32
„Dit nu is zoo vreemd niet. Want de groote menigte is nog altijd
niet bij machte godsdienst van vormendienst te onderscheiden.
„Vreemder is, dat de gezangboeken van achter het orgel waren ver
dwenen, toen een der kerkvoogden ze wilde doen neerleggen in de banken,
om te worden gebruikt tijdens de vacature. De kerkeraad, met de ge
heimzinnige verdwijning in kennis gesteld, toonde zich in het minst niet
verbaasd. Op de vraag, den leden in eene vergadering voorgelegd, of zij
eenige opheldering konden geven, antwoordden zij ontkennend.
„Nadat een nauwkeurig onderzoek tot niets had geleid, gaf de con
sulent, in overleg met een der kerkvoogden, de zaak aan bij den burge
meester. Deze wilde hierop liever niet ingaan, omdat, naar zijne meening,
bekendheid van zulk eene onaangename zaak aan de Nederlandsche Her
vormde kerk niets dan schade kon berokkenen.
„Anderen evenwel, en terecht, zijn van oordeel, dat onze kerk van
meerder licht in deze niets heeft te vreezen. En zoo zullen zij hunne
nasporingen voortzetten, totdat de zoo zeer gewenschte en, voor den
onderlingen vrede in de gemeente, zoo zeer noodige opheldering is verkregen.
„Och, is er misschien iemand te Jaarsveld, die onze kerk dien dienst
zou willen bewijzen
Zouden, waar in de Hervormde kerk ongeacht het toezicht der
plaatselijke autoriteiten zoo met de gezangboeken geleefd wordt, de archieven
daar wel zooveel veiliger zijn dan in de handen van andersdenkenden,
wien men zelfs de inzage er van niet gunt?
Dames-archiefambtenaren. De archivaris der gemeente
Amsterdam schrijft ons het volgende
„Ik zie in de laatste aflevering van het Archievenblad een mededeeling
van den ex-archivaris Servaas van Rooyen aangehaald, waarin deze ook
Amsterdam onder de illustre voorbeelden noemt van archieven, waar vrouwen
werkzaam zijn.
„Dit is eene vergissing. Ik acht het wel niet van zoo'n belang, maar
het is de waarheid, dat gedurende mijn twaalfjarig beheer van dit archief
nooit een vrouw hier als volontair in specialen zin heeft gewerkt. Alleen
in 1899 heeft hier een juffrouw een inventaris gemaakt op onze penning
verzameling. Doch dit bleef een huishoudelijke zaak en had niets te
maken met een volontairschap, waarvan Burgemeester en Wethouders
moeten weten, en waaraan die hun goedkeuring zouden moeten hechten."
33
Bihliographie der werken van Nederlandsche archivarissen
over 1904
door prof. dr. H. Brugmans.
J. H. Been.
Dertig jaar op de forteresse. Een stukje zedengeschiedenis uit de
laatste helft der 18e eeuw. Tijdspiegel, 1904, II, "269 vlg.
Een garde d'honneur tegen wil en dank. Twintigste Eeuw, 1904,
III, 223 vlg.
Alva's bril. T. a. p., IV, 52 vlg.
E. van Biema.
Iets naders over mr. J. W. Kumpel in de gijzeling. Navorscher,
LIV, 236 vlg.
Amsterdamsche fortuinen onder het Fransche Keizerrijk. T. a. p.
315 vlg.
De Joden te Amsterdam in de-laatste jaren van het Keizerrijk. T. a. p.,
459 vlg.
P. O. Bos.
Het Groningsche Gild- en Stapelrecht tot de Reductie in 1594. Gro
ningen, J. B. Wolters. 8n.
Bernhard Alting. Groningsche Volksalmanak voor 1905, 76 vlg.
C. W. Bruinvis.
Afzetting en vervanging van den pater en de mater van het Jonge Hof
te Alkmaar in 1568. Bijdragen tot de geschiedenis van het Bisdom van
Haarlem, XXVIII, 82 vlg.
De bouw en versiering der St. Laurens of Groote Kerk te Alkmaar.
T. a. p., 192 vlg.
Alimentatie van conventualen door de stad Alkmaar. T. a. p.XXIX
34 vlg.
Alkmaar. Hoofdaltaar der St. Laurens of Groote Kerk. T. a. p. 160 vlg.
Album van Arnoldus Kulenkamp. De dichteres Clara Feyoena van
Sytzama. Navorscher, LIV, 389 vlg.
Caspar Benoit. Oud-Holland, XXII, 131 vlg.
F. Caland.
Geslacht van Hoogendorp. Navorscher, LIV, 30 vlg.
Een en ander uit de oude kerkregisters te Voorburg. Wapenheraut,
VII, 320 vlg., 408 vlg, VIII, 135 vlg.
In deze bibliographie zijn niet opgenomen: 1°. De verslagen, door ver
schillende archivarissen krachtens hun instructie uitgebracht, met de daarbij behoo-
rende bijlagen. 2°. Studiën van geringen omvang, boekbeoordelingen enz. 3°. De
artikelen, opgenomen in het Nederlandsch Archievenblad, die gemakkelijk in de
inhoudsopgave zijn na te zien. Ter voorkoming van abuizen is toezending van
overdrukken ten behoeve van deze bibliographie zeer gewenscht.