijna het dubbel aantal prenten van den oorspronkelijken catalogus omvat. Wel 57 mag men vragen, of er niet alle aanleiding bestond om de aanwinsten met de stamcollectie tot een geheel te verwerken in een nieuwen catalogus waarin dan de fouten van de eerste bewerking konden vermeden worden. De samensteller heeft zelf de wenschelijkheid hiervan gevoeld en bespreekt die in de inleiding. Het argument, waarmede hij zich van de zaak af maakt, dat dan ook de lijviger catalogi der andere afdeelingen van de prentverzameling in hun geheel herdrukt moesten wordenis zeker weinig afdoende. De gebruiker van den catalogus moet nu steeds twee boeken raadplegendaar in het supplement bij de beschrijving der prenten her haaldelijk wordt verwezen naar die in den stamcatalogus. De hoofdindeeling is niet gelukkig. Door slechts twee rubrieken te makenhistorieprenten en portrettenwas de samensteller genoodzaakt een aantal prenten, die tot geen dezer rubrieken behoorenbij een dezer in te deelen. Naast de prenten, die of op eene speciale gebeurtenis of op een bekend persoon betrekking hebbenzijn er steeds een aantaldie in het algemeen het openbaar of particulier leven ter plaatse betreffen, zonder aan een bepaald persoon of datum verbonden te zijn. Door hier voor een of meer rubrieken te maken wordt de indeeling zuiverder. Nu vindt men onder de historieprenten enkele jaren achtereen foto's van de paardenmarkten vermeld (nos. 202305309) en heilwenschen van asch- en vuilnislieden (nos. 195, 196), zeer weinig belangrijke zaken als het eerste lustrum van een studentengezelschapje en nummers, waarvan mij de beteekenis als prent ontgaat, zooals presentielijsten van diners zonder speciaal toepasselijke versieringen (217, 218, 277, 282) en nieuw- jaarswenschen, versierd met een wapentrophee (no. 145). In de bibliotheek ware deze wellicht meer op haar plaats. Vreemd staat ook no. 8, een plattegrond met aanwijzing van ontstaan en groei der stad, die op het jaar 870 is gebracht. De portretten worden in twee groepen gescheidenregeering en beroemde personen. De vroedschapsleden zijn echter niet onder de regeering ge bracht maar onder de beroemde personenwaar wij ook aantreffen wapenkaarten der geëligeerden en van de ridderhofsteden enz., die onder „portretten" een vreemd figuur makenen beroemde personen als straattypen (no. 490) en een onbekend schildersmodel (no. 563). Dit zijn echter slechts gevolgen van de verkeerde indeeling van den stamcatalogusdie noodzakelijk ook op het supplement haar stempel drukken. Eene nieuwigheid is echter ingevoerd. De groepenbeelden zijn niet slechts als geheel vermeld, doch ook afzonderlijk op de namen van elk der voorgestelden. Door aan deze vermeldingen telkens een afzonderlijk nummer te geven heeft men ruim 200 nummers als aanwinsten kunnen boekenof meer dan '/4 van het aantal portrettendie slechts in de ver beelding bestaan. Een behoorlijk register op de voorgestelde personen

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1905 | | pagina 33